gepubliceerd op 20 juli 2011
Koninklijk besluit tot verhoging van sommige pensioenen van zelfstandigen
8 JULI 2011. - Koninklijk besluit tot verhoging van sommige pensioenen van zelfstandigen
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit waarvan we de eer hebben het ter ondertekening van Uwe Majesteit voor te leggen, heeft als doel sommige pensioenen van zelfstandigen te verhogen.
In zijn advies nr. 49.706/1, gegeven op 26 mei 2011, heeft de Raad van State in eerste instantie een opmerking geformuleerd over de noodzaak om de verschillende beoogde verhogingen te verduidelijken.
Het gaat om de volgende verhogingen : - de verhoging op 1 september 2011 van de bedragen van het minimumpensioen met 2,11 % voor een gezinspensioen en met 2,37 % voor een pensioen als alleenstaande en een overlevingspensioen. - de extra verhoging op 1 september 2011 met 0,14 % van de minimum gezinspensioenen ouder dan 15 jaar; door deze maatregel zullen de betrokken rechthebbenden het maandelijkse bedrag van hun pensioen op 1 september 2011 verhoogd zien en zal de totale verhoging voor hen 2,25 % bedragen; - de verhoging met 1,25 % op 1 november 2011 van de niet-minimumpensioenen van minder dan 15 jaar; worden beoogd alle niet-minimumpensioenen die voor het eerst een aanvang hebben genomen voor 1 januari 2011 en niet eerder dan 1 januari 1997; - de verhoging met 2,25 % op 1 september 2011 van de niet-minimumpensioenen van 15 jaar en meer; worden beoogd alle niet-minimumpensioenen die voor het eerst een aanvang hebben genomen vóór 1 januari 1997.
De Raad van State formuleert ook een tweede opmerking, met betrekking tot de verschillen in behandeling van de verschillende rechthebbenden op een pensioen.
In een moeilijke begrotingscontext, en met het oog op de noodzaak om zo snel mogelijk de welvaartsaanpassingen in te voeren voor de rechthebbenden op de laagste en oudste pensioenen, heeft de Ministerraad de voorkeur gegeven, zowel wat betreft het percentage als de datum van inwerkingtreding, aan de verhoging van de minimumpensioenen en de pensioenen van 15 jaar en ouder, zonder daarbij de andere pensioentypes uit het oog te verliezen.
Tot slot, zoals gevraagd door de Raad van State in zijn advies, werd de titel van het besluit aangevuld om te preciseren dat de regeling een verhoging van sommige pensioenen van zelfstandigen betreft.
We hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaren, De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Pensioenen, M. DAERDEN
8 JULI 2011. - Koninklijk besluit tot verhoging van sommige pensioenen van zelfstandigen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, artikel 35, hersteld bij de wet van 12 augustus 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/08/2000 pub. 31/08/2000 numac 2000003530 bron diensten van de eerste minister en ministerie van financien Wet houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen sluiten houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen;
Gelet op de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 03/06/2010 numac 2010000322 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, artikel 131bis, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2010;
Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut van de zelfstandigen, gegeven op 7 april 2011;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 april 2011;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 20 april 2011;
Gelet op het advies 49.706/1 van de Raad van State, gegeven op 26 mei 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Pensioenen en de Minister van Zelfstandigen en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Verhoging van sommige pensioenen
Artikel 1.Onder uitsluiting van de krachtens de artikelen 131 en 131bis van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 03/06/2010 numac 2010000322 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, bedoelde pensioenen en van het onvoorwaardelijk pensioen bedoeld in artikel 37 van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, wordt op 1 september 2011 een herwaardering toegekend van het maandelijks pensioenbedrag van de zelfstandige van : - 2,25 % aan de gerechtigden op een pensioen in de regeling voor zelfstandigen dat daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan vóór 1 januari 1997; - 1,25 % aan de gerechtigden op een pensioen in de regeling voor zelfstandigen dat daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan na 31 december 1996 en vóór 1 januari 2011.
Art. 2.De pensioenen van de zelfstandigen die voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 9, § 1, 1°, van het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2001 pub. 11/08/2001 numac 2001003357 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit tot wijziging van sommige koninklijke besluiten inzake het sociaal statuut van de zelfstandigen wat betreft de spilindexen type koninklijk besluit prom. 13/07/2001 pub. 11/08/2001 numac 2001003356 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit tot wijziging van de wetgeving inzake het sociaal statuut van de zelfstandigen wat betreft de spilindexen sluiten, en bedoeld in de artikelen 131 en 131bis van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 03/06/2010 numac 2010000322 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2010, en die daadwerkelijk en voor de eerste maal zijn ingegaan vóór 1 januari 1997 worden op 1 september 2011 verhoogd met 0,14 %.
Art. 3.Wanneer het een overlevingspensioen betreft, is voor de toepassing van de artikelen 1 en 2, het in aanmerking te nemen ingangsjaar het jaar tijdens hetwelk het rustpensioen van de overleden echtgenoot daadwerkelijk en voor de eerste maal is ingegaan indien deze op het ogenblik van zijn overlijden dit pensioen genoot. HOOFDSTUK 2 Verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen
Art. 4.Artikel 131bis, § 1septies, eerste lid, van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen type wet prom. 15/05/1984 pub. 03/06/2010 numac 2010000322 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2010, wordt aangevuld met de bepaling onder 7° luidende : « 7° op 1 september 2011, op 12.398,32 euro en 9.529,45 euro. » HOOFDSTUK 3. - Inwerkingtreding
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2011, met uitzondering van het artikel 1, tweede streepje, dat in werking treedt op 1 november 2011. HOOFDSTUK 4. - Uitvoeringsbepaling
Art. 6.De Minister bevoegd voor Pensioenen en de Minister bevoegd voor Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 juli 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Pensioenen, M. DAERDEN