gepubliceerd op 28 december 2005
Koninklijk besluit tot bijsturing van het geldelijk statuut van toepassing op sommige ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie
8 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot bijsturing van het geldelijk statuut van toepassing op sommige ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 71;
Gelet op de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, inzonderheid op artikel 13;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 maart 1993 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 september 1998, 14 november 2001, 4 december 2001 en 11 juli 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling voor elke graad van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, van de weddeschalen, de weddecomplementen en hun toekenningsvoorwaarden, gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 14 november 2001, 4 december 2001 en 18 november 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 8 en 17 november 2000 en van 28 september 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 20 juni 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Pensioenen van 11 januari 2005;
Gelet op het protocol van het Sectorcomité VIII van 21 oktober 2005;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie
Artikel 1.§ 1. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 houdende bezoldigings-regeling van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, wordt vervangen als volgt : «
Art. 3.Behoudens andersluidende bepaling, worden de weddenschalen en bijzondere weddenschalen van iedere graad bedoeld bij dit besluit alsmede de toekenningsvoor-waarden door Ons vastgesteld op voorstel van de minister.
De schalen en bijzondere schalen worden respectievelijk vastgesteld in de tabellen aan bijlagen 1 en 2.
Indien een graad meerdere schalen of bijzondere schalen omvat, worden ze van elkaar onderscheiden door de cijfers I, II, III, IV, geplaatst voor het nummer van de weddenschaal. Dat nummer wordt vastgesteld volgens de in artikel 4 bepaalde regels. » § 2. De bijlage aan hetzelfde besluit, houdende de weddenschalen, wordt thans bijlage 1 van dit besluit. § 3. Aan hetzelfde besluit wordt een bijlage 2 gehecht houdende de bijzondere weddenschalen opgenomen in de tabellen : - in bijlage A van dit besluit van kracht vanaf 1 juli 1993; - in bijlage B van dit besluit van kracht vanaf 1 januari 1998; - in bijlage C van dit besluit van kracht vanaf 1 januari 2002; - in bijlage D van dit besluit van kracht vanaf 1 juni 2002; - in bijlage E van dit besluit van kracht vanaf 1 januari 2003; - in bijlage F van dit besluit van kracht vanaf 1 juli 2004.
Art. 2.Artikel 4, § 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 4.§ 1. Elke schaal en bijzondere schaal behoort tot één van de drie niveau's, aangeduid met de cijfers 1, 2 en 3 en één van de twee groepen aangeduid met de letters A en B. Het eerste cijfer van het nummer van de schaal of bijzondere schaal duidt het niveau aan. De eerste twee cijfers van het getal duiden de rang van de graad of graden aan waaraan ze is verbonden. De plaats van de schaal of bijzondere schaal ten opzichte van de andere schalen of bijzondere schalen verbonden aan eenzelfde graad of aan gelijkwaardige graden wordt aangeduid door een letter, gevoegd bij de twee cijfers.
De bijzondere schalen worden aangeduid door een accentteken na de letter. »
Art. 3.In artikel 4, § 2, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden "en bijzondere schalen" ingevoegd tussen de woorden "De schalen" en de woorden "van de niveaus 3 en 2".
Art. 4.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 8.Behoudens andersluidende verordenende bepalingen wordt de wedde van elk personeelslid vastgesteld in één der schalen of bijzondere schalen verbonden aan zijn graad. »
Art. 5.In artikel 11, 1° van hetzelfde besluit worden de woorden "of bijzondere weddenschaal" ingevoegd tussen de woorden "in zijn weddenschaal" en het woord "behoudt".
Art. 6.Artikel 22, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 22.Het personeelslid met de beoordeling « zeer goed » wordt vanaf de eerste van de maand volgend op de datum waarop die vermelding wordt toegekend en voor de duur ervan, overgezet op de equivalente trap van de overeenstemmende bijzondere weddenschaal. » HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling voor elke graad van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, van de weddeschalen, de weddecomplementen en hun toekenningsvoorwaarden
Art. 7.De tabel waarnaar verwezen wordt in artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling voor elke graad van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie van de weddenschalen, de weddencomplementen en hun toekenningsvoorwaarden, wordt vervangen door de tabel aan bijlage G van dit besluit.
Art. 8.In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de woorden "en bijzondere weddenschalen" ingevoegd tussen de woorden "De wedden-schalen" en de woorden "vastgesteld bij".
Art. 9.Artikel 2, tweede, derde en vierde lid, van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt : « In de schaal of bijzondere schaal II, naargelang de ambtenaar de beoordeling « goed » of « zeer goed » heeft, wordt vastgesteld : 1. De wedde van de ambtenaar die definitief is benoemd en die één jaar graadanciënniteit heeft.Die anciënniteit wordt eventueel verhoogd met de duur van de verlenging van de proefperiode zoals die voortvloeit uit het artikel 20, § 2, van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling van het statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie; 2. De wedde van de ambtenaar benoemd bij wege van bevordering of van de op proef aangestelde ambtenaar die reeds deel uitmaakt van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en tele-communicatie; De wedde van de ambtenaar die een graadanciënniteit van negen jaar telt, wordt vastgesteld in de schaal of bijzondere schaal III, naargelang hij de beoordeling « goed » of « zeer goed » heeft.
De wedde van de ambtenaar die een graadanciënniteit van achttien jaar telt, wordt vastgesteld in de schaal of bijzondere schaal IV, naargelang hij de beoordeling « goed » of « zeer goed » heeft. »
Art. 10.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 4.De wedde van de ambtenaren, overeenkomstig artikel 10 van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling van het statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, bekleed met het mandaat van directeur-generaal en van administrateur-generaal wordt, voor de duur van hun mandaat, respectievelijk vastgesteld in de bijzondere weddenschalen 16/a en 16/b"
Art. 11.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 5.De wedde van de hoofdcontroleur die minder dan acht jaar graadanciënniteit heeft, wordt vastgesteld in de weddenschaal 24/b of in de bijzondere weddenschaal 24/b', naargelang hij de beoordeling « goed » of « zeer goed » heeft.
De wedde van de hoofdcontroleur die ten minste acht jaar graadanciënniteit heeft, wordt vastgesteld in de weddenschaal 24/c of in de bijzondere weddenschaal 24/c', naargelang hij de beoordeling « goed » of « zeer goed » heeft.
De wedde van de hoofdcontroleur die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, wordt vastgesteld in de weddenschaal 24/d of in de bijzondere weddenschaal 24/d', naargelang hij de beoordeling « goed » of « zeer goed » heeft. »
Art. 12.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 6.De wedde van de controleur die minder dan acht jaar graadanciënniteit heeft, wordt vastgesteld in de weddenschaal 22/a of in de bijzondere weddenschaal 22/a', naargelang hij de beoordeling « goed » of « zeer goed » heeft.
De wedde van de controleur die ten minste acht jaar graadanciënniteit heeft, wordt vastgesteld in de weddenschaal 22/b of in de bijzondere weddenschaal 22/b', naargelang hij de beoordeling « goed » of « zeer goed » heeft.
De wedde van de controleur die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, wordt vastgesteld in de weddenschaal 22/c of in de bijzondere weddenschaal 22/c', naargelang hij de beoordeling « goed » of « zeer goed » heeft. » HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 28 april 1993.
Art. 14.Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 december 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN
Bijlage A aan het koninklijk besluit tot bijsturing van het geldelijk statuut van toepassing op sommige ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 8 december 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN
Bijlage B aan het koninklijk besluit tot bijsturing van het geldelijk statuut van toepassing op sommige ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 8 december 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN
Bijlage C aan het koninklijk besluit tot bijsturing van het geldelijk statuut van toepassing op sommige ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 8 december 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN
Bijlage D aan het koninklijk besluit tot bijsturing van het geldelijk statuut van toepassing op sommige ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 8 december 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN
Bijlage E aan het koninklijk besluit tot bijsturing van het geldelijk statuut van toepassing op sommige ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 8 december 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN
Bijlage F aan het koninklijk besluit tot bijsturing van het geldelijk statuut van toepassing op sommige ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 8 december 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN
Bijlage G aan het koninklijk besluit tot bijsturing van het geldelijk statuut van toepassing op sommige ambtenaren van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 8 december 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN