gepubliceerd op 09 mei 2002
Koninklijk besluit tot uitvoering, voor de beroepsziekteverzekering in de private sector, van artikel 10 van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest » van de sociaal verzekerde
8 APRIL 2002. - Koninklijk besluit tot uitvoering, voor de beroepsziekteverzekering in de private sector, van artikel 10 van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest » van de sociaal verzekerde
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, gecoördineerd op 3 juni 1970;
Gelet op de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest » van de sociaal verzekerde, inzonderheid op artikel 10, vierde lid, gewijzigd bij de wet van 25 juni 1997;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds voor de beroepsziekten van 12 december 2001;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 19 februari 2002;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door enerzijds de omstandigheid dat er de laatste twee jaren een aangroei is waar te nemen van het aantal aanvragen om schadeloosstelling wegens beroepsziekte in het kader van het open systeem (artikel 30bis van de gecoördineerde wetten : 1034 en 1999; 1620 en 2000 en 1760 in 2001-schatting) en door anderzijds een huidig werkelijk probleem in zake de aanwerving van statutaire geneesheren dat in de nabije toekomst de functionering van het Fonds voor beroepsziekten ernstig dreigt te verstoren. Op dit ogenblik zijn slechts 6 van de 11 betrekkingen van geneesheren die in het kader zijn voorzien ingenomen en 3 gaan begin dit jaar met pensioen en dit verergert die situatie nog.
De termijn van vier maanden is dan ook onvoldoende om het Fonds toe te laten een kwaliteitsvolle beslissing te nemen en het is noodzakelijk dat de termijn voor de behandeling van de aanvragen om schadeloosstelling en herziening voor een periode van twee jaren op acht maanden wordt gebracht.
Gelet op het advies nr. 33077/1 van de Raad van State, gegeven op 28 februari 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In toepassing van artikel 10, vierde lid, van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest » van de sociaal verzekerde, beslist het Fonds voor de beroepsziekten uiterlijk binnen acht maanden na de ontvangst van de aanvraag om schadeloosstelling of herziening of na het feit dat aanleiding geeft tot het ambtshalve onderzoek.
Art. 2.De in artikel 1 vermelde verlenging van de termijn geldt niet voor : - de verzoeken voor tijdelijke verwijdering uit het risico van beroepsziekte wegens zwangerschap; - de verzoeken tot terugbetaling van de kosten voor verstrekkingen opgenomen in het koninklijk besluit van 28 juni 1983 tot vaststelling van een specifieke nomenclatuur voor verstrekkingen van geneeskundige verzorging inzake beroepsziekteverzekering.
Art. 3.De in voorgaand artikel vermelde verlenging van termijn geldt voor een periode van twee jaar ingaand op 1 januari 2002. Voor de nog lopende aanvragen geldt de hiervoor bepaalde termijn slechts in zoverre de termijn van vier maand nog niet is verstreken op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 april 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE