gepubliceerd op 18 mei 2006
Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de bepalingen van de wet van 26 januari 2006 betreffende de aanhouding van verplichte voorraden aardolie en aardolieproducten en de oprichting van een agentschap voor het beheer van een deel van deze voorraad en tot wijziging van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, en het verkeer daarvan en de controles daarop
8 MEI 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de bepalingen van de wet van 26 januari 2006 betreffende de aanhouding van verplichte voorraden aardolie en aardolieproducten en de oprichting van een agentschap voor het beheer van een deel van deze voorraad en tot wijziging van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, en het verkeer daarvan en de controles daarop
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 26 januari 2006 betreffende de aanhouding van verplichte voorraden aardolie en aardolieproducten en de oprichting van een agentschap voor het beheer van een deel van deze voorraad en tot wijziging van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, en het verkeer daarvan en de controles daarop, inzonderheid op artikel 51;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 januari 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 30 maart 2006;
Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door het feit dat de Belgische Regering krachtens bindende internationale verplichtingen ertoe gehouden is 90 dagen minimumvoorraden aardolieproducten aan te houden zoals nader bepaald in de richtlijn 68/414/EEG, gewijzigd door de richtlijn 98/93/EG, en de Overeenkomst inzake een internationaal energieprogramma opgemaakt te Parijs op 18 november 1974 en bekrachtigd door de wet van 13 juli 1976 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake een internationaal energieprogramma; dat de hoogdringendheid tevens voortvloeit uit de ingebrekestelling van België door het Internationaal Energie Agentschap op de ministeriële bijeenkomst van 5 mei 2005 en door de Europese Commissie via zijn betekening van 5 juli 2005; dat de Regering het van groot belang acht dat België zo snel mogelijk in regel is met de internationale verplichtingen om het optimaal functioneren van de markt te waarborgen; dat de Regering vooropstelt dat een nieuw voorraadsysteem dat ons land in staat stelt kwalitatief en kwantitatief te beantwoorden aan de internationale wetgeving in 2006 in werking moet treden; dat onderhavig besluit de inwerkingtreding van de bepalingen van de wet regelt en dat zonder dit besluit APETRA institutioneel niet kan worden opgericht; dat het bijgevolg dringend noodzakelijk is onderhavig besluit te nemen;
Gelet op het advies nr 40.288/3 van de Raad van State, gegeven op 26 april 2006 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie en Energie en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De bepalingen van de wet van 26 januari 2006 betreffende de aanhouding van verplichte voorraden aardolie en aardolieproducten en de oprichting van een agentschap voor het beheer van een deel van deze voorraad en tot wijziging van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, en het verkeer daarvan en de controles daarop treden in werking als volgt: 1° op de datum van inwerkingtreding van dit besluit : de artikelen 1, 2, 3, 14, § 1, 17, 18, § 5, 19 tot en met 44, 47, 48, 50;2° op de eerste dag van het kwartaal volgend op de datum van goedkeuring van het beheerscontract en ten laatste op 1 oktober 2006: de artikelen 4 tot en met 13, 14, § 2, 15 en 16, 18, § 1 tot en met § 4, 45 en 46, 49.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Economie en Energie, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 mei 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie en Energie, M. VERWILGHEN