gepubliceerd op 29 juni 2020
Koninklijk besluit houdende machtiging tot hoogdringende onteigening met onmiddellijke inbezitneming ten algemenen nutte van percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeente Diepenbeek, teneinde de afschaffing van 7 overwegen en de aanleg van 3 bruggen en aanhorige wegenis langs de spoorlijn nr. 34 te realiseren
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER
Directoraat-generaal Duurzame Mobiliteit en Spoorbeleid
8 JUNI 2020. - Koninklijk besluit houdende machtiging tot hoogdringende onteigening met onmiddellijke inbezitneming ten algemenen nutte van percelen, gelegen op het grondgebied van de gemeente Diepenbeek, teneinde de afschaffing van 7 overwegen en de aanleg van 3 bruggen en aanhorige wegenis langs de spoorlijn nr. 34 te realiseren
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 26 juli 1962Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1962 pub. 26/02/2010 numac 2010000080 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte, artikel 1;
Gelet op de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, de artikelen 1, § 4, 10, §§ 1 en 2, 2°, en 199;
Overwegende dat beleidsmatig wordt gestreefd naar meer duurzame mobiliteit en dat het spoor daarin een belangrijke rol speelt;
Overwegende dat het noodzakelijk is te beschikken over een infrastructuur die is aangepast aan de huidige eisen van de spoordienst en van haar omgeving;
Overwegende dat het verbeteren van de veiligheid de grootste prioriteit is en blijft voor Infrabel en dat Infrabel in dat kader een plan heeft opgesteld voor de afschaffing van overwegen teneinde de veiligheid aan overwegen structureel te verbeteren en het aantal ongevallen aan overwegen en het aantal gewonden en dodelijke slachtoffers bij ongevallen aan overwegen continue doen afnemen;
Overwegende dat de Lijn de bouw van een sneltramlijn plant tussen Hasselt en Maastricht en dat deze deels parallel loopt aan de drukke spoorlijn 34;
Overwegende dat na realisatie van deze sneltramlijn de overwegen 51, 52 en 52A gemeenschappelijke overwegen worden en dat dit geen gewenste situatie is vanuit veiligheidsoogpunt;
Overwegende dat de drukke spoorlijn 34 grotendeels parallel loop aan de gewestweg N2 en er op het grondgebied van de gemeente Diepenbeek momenteel 7 overwegen zijn die toegang geven tot deze gewestweg;
Overwegende dat deze situatie in het verleden heeft geleid tot een aantal zware ongelukken en meerdere kleine incidenten;
Overwegende dat na uitgebreid onderzoek Infrabel, de Lijn en de gemeente Diepenbeek hebben besloten om deze 7 overwegen te vervangen door 3 ongelijkgrondse kruisingen en dat het voorliggende ontwerp de meest geschikte oplossing vormt zowel vanuit technisch oogpunt als op het vlak van ruimtelijke ordening;
Overwegende dat in dit ontwerp ook voorzien is in een onderdoorgang voor zwakke weggebruikers en een fietsverbinding waardoor de veiligheid voor kwetsbare weggebruikers aanzienlijk zal toenemen;
Overwegende dat het voorstel van Infrabel, zoals weergegeven in de plannen met nrs. GP_142_V02_340_045400_PLV_005, GP_142_V02_340_044600_PLV_002, GP_142_V02_340_044600_PLV_004_A en GP_142_V02_340_045400_PLV_004, toelaat deze werken uit te voeren;
Overwegende dat de omgevingsvergunningen met betrekking tot de afschaffing van de overwegen op het grondgebied van de gemeente Diepenbeek, zoals beschreven in de hierboven vermelde plannen, door de Vlaamse overheid aan Infrabel werden afgeleverd op 26 januari 2018 en 29 oktober 2019;
Overwegende dat het voor de uitvoering van bovengenoemde werken vereist is om te beschikken over de percelen gelegen op het grondgebied van de gemeente Diepenbeek en aangeduid op de plannen met nrs. L34-48.8-C, L34-47.5-B, L34-45.7-A en L34-44.8-A;
Overwegende dat de uitvoering van de beoogde werken noodzakelijk is voor de veiligheid, de stiptheid en de betrouwbaarheid van het spoorverkeer op de spoorlijn nr. 34 tussen Hasselt en Diepenbeek, dat de werken ook een aanzienlijke verbetering inhouden voor de veiligheid van de weggebruikers en dat, derhalve, de onmiddellijke inbezitneming van de bedoelde percelen ten algemenen nutte onontbeerlijk is en dat, ingeval van gerechtelijke onteigening, de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden wordt toegepast;
Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De werken in het kader van de afschaffing van 7 overwegen langs de spoorlijn nr. 34 tussen Hasselt en Diepenbeek, en meer bepaald de bouw van 3 bruggen en een onderdoorgang voor zwakke weggebruikers, met de nodige aanhorige wegenis waaronder een fietsverbinding, op het grondgebied van de gemeente Diepenbeek, worden van algemeen nut verklaard.
Art. 2.Het algemeen nut vordert de onmiddellijke inbezitneming van de percelen gesitueerd op het grondgebied van de gemeente Diepenbeek en aangeduid op de plannen met nrs. L34-48.8-C, L34-47.5-B, L34-45.7-A en L34-44.8-A, gevoegd bij dit besluit.
Art. 3.Machtiging wordt verleend tot onteigening van de in artikel 2 bedoelde percelen, met toepassing van de procedure bij hoogdringendheid overeenkomstig de wet van 26 juli 1962Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1962 pub. 26/02/2010 numac 2010000080 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte.
Art. 4.De minister bevoegd voor het spoorvervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 juni 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, Fr. BELLOT
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld