gepubliceerd op 22 april 2003
Koninklijk besluit houdende toekenning van een subsidie van 6.200.000 euro aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn teneinde de sociale en culturele participatie en ontplooiing van hun cliënten te bevorderen
8 APRIL 2003. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een subsidie van 6.200.000 euro aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn teneinde de sociale en culturele participatie en ontplooiing van hun cliënten te bevorderen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 27 december 2002 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2003, inzonderheid op artikel 2.44.4;
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd bij het Koninklijk besluit van 17 juni 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole;
Overwegende dat de achterstelling van de armen zich op alle domeinen van het leven situeert met inbegrip van het sociale en culturele leven;
Overwegende dat de integratie van de armen in het maatschappelijke leven op alle domeinen moet bevorderd worden en niet kan beperkt worden tot integratie in de arbeidsmarkt;
Overwegende dat maatschappelijke en culturele ontplooiing Grondrechten zijn;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 25 maart 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 25 maart 2003;
Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een subsidie van zes miljoen tweehonderdduizend euro (6.200.000 euro) wordt toegekend aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn overeenkomstig de verdeelsleutel bepaald in artikel 3.
Deze subsidie wordt aangerekend op het krediet van de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie, basisallocatie 11.43.01 begrotingsjaar 2003.
Art. 2.De subsidie heeft tot doel de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in staat te stellen de maatschappelijke, sociale en culturele participatie en ontplooiing van hun cliënten te ondersteunen.
Het staat het centrum vrij om binnen de groep van cliënten de prioritaire doelgroepen af te bakenen die zich in de meest achtergestelde situatie bevinden.
De subsidie kan worden aangewend voor : - de cofinanciering van de deelname door de cliënten aan sociale, sportieve of culturele manifestaties; - de cofinanciering van de deelname door de cliënten aan sociale, culturele of sportieve verenigingen met inbegrip van lidgeld en benodigdheden; - de ondersteuning en financiering van initiatieven van of voor de doelgroep op sociaal, cultureel of sportief vlak, die een sociale finaliteit hebben.
Art. 3.De subsidie wordt onder de openbare centra voor maatschappelijk welzijn verdeeld overeenkomstig volgende verdeelsleutel : - 50 % op basis van het aantal rechthebbenden op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming als bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, in de gemeente op 1 januari 2002; - 50 % op basis van het aantal bestaansminimumgerechtigden en vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister die recht hebben op financiële steun van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn op 1 januari 2002.
De verdeling per centrum is toegevoegd als bijlage aan dit besluit.
Art. 4.Een eerste schijf van 50 % op de bij dit besluit toegekende subsidie wordt na de ondertekening van dit besluit aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn overgemaakt.
De tweede schijf van 50 % kan door het centrum worden opgevraagd aan de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie, na de uitputting van de eerste schijf op basis van een door de Voorzitter en de Secretaris van het centrum ondertekend schrijven en een tussentijds rapport met betrekking tot de besteding van de eerste schijf.
Opdat het centrum het recht op de volledige subsidie zou behouden, moet de tweede schijf ten laatste op 1 november 2003 worden opgevraagd.
Art. 5.Met het oog op de controle op de toekenning en de aanwending van de subsidie, bezorgt het centrum voor 1 juli 2004 een rapport aan de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie betreffende het gebruik van de toelage samen met alle schuldvorderingen en verantwoordingsstukken in het kader van dit besluit.
Het door het centrum niet gebruikte of niet verantwoorde gedeelte van de subsidie wordt ten laatste voor 30 september 2004 aan de Staat terugbetaald.
Art. 6.Op de administratieve verwerking wordt toegezien door de Bestuursdirectie Maatschappelijk Welzijn van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, Anspachlaan 1, 1000 Brussel, 13de verdieping. Alle briefwisseling in verband met de administratieve verwerking in het kader van dit besluit wordt aan dit adres gericht.
Art. 7.De periode gedekt door de toelage neemt een aanvang op 1 mei 2003 en eindigt op 30 april 2004.
Art. 8.Onze Minister van Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 april 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Maatschappelijke Integratie, J. VANDE LANOTTE
Bijlage bij het Koninklijk besluit houdende toekenning van een subsidie van 6.200.000 euro aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn teneinde de sociale en culturele participatie en ontplooiing van hun cliënten te bevorderen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld