gepubliceerd op 22 november 2021
Koninklijk besluit tot afwijking van de bepalingen van het koninklijk besluit van 15 december 2013 tot uitvoering van artikel 37vicies/1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de toekenning van het statuut van persoon met een chronische aandoening in 2021 en 2022 ten gevolge van de COVID-19-pandemie
7 NOVEMBER 2021. - Koninklijk besluit tot afwijking van de bepalingen van het koninklijk besluit van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/12/2013 pub. 23/12/2013 numac 2013022638 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 37vicies/1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot uitvoering van artikel 37vicies/1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de toekenning van het statuut van persoon met een chronische aandoening in 2021 en 2022 ten gevolge van de COVID-19-pandemie
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Ik heb de eer U hierbij een ontwerp van koninklijk besluit tot afwijking van de bepalingen van het
koninklijk besluit van 15 december 2013Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
15/12/2013
pub.
23/12/2013
numac
2013022638
bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 37vicies/1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
sluiten tot uitvoering van art. 37vicies/1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de toekenning van het statuut van persoon met een chronische aandoening in 2021 en 2022 ten gevolge van de COVID-19-pandemie voor te leggen.
Artikel 37vicies/1 van de GVU-wet vormt de wettelijke basis voor de toekenning en de verlenging van het statuut chronische aandoening, en wordt uitgevoerd door het koninklijk besluit van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/12/2013 pub. 23/12/2013 numac 2013022638 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 37vicies/1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten.
Er zijn drie manieren om dit statuut toegekend te krijgen: - het wordt automatisch toegekend aan de rechthebbende die een totaal van minimum 300 euro (geïndexeerd) per kalenderkwartaal aan uitgaven geneeskundige verzorging heeft (in de zin van prestaties gedekt door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, te weten de tussenkomst van de verzekering en het persoonlijk aandeel), gedurende 8 opeenvolgende trimesters, waarvan de acht betrokken kalenderkwartalen twee opeenvolgende kalenderjaren vormen; deze eerste toekenning gebeurt automatisch voor 2 kalenderjaren; - voor personen getroffen door een zeldzame ziekte of weesziekte, wordt het voor een eerste keer toegekend voor vijf kalenderjaren indien het financieel criterium zoals hierboven bedoeld vervuld is en indien een medisch getuigschrift van een zeldzame ziekte of weesziekte wordt overhandigd; - het wordt automatisch toegekend aan de rechthebbende die een forfaitaire toelage, bedoeld in het koninklijk besluit van 2 juni 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/06/1998 pub. 09/06/1998 numac 1998022366 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 37, § 16bis, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot uitvoering van artikel 37, § 16bis (het zorgforfait) ontvangen heeft in het voorgaande jaar; deze eerste toekenning gebeurt voor 2 kalenderjaren.
Dit statuut kan vervolgens verlengd worden : - jaarlijks voor de rechthebbende die, voor het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het jaar van de verlenging, een totaal aan uitgaven voor geneeskundige verzorging heeft bereikt van ten minste 1.200 euro (geïndexeerd), of die het zorgforfait heeft genoten, zoals hierboven beoogd; - voor de personen getroffen door een zeldzame ziekte of weesziekte, per periodes van 5 jaar, enkel op basis van het medische getuigschrift van zeldzame ziekte.
Het voornaamste voordeel verbonden aan het statuut chronische aandoening is dat het één van de manieren is om van de maximumfactuur chronisch zieken te genieten. Het grensbedrag aan remgelden wordt verlaagd met 100 EUR (geïndexeerd) voor het gezin dat tijdens het jaar van toekenning van de maximumfactuur een persoon met het statuut omvat.
De rechthebbende op het statuut chronische aandoening kan ook de derdebetalersregeling toegepast krijgen voor prestaties waarvoor de toepassing van de derdebetalersregeling in principe verboden is.
De COVID-19-pandemie heeft geleid tot opschorting of uitstel van gezondheidszorgen, en dit zeker tijdens de twee eerste kwartalen van 2020.
Krachtens de hier boven vermelde regels, beïnvloedt de opschorting of het uitstel van gezondheidszorgen de voorwaarde van minimale kwartaaluitgaven gedurende 8 kwartalen die toelaat om het statuut voor een eerste maal toe te kennen. Rechthebbenden die de voorwaarde vervullen voor 2019 maar niet voor 2020 zullen in voorkomend geval het statuut ten vroegste in 2023 kunnen genieten. Deze opschorting of uitstel van zorgen beïnvloedt ook de voorwaarde van jaarlijkse uitgaven gedurende het tweede voorafgaande jaar die toelaat om het statuut te verlengen. Personen die de voorwaarde niet vervullen voor 2020 zullen hun statuut niet verlengd kunnen zien in 2022.
Een eenvoudige oplossing, nl. een juridische gelijkstelling van het jaar 2020, wordt voorgesteld om te voorkomen dat rechthebbenden het statuut niet toegekend kunnen krijgen wegens het uitstel of de opschorting van gezondheidszorgen omwille van de COVID-19-pandemie.
M.a.w., wordt de voorwaarde van kwartaaluitgaven (voor de eerste toekenning) of jaaruitgaven (voor de verlenging) ook beschouwd als vervuld in 2020.
Concreet : - de verzekerde die de voorwaarde van kwartaaluitgaven vervult in 2019 wordt beschouwd alsof hij de voorwaarde eveneens vervult in 2020 en zal het statuut een eerste maal worden toegekend op 1 januari 2021; - de verzekerde die de voorwaarde van kwartaaluitgaven zal vervullen in 2021 zal worden beschouwd alsof hij de voorwaarde eveneens vervult in 2020 en zal het statuut een eerste maal toegekend worden op 1 januari 2022; - de verzekerde die het statuut zal genieten in 2021 (op basis van de voorwaarde van jaarlijkse uitgaven in 2019) zal het statuut eveneens genieten in 2022 (anders gezegd zal 2019 eveneens het refertejaar zijn voor de verlenging van het statuut in 2022).
De voorgestelde oplossing heeft als voordeel om in alle gevallen (eerste toekenning en verlenging) het jaar 2020 op dezelfde wijze te beschouwen, hetgeen de toepassing van deze tijdelijke regel vereenvoudigt.
Wat betreft de rechthebbenden van het statuut op basis van het zorgforfait, is er voorzien geen specifieke maatregel te nemen in de reglementering betreffende het statuut chronische aandoening. Een analyse over de impact van de COVID-19-pandemie op de toekenning van het zorgforfait is lopende. Indien een aanpassing nodig zou blijken, zal deze voorgesteld worden in het kader van de reglementering m.b.t. het zorgforfait.
Dit ontwerp van koninklijk besluit geeft uitwerking aan bovenvermelde maatregel. Er wordt voorgesteld om een autonoom koninklijk besluit te gebruiken dat voorlopig afwijkt van de regels voor toekenning en verlenging van het statuut: het zal in werking treden op 1 januari 2021 en zal buiten werking treden op 31 december 2022.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Fr. VANDENBROUCKE
7 NOVEMBER 2021. - Koninklijk besluit tot afwijking van de bepalingen van het koninklijk besluit van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/12/2013 pub. 23/12/2013 numac 2013022638 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 37vicies/1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot uitvoering van artikel 37vicies/1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de toekenning van het statuut van persoon met een chronische aandoening in 2021 en 2022 ten gevolge van de COVID-19-pandemie FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 37vicies/1, ingevoegd door de wet van 27 december 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2012 pub. 31/12/2012 numac 2012022488 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake de toegankelijkheid van de gezondheidzorg type wet prom. 27/12/2012 pub. 31/01/2013 numac 2013009021 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende justitie sluiten;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/12/2013 pub. 23/12/2013 numac 2013022638 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 37vicies/1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot uitvoering van art. 37vicies/1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
Gelet op het advies van de Werkgroep verzekerbaarheid, gegeven op 3 december 2020;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 21 december 2020, met toepassing van artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19-pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 6 januari 2021, met toepassing van artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 20 van 13 mei 2020 houdende tijdelijke maatregelen in de strijd tegen de COVID-19-pandemie en ter verzekering van de continuïteit van zorg in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 9 maart 2021;
Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris voor Begroting, dd. 7 april 2021;
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikels 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat het noodzakelijk is om zo snel mogelijk nieuwe statuten van persoon met een chronische aandoening te openen voor het kalenderjaar 2021 op basis van de gezondheidsuitgaven van het jaar 2019, waarbij het jaar 2020 geneutraliseerd wordt. Dit brengt immers gevolgen met zich mee op niveau van het recht op de derdebetalersregeling en de `maximumfactuur chronisch zieken' van de verzekerden, aangezien dit de twee voordelen zijn die gelinkt zijn aan het genot van het statuut van persoon met een chronische aandoening;
Gelet op advies 69.392/2 van de Raad van State, gegeven op 18 mei 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In afwijking van artikel 4, eerste lid, van artikel 5, eerste lid en van artikel 8, eerste lid, 1) van het koninklijk besluit van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/12/2013 pub. 23/12/2013 numac 2013022638 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 37vicies/1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot uitvoering van art. 37vicies/1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994: - wordt het statuut chronische aandoening beoogd in artikel 37vicies/1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 toegekend in 2021 aan de rechthebbende die een totaal aan uitgaven voor geneeskundige verzorging bereikt van ten minste 300 euro tijdens elk kwartaal van 2019; - wordt het bovenbedoeld statuut toegekend in 2022 aan de rechthebbende die een totaal aan uitgaven voor geneeskundige verzorging bereikt van ten minste 300 euro tijdens elk kwartaal van 2021.
Art. 2.In afwijking van artikel 10, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt het bovenbedoeld statuut verlengd in 2022 als de rechthebbende een totaal van uitgaven voor geneeskundige verzorging bereikt van ten minste 1200 euro in 2019.
Art. 3.De bedragen zoals bedoeld in de artikels 1 en 2 worden geïndexeerd overeenkomstig de artikels 4, tweede lid, en 10, tweede lid, van het voormelde koninklijk besluit van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/12/2013 pub. 23/12/2013 numac 2013022638 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 37vicies/1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten.
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021 en treedt buiten werking op 31 december 2022.
Art. 5.De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 november 2021.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Fr. VANDENBROUCKE