gepubliceerd op 08 juni 2017
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 november 2016, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de permanente vorming in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten
7 MEI 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeids overeenkomst van 17 november 2016Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 17/11/2016 pub. 14/12/2016 numac 2016031792 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Verordening met betrekking tot het geldelijk statuut van het niet-gesubsidieerd onderwijzend personeel van de Franse Gemeenschapscommissie en van het onderwijzend personeel dat wordt gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en dat geniet van een weddecomplement ten laste van de Franse Gemeenschapscommissie sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de permanente vorming in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeids overeenkomst van 17 november 2016Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 17/11/2016 pub. 14/12/2016 numac 2016031792 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Verordening met betrekking tot het geldelijk statuut van het niet-gesubsidieerd onderwijzend personeel van de Franse Gemeenschapscommissie en van het onderwijzend personeel dat wordt gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en dat geniet van een weddecomplement ten laste van de Franse Gemeenschapscommissie sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de permanente vorming in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 mei 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek Collectieve arbeids overeenkomst van 17 november 2016Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 17/11/2016 pub. 14/12/2016 numac 2016031792 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Verordening met betrekking tot het geldelijk statuut van het niet-gesubsidieerd onderwijzend personeel van de Franse Gemeenschapscommissie en van het onderwijzend personeel dat wordt gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en dat geniet van een weddecomplement ten laste van de Franse Gemeenschapscommissie sluiten Permanente vorming in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (Overeenkomst geregistreerd op 5 december 2016 onder het nummer 136309/CO/140) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en die behoren tot het paritair subcomité voor de verhuizing. § 2. Het paritair subcomité voor de verhuizing is bevoegd voor de werknemers die hoofdzakelijk handarbeid verrichten en hun werkgevers, te weten voor ondernemingen die voor rekening van derden verhuisactiviteiten uitoefenen.
Onder "voor rekening van derden" wordt verstaan : het uitvoeren van verhuisactiviteiten voor andere natuurlijke of rechtspersonen en onder voorwaarde dat de ondernemingen die voor rekening van derden verhuisactiviteiten uitoefenen op geen enkel ogenblik eigenaar van de betrokken goederen worden.
Onder "verhuisactiviteiten" wordt verstaan : elke verplaatsing van goederen andere dan handelsgoederen die bestemd zijn of gebruikt worden voor meubilering, inrichting of uitrusting van private of professionele ruimten met daar onder andere inbegrepen : specifieke handelingen zoals beschermen, inpakken, uitpakken, demonteren, laden, lossen, monteren, bewaren, installeren of opstellen, indien nodig met behulp van hef- of hijsmiddelen van allerlei aard.
Het paritair subcomité voor de verhuizing is niet bevoegd voor ondernemingen die verhuisactiviteiten uitoefenen die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, het Paritair Comité voor de sectors die aan de metaal-, machine- en elektrische bouw verwant zijn en het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van afdeling IV, hoofdstuk II van de wet van 26 maart 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/03/1999 pub. 01/04/1999 numac 1999012205 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen sluiten betreffende het Belgisch actieplan voor werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, alsook van het koninklijk besluit van 4 juni 1999 houdende de vormvoorwaarden waaraan de collectieve arbeidsovereenkomst en het akkoord betreffende vorming en tewerkstelling dienen te voldoen, alsook van de procedure tot raadpleging van de werknemers die in acht dient genomen te worden bij de sluiting van een akkoord betreffende vorming en tewerkstelling. HOOFDSTUK III. - Opleiding en permanente bijscholing
Art. 3.De in artikel 1 van deze overeenkomst bedoelde werkgevers zijn voor het jaar 2017 een bijdrage verschuldigd van 0,43 pct. berekend op grond van het volledige loon van de door hen tewerkgestelde werklieden.
Art. 4.De in artikel 3 van deze overeenkomst bedoelde bijdrage wordt geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, ten bate van het sociaal fonds van de sector.
De middelen die aldus ter beschikking worden gesteld, zullen aangewend worden tot bevordering van de beroepsbekwaamheid en de permanente bijscholing van de werklieden tewerkgesteld in de sector.
Art. 5.Vanaf 2012 worden, los van de vrijwillige permanente bijscholing, volgende opleidingen verplicht ingevoerd : - één dag initiële basisopleiding bij intrede in de sector, te volgen binnen een periode van uiterlijk twee maanden na indiensttreding (de cursus- en loonkosten voor deze dag worden gedragen door de werkgever of enige andere instelling); - drie opsplitsbare dagen permanente bijscholing, te volgen binnen de drie jaar na indiensttreding (de cursus- en loonkosten voor deze dagen worden gedragen door de werkgever).
Art. 6.De vraag tot opleiding kan uitgaan van ofwel de werknemer, ofwel de geijkte overlegorganen, ofwel - bij ontstentenis van enig overlegorgaan - van de representatieve vakbonden in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek. De werkgever dient dan op termijn van 3 maanden een effectieve opleiding in te plannen.
Indien een werkgever op 1 september 2017 geen aantoonbaar gevolg heeft gegeven aan de - formeel en schriftelijk - gestelde vraag tot opleiding van (een) in aanmerking komende werknemer(s) of verzuimd heeft de opleiding te faciliteren, zal deze werkgever door het bevoegd paritair comité worden verplicht om deze opleiding integraal op zijn kosten (cursus en loon) door de betrokken werknemer(s) te laten volgen.
Art. 7.De onder artikel 5 vermelde opleidingen zullen enkel kunnen worden gevolgd bij een door het sociaal fonds van de sector erkend opleidingscentrum.
Art. 8.De raad van beheer van het sociaal fonds van de sector zal nadere regels bepalen ter uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2017 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2017.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 mei 2017.
De Minister van Werk, K. PEETERS