gepubliceerd op 09 april 2004
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 1991 tot uitvoering van artikel 2, §§ 2 en 3, artikel 14, § 3, en artikel 19, derde lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen
8 MAART 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 1991 tot uitvoering van artikel 2, §§ 2 en 3, artikel 14, § 3, en artikel 19, derde lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, inzonderheid op artikel 14, § 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 maart 1991 tot uitvoering van artikel 2, §§ 2 en 3, artikel 14, § 3, en artikel 19, derde lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen;
Gelet op het voorstel van de Raad van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, gedaan op 24 november 2003;
Gelet op het advies van het Technisch Comité van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, uitgebracht op 20 november 2003;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 december 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van onze Minister van Begroting, gegeven op 27 januari 2004;
Gelet op het advies nr 36.505/1 van de Raad van State, gegeven op 5 februari 2004, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegend dat recent zich een groot aantal fusies van ziekenfondsen hebben voorgedaan, hetgeen in sommige gevallen geleid heeft tot het ontstaan van entiteiten met een zeer hoog aantal leden;
Overwegend dat artikel 21 van het koninklijk besluit van 7 maart 1991 tot uitvoering van artikel 2, §§ 2 en 3, artikel 14, § 3, en artikel 19, derde lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, thans onder andere voorziet dat de ziekenfondsen slechts maximum twintig afgevaardigden kunnen tellen in de algemene vergadering van de landsbond waarbij zij zijn aangesloten; dat het van belang is dat de huidige tendens tot schaalvergroting, die onder meer bijdraagt tot een verhoging van het niveau van solidariteit tussen de leden, niet verhinderd wordt door de ziekenfondsen met een groot aantal leden te benadelen inzake hun vertegenwoordiging in de algemene vergadering van hun landsbond; dat het derhalve passend is om het maximaal aantal afgevaardigden dat ieder ziekenfonds kan tellen in voornoemde algemene vergadering, te verhogen;
Overwegende dat de volgende mutualistische verkiezingen plaats zullen hebben in 2004, maar dat de verkiezingsprocedure reeds in 2003 zal aanvangen en dat het derhalve passend is om de ziekenfondsen zo spoedig mogelijk te informeren omtrent het maximaal aantal afgevaardigden dat ze kunnen tellen in de algemene vergadering van hun landsbond;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 21 van het koninklijk besluit van 7 maart 1991 tot uitvoering van artikel 2, §§ 2 en 3, artikel 14, § 3, en artikel 19, derde lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen wordt vervangen als volgt : «
Art. 21.De algemene vergadering van een landsbond van ziekenfondsen is samengesteld uit afgevaardigden van alle aangesloten ziekenfondsen, naar rata van één afgevaardigde per schijf van 7.500 leden met een minimum van twee afgevaardigden en een maximum van dertig afgevaardigden per ziekenfonds. »
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 november 2003.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 maart 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE