Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 november 2013
gepubliceerd op 14 november 2013

Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 164 en 165 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2013003336
pub.
14/11/2013
prom.
07/11/2013
ELI
eli/besluit/2013/11/07/2013003336/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 164 en 165 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat ter ondertekening aan Uwe Majesteit wordt voorgelegd, strekt ertoe om gelijklopend aan het bestaande systeem van vereenvoudigd beslag onder derden bij een ter post aangetekende brief een systeem van vereenvoudigd beslag onder derden in te voeren door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken gebruikt worden.

Artikel 300, § 1, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) machtigt inderdaad de Koning "de wijze waarop men dient te handelen voor (...) de vervolgingen" ter invordering van de belastingen, te regelen.

In uitvoering van deze bepaling, zet artikel 164 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (KB/WIB 92), ten voordele van de fiscale administratie inzake de inkomstenbelastingen, een mechanisme van vereenvoudigd beslag onder derden op met het oog op een vluggere inning van de belastingen die een belastingschuldige verschuldigd is. Dit mechanisme stelt de bevoegde ontvanger in staat om in handen van een derde bij een ter post aangetekende brief - terwijl het uitvoerend beslag onder derden volgens het gemene recht de tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder vereist - uitvoerend beslag te leggen op de inkomsten, sommen en zaken die verschuldigd zijn of toebehoren aan de belastingschuldige tot beloop van het bedrag dat door deze belastingschuldige verschuldigd is uit hoofde van belastingen, voorheffingen, belastingverhogingen, nalatigheidinteresten, boeten en kosten van vervolging of tenuitvoerlegging.

Uit bekommernis voor administratieve vereenvoudiging en modernisering, heeft dit ontwerp, met behoud van het bestaande systeem van vereenvoudigd beslag onder derden bij een ter post aangetekende brief, het instellen van een systeem van elektronische verzending van beslag onder derden door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken gebruikt worden, tot doel.

In de huidige fase wordt dit systeem van beveiligde elektronische verzending tussen de Federale Overheidsdienst Financiën (FOD Financiën) en de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie ingesteld. Er werd daartoe namelijk reeds een voorafgaand akkoord tussen deze beide afgesloten. Het is de bedoeling dat dit systeem van elektronische verzending in de toekomst nog wordt uitgebreid naar andere instanties waar regelmatig beslagen onder derden worden uitgevoerd, mits zij voorafgaandelijk hun akkoord betuigen met deze wijze van verzending.

Dit impliceert dat de FOD Financiën met elke derde-beslagene die voor dit systeem van elektronische verzending in aanmerking komt, een afzonderlijk voorafgaand akkoord zal afsluiten.

De Raad van de State heeft haar advies over dit ontwerp niet meegedeeld binnen de haar toegekende termijn van 30 dagen. Bijgevolg is de adviesaanvraag aan de afdeling wetgeving van de Raad van State onttrokken. De afwezigheid van de meedeling van het advies van de Raad van State binnen de bedoelde termijn wordt dus in de aanhef vermeld.

Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 1° In § 1, eerste lid, van artikel 164, KB/WIB 92, worden de zinnen "Het beslag wordt eveneens bij een ter post aangetekende brief aan de belastingschuldige aangezegd.Indien de belastingschuldige geen gekende woonplaats meer heeft, geschiedt de aanzegging van het beslag bij een ter post aangetekende brief aan de procureur des Konings te Brussel. » opgeheven om te worden hernomen in een nieuwe § 1/2 omdat de bepalingen betreffende de aanzegging aan de belastingschuldige ingeval van verzending van het beslag bij ter post aangetekende brief eveneens moeten gelden ingeval van elektronische verzending van het beslag dat door de nieuwe § 1/1 wordt ingevoerd. 2° In dezelfde zin worden § 1, derde en vierde lid, van hetzelfde artikel die respectievelijk betrekking hebben op het verzet tegen het beslag van de belastingschuldige en het aangifteformulier voor kind ten laste, verplaatst naar de nieuwe § 1/2 (zie punt 4).3° Naast het systeem van verzending van vereenvoudigd beslag onder derden bij een ter post aangetekende brief, bedoeld bij artikel 164, § 1, KB/WIB 92, stelt deze nieuwe § 1/1 een systeem van elektronische verzending van beslag onder derden in bij de instellingen die daarmee uitdrukkelijk hebben ingestemd.Hiertoe zal een voorafgaand akkoord tussen elke derde-beslagene en de bevoegde diensten van de FOD Financiën worden afgesloten dat de voorwaarden en modaliteiten van dit nieuw systeem zal bevatten.

De derde-beslagene die ermee heeft ingestemd om de door de FOD Financiën gelegde beslagen onder derden door middel van een elektronische verzendingswijze te aanvaarden, wordt ook vermoed hiermee te blijven instemmen zolang hij dit akkoord niet uitdrukkelijk heeft opgezegd door middel van een kennisgeving bij een ter post aangetekende brief aan de FOD Financiën.

De opzegging van dit akkoord gaat in vanaf de eerste dag van de derde maand volgend op de ontvangst van de kennisgeving ervan door de bevoegde dienst van de FOD Financiën.

Inzake elektronische verzending wordt de datum van afgifte van het beslag aan de bestemmeling op onweerlegbare wijze verondersteld deze van de ontvangstmelding te zijn die volgens de elektronische procedure zal worden verzonden.

Om elke onzekerheid wat de relevante datum van het beslag onder derden betreft, te vermijden wanneer dit op opeenvolgende wijze het voorwerp heeft uitgemaakt van een verzending langs elektronische weg en van een verzending bij een ter post aangetekende brief, bepaalt § 1/1, vierde lid, dat in dergelijk geval het beslag verzonden bij een ter post aangetekende brief slechts in aanmerking zal genomen worden wanneer de overhandiging van het stuk aan de geadresseerde valt voor de datum van ontvangstmelding verzonden volgens de elektronische procedure. Het technisch risico bestaat inderdaad dat, niettegenstaande de aanhoudende storing van het informaticasysteem hetgeen het handelen langs papieren weg rechtvaardigt, een ontvangstmelding van de elektronische verzending niettemin zou verstuurd worden bij het einde van de storing.

De oorsprong en de integriteit van de inhoud van de kennisgeving van het beslag, alsook de geldigheid van het beslag, worden verzekerd door middel van aangepaste beveiligingstechnieken.

Uit bekommernis voor de rechtszekerheid zal voor de uitvoering van deze paragraaf het identificatienummer van het Rijksregister of, bij gebrek daaraan, het identificatienummer van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid worden gebruikt om de beslagen belastingschuldige te identificeren wanneer het een natuurlijke persoon betreft. Teneinde het risico op vergissingen bij het inbrengen van het identificatienummer te beperken, wordt dit vergezeld van de naam en de voornaam van de beslagen belastingschuldige, natuurlijke persoon.

Wanneer het een rechtspersoon betreft, zal het identificatienummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen worden gebruikt om de beslagen belastingschuldige te identificeren. Er wordt verduidelijkt dat het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister of, bij gebrek daaraan, het identificatienummer van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid dan wel het identificatienummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen veronderstelt dat ook de derde-beslagene gerechtigd is om deze nummers te kunnen gebruiken. Indien dit niet het geval is, is het ook niet mogelijk om het in § 1/1 bedoelde akkoord tussen de derde-beslagene en de bevoegde diensten van de FOD Financiën af te sluiten en bijgevolg tot beslag onder derden door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken gebruikt worden over te gaan. 4° Aangezien, behalve de mogelijkheid van elektronische verzending van het beslag onder derden aan de derde-beslagene ingevoerd door § 1/1 (zie punt 3), de formaliteiten van de bestaande procedure van het beslag onder derden identiek zijn, werd een § 1/2 ingevoegd met het doel om de formaliteiten die gemeen zijn aan de twee systemen te verenigen. Deze § 1/2 verenigt aldus de volgende elementen (zie punten 1 en 2) : - de aanzegging aan de belastingschuldige; - de mogelijkheid voor de belastingschuldige om verzet tegen het beslag aan te tekenen; - de verplichting tot toevoeging van het aangifteformulier voor kind ten laste wanneer het beslag op bepaalde inkomsten slaat. 5° Deze wijziging beoogt de aanpassing van artikel 164, § 2, KB/WIB 92 aan de invoering van de elektronische verzending van het beslag onder derden aan de derde-beslagene.6° De derde-beslagene moet aan de ontvanger de verklaring van derde-beslagene toezenden die het Gerechtelijk Wetboek voorziet in het kader van het bewarend beslag onder derden (artikel 1452) en van het uitvoerend beslag onder derden (artikel 1539 verwijst naar vermeld artikel 1452). Om de derde-beslagene in staat te stellen de verklaring van de sommen of zaken die het voorwerp zijn van het beslag eveneens door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken gebruikt worden te doen - indien er voorafgaand met de FOD Financiën een akkoord werd gesloten om deze verzendingswijze toe te passen -, wordt deze bepaling aan het bestaande artikel toegevoegd. Op deze wijze van verzending kan door de derde-beslagene enkel een beroep worden gedaan indien de verklaring aan de beslagleggende ontvanger wordt verzonden. Deze verzendingswijze wordt dus niet opengesteld voor het bezorgen van de verklaring aan de beslagen schuldenaar.

Om de datum van de verklaring van de derde-beslagene ingeval van elektronische verzending aan te duiden, wordt gepreciseerd dat dit de datum van de ontvangstmelding is die door de bevoegde dienst van de FOD Financiën wordt verzonden.

Uit bekommernis voor de rechtszekerheid zal voor de uitvoering van deze paragraaf het identificatienummer van het Rijksregister of, bij gebrek daaraan, het identificatienummer van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid worden gebruikt om de beslagen belastingschuldige te identificeren wanneer het een natuurlijke persoon betreft. Teneinde het risico op vergissingen bij het inbrengen van het identificatienummer te beperken, wordt dit vergezeld van de naam en de voornaam van de beslagen belastingschuldige, natuurlijke persoon.

Wanneer het een rechtspersoon betreft, zal het identificatienummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen worden gebruikt om de beslagen belastingschuldige te identificeren. Het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister of, bij gebrek daaraan, het identificatienummer van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid dan wel het identificatienummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen veronderstelt dat de derde-beslagene gerechtigd is om deze nummers te kunnen gebruiken. 7° Deze wijziging beoogt de aanpassing van artikel 164, § 4, KB/WIB 92 aan de invoering van de elektronische verzending van het beslag onder derden aan de derde-beslagene. Artikel 2 Deze wijzigingen beogen de aanpassing van artikel 165, KB/WIB 92 aan de invoering van de elektronische verzending van het beslag onder derden aan de derde-beslagene en van de verklaring van de derde-beslagene aan de betrokken ontvanger.

Artikel 3 Dit artikel regelt de inwerkingtreding van het besluit.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, K. GEENS

7 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 164 en 165 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (1) FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikelen 300, § 1, en 314, § 3, eerste lid, 4°, gewijzigd bij de wet van 6 juli 1994;

Gelet op het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 januari 2013;

Gelet op het advies nr. 10/2013 van de Commissie voor de Bescherming van de persoonlijke levenssfeer, gegeven op 28 maart 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 12 juli 2013;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 5 augustus 2013 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 164 van het KB/WIB 92, gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 20 juni 1997, 3 december 2005, 23 november 2006 en 5 december 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de tweede en de derde zin opgeheven;2° in paragraaf 1 worden het derde en het vierde lid opgeheven;3° een paragraaf 1/1 wordt ingevoegd, luidende : " § 1/1.Vanaf de datum van de inwerkingtreding van het akkoord dat hiervoor tussen de derde-beslagene en de bevoegde diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën wordt gesloten, kan de ontvanger het in § 1 bedoelde beslag leggen door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken gebruikt worden.

Dit akkoord blijft van toepassing zolang de derde-beslagene het niet uitdrukkelijk bij een ter post aangetekende brief heeft opgezegd. De opzegging gaat in vanaf de eerste dag van de derde maand volgend op de ontvangst van de kennisgeving ervan door de bevoegde dienst van de Federale Overheidsdienst Financiën.

In de gevallen waarin gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid bedoeld in het eerste lid, heeft het beslag uitwerking vanaf de datum van ontvangstmelding van het beslag door de derde-beslagene.

Wanneer eenzelfde beslag achtereenvolgens wordt gelegd volgens de procedures voorzien respectievelijk in het eerste lid van deze paragraaf en § 1, eerste lid, zal het beslag gelegd overeenkomstig § 1, eerste lid, slechts primeren indien de overhandiging van het stuk aan de geadresseerde zoals bepaald in § 1, tweede lid, de datum van ontvangstmelding van het beslag door de derde-beslagene zoals bepaald in het derde lid van deze paragraaf, voorafgaat.

De informatie opgenomen in de in §§ 1 en 1/1 bedoelde kennisgeving van het beslag, is dezelfde, ongeacht of ze wordt meegedeeld door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken wordt gebruikt of door een bij ter post aangetekend schrijven.

De oorsprong en de integriteit van de inhoud van de in §§ 1 en 1/1 bedoelde kennisgeving van het beslag moeten, in geval van verzending door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken worden gebruikt, worden verzekerd door middel van aangepaste beveiligingstechnieken.

Opdat de kennisgeving van het beslag op geldige wijze als beslag onder derden zou gelden, moet een digitaal certificaat worden gebruikt.

Ongeacht de toegepaste techniek, wordt er gegarandeerd dat enkel de gerechtigde personen toegang hebben tot de middelen waarmee het digitaal certificaat wordt gecreëerd.

De gevolgde procedures moeten bovendien toelaten dat de natuurlijke persoon die verantwoordelijk is voor de verzending correct kan worden geïdentificeerd en dat het tijdstip van de verzending correct kan worden vastgesteld.

Met als enig doel de in deze paragraaf vermelde bepalingen uit te voeren, wordt de beslagen belastingschuldige geïdentificeerd ofwel door het identificatienummer van het Rijksregister of, bij gebrek daaraan, het identificatienummer van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, wanneer het een natuurlijke persoon betreft, ofwel door het identificatienummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen wanneer het een rechtspersoon betreft."; 4° een paragraaf 1/2 wordt ingevoegd, luidende : " § 1/2.Het beslag wordt eveneens bij een ter post aangetekende brief aan de belastingschuldige aangezegd. Indien de belastingschuldige geen gekende woonplaats meer heeft, geschiedt de aanzegging van het beslag bij een ter post aangetekende brief aan de procureur des Konings te Brussel.

De belastingschuldige kan tegen het beslag bij ter post aangetekende brief verzet aantekenen bij de bevoegde ontvanger binnen de 15 dagen te rekenen vanaf de afgifte ter post van de aanzegging van het beslag.

De belastingschuldige moet binnen dezelfde termijn bij ter post aangetekende brief de derde-beslagene inlichten.

Wanneer het beslag slaat op inkomsten bedoeld in de artikelen 1409, §§ 1 en 1bis, en 1410 van het Gerechtelijk Wetboek, bevat de aanzegging, op straffe van nietigheid, het aangifteformulier voor kind ten laste waarvan het model bepaald is door de Minister van Justitie."; 5° in paragraaf 2 worden de woorden "in § 1" vervangen door de woorden "in §§ 1 en 1/1";6) paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : " § 3.Onder voorbehoud van het bepaalde in §§ 1, 1/1 en 1/2, zijn op dit beslag de bepalingen toepasselijk van de artikelen 1539, 1540, 1542, eerste en tweede lid, en 1543 van het Gerechtelijk Wetboek, met dien verstande dat : - de derde-beslagene zijn verklaring van de sommen of zaken die het voorwerp zijn van het beslag eveneens door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken gebruikt worden aan de betrokken ontvanger kan doen indien het beslag volgens de procedure voorzien in § 1/1, eerste lid, werd gelegd; in dit geval is de datum van de verklaring van de sommen of zaken die het voorwerp zijn van het beslag de datum van ontvangstmelding die door de bevoegde dienst van de Federale Overheidsdienst Financiën wordt verzonden; - de afgifte van het bedrag van het beslag geschiedt in handen van de bevoegde ontvanger.

Met als enig doel de in deze paragraaf vermelde bepalingen uit te voeren, wordt de beslagen belastingschuldige geïdentificeerd ofwel door het identificatienummer van het Rijksregister of, bij gebrek daaraan, het identificatienummer van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, wanneer het een natuurlijke persoon betreft, ofwel door het identificatienummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen wanneer het een rechtspersoon betreft."; 7° in paragraaf 4 worden de woorden "paragrafen 1 en 3" vervangen door de woorden "paragrafen 1, 1/2 en 3".

Art. 2.In artikel 165, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1° en 3°, worden de woorden " § 1" vervangen door de woorden " § § 1 en 1/1";2° het tweede lid wordt vervangen als volgt : "In deze gevallen blijft het door de ontvanger overeenkomstig artikel 164, §§ 1 en 1/1, gelegd beslag zijn bewarend effect behouden wanneer een uitvoerend beslag onder derden bij deurwaardersexploot wordt gelegd als bepaald bij artikel 1539 van het Gerechtelijk Wetboek, binnen een maand na : - ofwel de afgifte ter post van het verzet van de belastingschuldige als bepaald bij artikel 164, § 1/2, tweede lid, of van de verklaring als bepaald bij artikel 1452 van het Gerechtelijk Wetboek; - ofwel de ontvangstmelding van deze verklaring indien zij werd verzonden door middel van een procedure waarbij informatietechnieken gebruikt worden als bepaald bij artikel 164, § 3, eerste lid, eerste streepje.".

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4.De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 november 2013.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, K. GEENS _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1992. Wet van 6 juli 1994, Belgisch Staatsblad van 16 juli 1994.

Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.

Koninklijk besluit van 27 augustus 1993Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 27/07/2015 numac 2015000371 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel I type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 19/11/2015 numac 2015000628 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 04/03/2016 numac 2016000121 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel III sluiten tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, Belgisch Staatsblad van 13 september 1993.

^