8 JULI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, betreffende de vakbondsvorming (1)

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, betreffende de vakbondsvorming.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 juli 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 2020 Vakbondsvorming (Overeenkomst geregistreerd op 15 april 2020 onder het nummer 158171/CO/142.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen.

Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden, tenzij anders bepaald. HOOFDSTUK II. - Algemene beginselen

Art. 2.Rekening houdend met de rol die de vertegenwoordigers van de arbeiders in de ondernemingen spelen, worden hen binnen de hierna omschreven grenzen, faciliteiten verleend om vormingscursussen te volgen, die nodig zijn opdat zij hun opdracht in de beste voorwaarden kunnen volbrengen.

Art. 3.Te dien einde wordt het de vertegenwoordigers van de arbeiders toegestaan zonder loonverlies en volgens zekere modaliteiten cursussen en seminaries bij te wonen die : - ingericht worden door de nationale of regionale vakverbonden of hun beroepscentrales, hun regionale afdelingen inbegrepen, op tijdsstippen die samenvallen met de normale arbeidsuren; - gericht zijn op de vervolmaking van hun economische, sociale, technische en syndicale kennis binnen het kader van hun opdracht als vertegenwoordigers van de arbeiders. HOOFDSTUK III. - Toekenningsmodaliteiten

Art. 4.De begunstigden van de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn de effectieve, verkozen of aangewezen leden van de ondernemingsraden, van de comités voor preventie en bescherming op het werk en van de syndicale afvaardigingen, daar waar één of meerdere van deze organen bestaan.

In zekere uitzonderlijke gevallen, in gemeenschappelijk overleg tussen het ondernemingshoofd en de syndicale afvaardiging of, bij ontstentenis, de betrokken vakorganisatie, afzonderlijk te bepalen, kunnen evenwel één of meerdere van de in het vorig lid bedoelde lasthebbers worden vervangen door andere syndicale verantwoordelijken, die door de representatieve werknemersorganisaties bij name zullen worden aangewezen.

Art. 5.De duur van de afwezigheid wegens het bijwonen van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde cursussen en seminaries, is vastgesteld op twaalf dagen per effectief mandaat over een periode van vier jaar, met een maximum van drie dagen per jaar.

Art. 6.Het in artikel 5 bepaalde totale aantal toegestane afwezigheidsdagen wordt verdeeld onder de representatieve werknemersorganisaties op basis van het aantal mandaten dat zij hebben in de drie vertegenwoordigersorganen die in de ondernemingen bestaan.

Art. 7.Elke afwezigheidsdag, krachtens deze collectieve arbeidsovereenkomst toegestaan en door de rechthebbenden besteed aan de syndicale vorming tijdens effectief gewerkte dagen, wordt door de werkgever betaald op basis van het normaal loon, berekend met inachtneming van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen.

Art. 8.De representatieve werknemersorganisaties dienen drie weken op voorhand bij de betrokken werkgevers een schriftelijke aanvraag in tot wettiging van de afwezigheid van hun leden wegens het bijwonen van cursussen voor syndicale vorming.

Deze aanvraag omvat : - de naamlijst van de vakbondsmandatarissen voor wie om verlof wordt gevraagd, alsmede de duur van hun afwezigheid; - datum, programma en duur van de georganiseerde cursussen.

Art. 9.Om, voor zover het mogelijk is, productieverlies te voorkomen, vermijden de vakorganisaties dat terzelfdertijd een te groot aantal van hun leden wordt aangeduid om op hetzelfde ogenblik vormingscursussen te volgen.

Art. 10.Teneinde de afwezigheid van de arbeiders die vormingscursussen hebben gevolgd te rechtvaardigen, en met het oog op de betaling van het voorschot door de werkgever en de terugbetaling aan deze laatste van de vergoeding door het fonds voor bestaanszekerheid, geven de representatieve werknemersorganisaties aan hun leden een getekend attest waarbij de juiste dagen, waarop de belanghebbenden cursussen hebben gevolgd, zijn vermeld. Dit document wordt in tweevoud aan de werkgever overgemaakt door de representatieve werknemersorganisatie. Het dient als bewijsstuk voor de betaling van het voorschot door de werkgever, die een exemplaar van dit document voegt bij zijn terugvordering, gericht aan het fonds voor bestaanszekerheid. HOOFDSTUK IV. - Procedure

Art. 11.Alle geschillen waartoe de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst aanleiding kan geven, kunnen onderzocht worden in het raam van de normale verzoeningsprocedure. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 12.De in deze collectieve arbeidsovereenkomst niet voorziene gevallen worden onderzocht door het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen.

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst 12 maart 1976 inzake syndicale vorming, geregistreerd onder het nummer 3869/CO/142.02 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 september 1976 (Belgisch Staatsblad van 29 oktober 1976), zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, geregistreerd onder het nummer 46434/CO/142.02 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 augustus 1998 (Belgisch Staatsblad van 13 oktober 1998).

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 10 maart 2020 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd, mits een opzegging van drie maanden betekend met een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen en aan de in dat paritair subcomité vertegenwoordigde organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 juli 2020.

De Minister van Werk, N. MUYLLE