gepubliceerd op 18 oktober 2018
Koninklijk besluit betreffende de samenstelling en werking van de Commissie voor de Pleziervaart
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER
Scheepvaart
7 OKTOBER 2018. - Koninklijk besluit betreffende de samenstelling en werking van de Commissie voor de Pleziervaart
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/2018 pub. 17/07/2018 numac 2018031463 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de pleziervaart sluiten betreffende de pleziervaart, artikel 12;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 juni 1993 betreffende het stuurbrevet vereist voor het bevaren van de scheepvaartwegen van het Rijk met betrekking tot zekere categorieën van pleziervaartuigen;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 3 juli 2018;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 27 juli 2018;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, de Minister van Mobiliteit en de Staatssecretaris voor Noordzee, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "minister": de minister tot wiens bevoegdheid de pleziervaart behoort;2° "wet": de wet van 5 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/2018 pub. 17/07/2018 numac 2018031463 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de pleziervaart sluiten betreffende de pleziervaart;3° "Commissie": de Commissie voor de Pleziervaart zoals bedoeld in artikel 12 van de wet van 5 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/07/2018 pub. 17/07/2018 numac 2018031463 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de pleziervaart sluiten betreffende de pleziervaart.
Art. 2.§ 1. De Commissie is samengesteld uit de volgende twaalf leden: 1° twee afgevaardigden van het Directoraat-generaal Scheepvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;2° drie vertegenwoordigers van de sportfederaties: één van de Vlaamse Gemeenschap, één van de Franse Gemeenschap en één van de Duitstalige Gemeenschap;3° een vertegenwoordiger van de jeugdverenigingen die activiteiten op het water organiseren;4° een lid gekozen omwille van zijn deskundigheid inzake STCW;5° twee vertegenwoordigers van de door de Minister erkende organisaties bedoeld in artikel 18 van het koninklijk besluit van 2 juni 1993 betreffende het stuurbrevet vereist voor het bevaren van de scheepvaartwegen van het Rijk met betrekking tot zekere categorieën van pleziervaartuigen;6° drie leden gekozen omwille van hun deskundigheid in verband met de pleziervaart. § 2. Voor ieder lid wordt een plaatsvervangend lid aangewezen.
De leden worden door de minister benoemd voor een duur van drie jaar.
Hun opdracht kan verlengd worden.
Art. 3.§ 1. De leden van de Commissie die geen ambtenaren zijn, hebben per vergadering met een maximum duur van vier uur, recht op een presentiegeld van 50 euro. Voor vergaderingen van meer dan vier uur wordt het bedrag van het presentiegeld verdubbeld.
Het bedrag van het presentiegeld wordt vanaf 1 januari 2019 jaarlijks automatisch aangepast aan het indexcijfer van de gezondheidsindex op basis van volgende formule: het bedrag van het presentiegeld zoals vastgesteld in het eerste lid, vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer.
Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de gezondheidsindex van de maand november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de retributie wordt aangepast overeenkomstig dit artikel.
Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer van de gezondheidsindex van november 2018.
Het verkregen resultaat wordt afgerond naar boven op de euro als het decimale gedeelte gelijk aan of meer dan vijftig cent is. Het wordt naar onder op de euro afgerond als dit gedeelte minder is dan vijftig cent. § 2. Zij hebben tevens recht op de terugbetaling van hun reis- en verblijfskosten, overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn op het personeel van de federale overheidsdiensten.
Art. 4.De minister duidt de voorzitter en ondervoorzitter aan uit de leden bedoeld in artikel 2, § 1, 1°.
De ondervoorzitter vervangt de voorzitter indien deze verhinderd is.
Art. 5.De voorzitter bepaalt wanneer de Commissie vergadert.
Art. 6.De Commissie beslist bij meerderheid van stemmen van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
De beslissingen worden in een proces-verbaal opgenomen.
Art. 7.De Commissie stelt haar huishoudelijk reglement op en bepaalt haar werkwijze.
Art. 8.Het secretariaat van de Commissie wordt verzorgd door het Directoraat-generaal Scheepvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
Art. 9.Een lijst van gelijkwaardigheden bedoeld in artikel 12 van de wet, wordt gepubliceerd op de website van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
Art. 10.Artikelen 7 tot en met 13 van het koninklijk besluit van 2 juni 1993 betreffende het stuurbrevet vereist voor het bevaren van de scheepvaartwegen van het Rijk met betrekking tot zekere categorieën van pleziervaartuigen, worden opgeheven.
Art. 11.De minister bevoegd voor de pleziervaart is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 oktober 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, M. DE BLOCK De Minister van Mobiliteit, Fr. BELLOT De Staatssecretaris voor Noordzee, Ph. DE BACKER