Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 februari 2001
gepubliceerd op 02 maart 2001

Koninklijk besluit houdende toekenning van een duiktoelage aan het militair personeel van de krijgsmacht

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2001007054
pub.
02/03/2001
prom.
08/02/2001
ELI
eli/besluit/2001/02/08/2001007054/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 FEBRUARI 2001. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een duiktoelage aan het militair personeel van de krijgsmacht


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militairen, inzonderheid op artikel 11, §§ 2 en 3 en artikel 12;

Gelet op tabel 1 gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de krijgsmacht, evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het departement van Landsverdediging, voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1977;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 11 mei 1999;

Gelet op het protocol van het onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 17 juni 1999;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 21 januari 2000;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 10 mei 2000;

Gelet op het advies 30.627/4 van de Raad van State, gegeven op 22 november 2000;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een maandelijkse toelage waarvan het bedrag vastgesteld wordt op 22 550 frank (559 euro) wordt toegekend aan de militairen die houder zijn van het militair brevet van duiker die : 1° hetzij een organieke betrekking bekleden die het uitvoeren van duikprestaties met zich meebrengt;2° hetzij ingescheept zijn aan boord van een gecommissioneerde vlooteenheid;3° hetzij dienst doen in een gespecialiseerde instelling die als dusdanig omschreven wordt door de Minister van Landsverdediging. Het bedrag vastgesteld in het eerste lid, wordt teruggebracht op 11 275 frank (279,50 euro) voor de militairen : 1° die houder zijn van het militair brevet van hulpduiker die een organieke betrekking bekleden in de hoedanigheid van hulpduiker;2° die houder zijn van het militair brevet van duiker die nog werkelijk deelnemen aan de trainingen maar die niet behoren tot één van de drie categorieën genoemd in het eerste lid.

Art. 2.§ 1. De duiktoelage is in alle, op volle wedde rechtgevende standen verschuldigd vanaf de dag waarop de militair aan de training deelneemt.

Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 3, is de duiktoelage niet langer verschuldigd de dag waarop de militair de bij artikel 1, gestelde voorwaarden niet langer vervult of waarop hij niet langer aan de training deelneemt.

De Minister van Landsverdediging bepaalt de voorwaarden waaronder een militair die houder van een militair brevet van duiker of van hulpduiker is, wordt geacht niet langer aan de training deel te nemen. § 2. De duiktoelage is na vervallen termijn betaalbaar. In voorkomend geval wordt zij per dertigsten, onder dezelfde voorwaarden als de wedde, verleend.

Wordt eveneens beschouwd als volle wedde in de zin van § 1, eerste lid, de wedde die toegekend wordt voor prestaties in het kader van de vrijwillige arbeidsregeling van de vierdagenwerk en de regeling van de halftijdse vervroegde uitstap.

Art. 3.De Minister van Landsverdediging of de door hem aangewezen overheid, mag de in artikel 1 bedoelde toelage blijven toekennen aan de militairen die niet meer deelnemen aan de training : 1° hetzij wegens behoorlijk gerechtvaardigde dienstredenen;2° hetzij wegens tijdelijke lichamelijke ongeschiktheid voor het uitvoeren van duikprestaties voortvloeiend uit een schadelijk feit dat zich tijdens het vervullen van de militaire dienst heeft voorgedaan.

Art. 4.De Minister van Landsverdediging bepaalt in een bijzonder reglement : 1° de voorwaarden waaronder de militaire brevetten van duiker en hulpduiker worden behaald, geschorst en ingetrokken;2° de voorwaarden waaraan een duikprestatie dient te voldoen om als dusdanig beschouwd te worden in de zin van dit besluit;3° de militaire overheid die bevoegd is om de militaire brevetten van duiker en hulpduiker toe te kennen, te schorsen en in te trekken.

Art. 5.Tabel 1 gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de krijgsmacht, evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het departement van Landsverdediging voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard, wordt vervangen door de bij dit besluit gevoegde tabel.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Art. 7.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 februari 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT Tabel 1 Toelage voor dienst in een recompressiekamer Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 februari 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT

^