22 OKTOBER 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 8 maart 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 1991 tot uitvoering van artikel 2, §§ 2 en 3, artikel 14, § 3, en artikel 19, derde lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 8 maart 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 1991 tot uitvoering van artikel 2, §§ 2 en 3, artikel 14, § 3, en artikel 19, derde lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 8 maart 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 maart 1991 tot uitvoering van artikel 2, §§ 2 en 3, artikel 14, § 3, en artikel 19, derde lid, van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 oktober 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage - Annexe FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST SOZIALE SICHERHEIT 8. MÄRZ 2004 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 7.März 1991 zur Ausführung der Artikel 2 §§ 2 und 3, 14 § 3 und 19 Absatz 3 des Gesetzes vom 6. August 1990 über die Krankenkassen und Krankenkassenlandesverbände ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 6. August 1990 über die Krankenkassen und Krankenkassenlandesverbände, insbesondere des Artikels 14 § 3;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 7. März 1991 zur Ausführung der Artikel 2 §§ 2 und 3, 14 § 3 und 19 Absatz 3 des Gesetzes vom 6.

August 1990 über die Krankenkassen und Krankenkassenlandesverbände;

Aufgrund des Vorschlags des Rats des Kontrollamts der Krankenkassen und Krankenkassenlandesverbände vom 24. November 2003;

Aufgrund der Stellungnahme des beim Kontrollamt der Krankenkassen und Krankenkassenlandesverbände eingesetzten Fachausschusses vom 20.

November 2003;

Aufgrund der Stellungnahme der Finanzinspektion vom 5. Dezember 2003;

Aufgrund des Einverständnisses Unseres Ministers des Haushalts vom 27.

Januar 2004;

Aufgrund des Gutachtens Nr. 36.505/1 des Staatsrates vom 5. Februar 2004, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 Absatz 1 Nr. 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat;

In der Erwägung, dass unlängst zahlreiche Krankenkassen fusioniert haben, was in einigen Fällen zur Entstehung von sehr mitgliederstarken Einheiten geführt hat;

In der Erwägung, dass in Artikel 21 des Königlichen Erlasses vom 7.

März 1991 zur Ausführung der Artikel 2 §§ 2 und 3, 14 § 3 und 19 Absatz 3 des Gesetzes vom 6. August 1990 über die Krankenkassen und Krankenkassenlandesverbände gegenwärtig unter anderem vorgesehen ist, dass die Krankenkassen nur höchstens zwanzig Beauftragte in der Generalversammlung des Landesverbandes, bei dem sie angeschlossen sind, zählen dürfen; dass es wichtig ist, dass die derzeitige Tendenz zur Massstabsvergrösserung, die unter anderem zum Ausbau des Prinzips der Solidarität zwischen den Mitgliedern beiträgt, nicht durch eine deutliche Benachteiligung der mitgliederstarken Krankenkassen in Bezug auf ihre Vertretung bei der Generalversammlung des betreffenden Landesverbandes gebremst wird; dass es somit ratsam ist, die Höchstzahl Beauftragte, die jede Krankenkasse in der vorerwähnten Generalversammlung zählen darf, zu erhöhen;

In der Erwägung, dass die nächsten Wahlen der Generalversammlung und des Verwaltungsrates der Krankenkassen im Jahr 2004 stattfinden werden, das Wahlverfahren aber bereits im Jahr 2003 anläuft, und dass es somit notwendig ist, die Krankenkassen möglichst schnell über die Höchstzahl Beauftragte, über die sie in der Generalversammlung ihres Landesverbands verfügen dürfen, in Kenntnis zu setzen;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Sozialen Angelegenheiten Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Artikel 21 des Königlichen Erlasses vom 7. März 1991 zur Ausführung der Artikel 2 §§ 2 und 3, 14 § 3 und 19 Absatz 3 des Gesetzes vom 6. August 1990 über die Krankenkassen und Krankenkassenlandesverbände wird wie folgt ersetzt: « Art. 21 - Die Generalversammlung eines Krankenkassenlandesverbands setzt sich zusammen aus Beauftragten aller angeschlossenen Krankenkassen im Verhältnis zu einem Beauftragten pro vollständige Gruppe von 7 500 Mitgliedern, wobei jede Krankenkasse über mindestens zwei und höchstens dreissig Beauftragte verfügt. » Art. 2 - Vorliegender Erlass wird mit 1. November 2003 wirksam.

Art. 3 - Unser Minister der Sozialen Angelegenheiten ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 8. März 2004 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister der Sozialen Angelegenheiten R. DEMOTTE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 22 oktober 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL