8 JULI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de toekenning van een sociaal voordeel (syndicale premie) (1)

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de toekenning van een sociaal voordeel (syndicale premie).

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 juli 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2019 Toekenning van een sociaal voordeel (syndicale premie) (Overeenkomst geregistreerd op 14 november 2019 onder het nummer 155175/CO/113) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren (PC 113), met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen (PSC 113.04).

Onder "werknemers" worden de arbeiders en arbeidsters verstaan. HOOFDSTUK II. - Sociaal voordeel

Art. 2.In uitvoering van de bepalingen van artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 (registratienummer 47238/CO/113), afgesloten binnen het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en de vaststelling van haar statuten, wordt een sociaal voordeel toegekend aan de werknemers bedoeld in artikel 1 van voormelde statuten. HOOFDSTUK III. - Financiering

Art. 3.Het "Sociaal Fonds voor de arbeiders van het ceramiekbedrijf" is belast met de betaling en de administratieve en financiële opvolging van het sociaal voordeel.

Om dit te doen, ontvangt het van het fonds voor bestaanszekerheid het bedrag zoals bepaald in artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 februari 2019 met betrekking tot de inning door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de patronale bijdragen aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf". HOOFDSTUK IV. - Toekenningsmodaliteiten en bedrag

Art. 4.Het globale jaarbedrag van het sociaal voordeel wordt toegekend aan de rechthebbenden die op 31 december van het dienstjaar, gaande van 1 januari tot en met 31 december, ofwel : § 1. Zowel : a. lid zijn van één van de interprofessionele representatieve werknemersorganisaties op nationaal niveau;als b. verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor werknemers bij een onderneming bedoeld in artikel 1; § 2. Op SWT zijn.

De werknemers in SWT (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) ontvangen voor de laatste maal de syndicale premie zoals voorzien in artikel 4, § 1 voor het dienstjaar tijdens hetwelk zij in SWT gaan.

Zij ontvangen voor de laatste maal de syndicale premie zoals voorzien in artikel 4, § 2 voor het dienstjaar tijdens hetwelk zij op pensioen gaan.

Art. 5.Het sociaal voordeel wordt tevens toegekend aan de rechthebben die tijdens het dienstjaar gedurende minder dan 12 maanden voldoen aan de voorwaarden voorzien in artikel 4, § 1, a. en b., op basis van één twaalfde van het globale jaarbedrag, voor iedere maand of deel van een maand gedurende dewelke zij beantwoorden aan de beoogde voorwaarden.

De rechthebbenden die op pensioen gaan tijdens het dienstjaar, evenals de echtgenoot van een rechthebbende die overleden is tijdens het dienstjaar, maken aanspraak op het sociaal voordeel overeenkomstig dezelfde voorwaarden.

Art. 6.Het bedrag van het sociaal voordeel in bovenvermeld artikel 2 is 145 EUR voor de werknemers zoals voorzien in artikel 4, § 1 en 80 EUR voor de werknemers zoals voorzien in artikel 4, § 2.

Art. 7.Voor de berekening van de syndicale premie wordt de periode van OCV (ontslagcompensatievergoeding) gelijkgesteld totdat het SWT (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) van de werknemer ingaat.

Art. 8.a) De betaling van de syndicale premie vindt plaats uiterlijk op 28 februari van het jaar dat volgt op het refertejaar. b) Deze bepalingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen die het probleem van de syndicale premie reeds hebben opgelost volgens andere modaliteiten, die voordeliger zijn voor de begunstigden.

Art. 9.Overeenkomstig artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 februari 2019 met betrekking tot de inning door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de patronale bijdragen aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf", is de werkgever vrijgesteld van de inning van de bijdrage zoals bepaald in artikel 4, indien er, in geval van een geschil tussen de werkgever en de werknemers, een werkonderbreking is geweest zonder dat de werknemers en hun representatieve vakorganisaties alle verzoeningsprocedures en andere bepalingen zoals voorzien door artikel 23 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, tot vaststelling van het statuut van de vakbondsafvaardigingen van het werkliedenpersoneel van de ondernemingen van het ceramiekbedrijf (registratienummer 105206/CO/113), hebben nageleefd.

Art. 10.Hoofdstuk VIII (artikelen 20, a, 20, b, 21, a en 21, b) van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2017 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen (registratienummer 142836/CO/113), wordt geschrapt. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2019. Zij is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd met een opzeggingstermijn van 3 maanden, betekend bij aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juli 2020.

De Minister van Werk, N. MUYLLE