gepubliceerd op 13 februari 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de ijzernijverheid, tot invoering van een tijdelijk brugpensioenstelsel op 56 jaar
8 JANUARI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de ijzernijverheid, tot invoering van een tijdelijk brugpensioenstelsel op 56 jaar (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de ijzernijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de ijzernijverheid, tot invoering van een tijdelijk brugpensioenstelsel op 56 jaar.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussl, 8 januari 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de ijzernijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 2003 Invoering van een tijdelijk brugpensioenstelsel op 56 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 22 mei 2003 onder het nummer 66289/CO/104) De huidige overeenkomst is afgesloten in uitvoering van het sectoraal akkoord van 17 april 2003. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied De huidige overeenkomst is van toepassing in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de ijzernijverheid (PC 104) vallen en op de werknemers en werkneemsters die door een arbeidsovereenkomst voor arbeider aan deze ondernemingen zijn gebonden.
HOOFDSTUK II. - Modaliteiten 2.1. In toepassing van artikel 110 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999), zoals gewijzigd door de wet houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2003-2004, bepaalt de huidige overeenkomst een sectoraal raam voor brugpensioen waarvan de toepassingsmodaliteiten onderhandeld moeten worden op ondernemingsvlak in de mate dat de ondernemingen in staat zijn dit kader toe te passen na een voorafgaand onderzoek van hun economische mogelijkheden. 2.2. De huidige overeenkomst voert tijdelijk, volgens de hierna vermelde modaliteiten, een recht op brugpensioen in ten gunste van ontslagen werknemers van minstens 56 jaar oud die einde contract zijn.
Bovendien moeten ze zowel 33 jaar beroepsverleden aantonen als minstens 20 jaar prestaties in een arbeidsstelsel bedoeld door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46, afgesloten binnen de Nationale Arbeidsraad. 2.3. Met het oog op de toepassing van artikel 111 van de wet van 26 maart 1999 wordt de aanvullende brugpensioenvergoeding ten laste van de werkgever berekend overeenkomstig de bepalingen van de interprofessionele overeenkomst nr. 17, afgesloten binnen de Nationale Arbeidsraad. 2.4. In de lijn van de toepassing in de staalindustrie van de bestaande brugpensioenstelsels gebaseerd op de algemene bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 (toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, Belgisch Staatsblad van 11 december 1999), alsook om een correcte werking van de ondernemingen op technisch en organisatorisch vlak te waarborgen, verbinden de vakbondsafvaardigingen van de ondernemingen, betrokken door de toepassing van dit tijdelijk stelsel, zich ertoe mee te werken aan de interne mutaties die het vertrek met brugpensioen mogelijk moeten maken voor de door de huidige overeenkomst begunstigde werknemers evenals aan de aanvragen tot vrijstelling van de vervangingsverplichting van bruggepensioneerden, die verantwoord worden door wettelijke criteria. HOOFDSTUK III. - Toepassingsduur De huidige overeenkomst wordt afgesloten voor een bepaalde duur. Ze wordt van kracht op 1 januari 2003 en eindigt op 31 december 200 4.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE