gepubliceerd op 27 mei 2004
Koninklijk besluit tot vaststelling van de bedragen van de responsabiliseringsbijdragen voor de jaren 2003 en 2004
7 MEI 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de bedragen van de responsabiliseringsbijdragen voor de jaren 2003 en 2004
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de bijzondere wet van 5 mei 2003 tot instelling van een nieuwe berekeningswijze van de responsabiliseringsbijdrage ten laste van sommige werkgevers van de openbare sector;
Gelet op het resultaat van het overleg met de Regeringen van de Gemeenschappen en de Gewesten gehouden op 10 maart 2004;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 31 maart 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 26 april 2004;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, met name op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de voor het jaar 2003 verschuldigde responsabiliseringsbijdragen zo snel mogelijk bij het Fonds voor overlevingspensioenen moeten toekomen, is het noodzakelijk dat dit besluit zo spoedig mogelijk wordt aangenomen;
Op de voordracht van Onze Eerste Minister en Onze Minister van Werk en Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het bedrag van de met toepassing van de bijzondere wet van 5 mei 2003 tot instelling van een nieuwe berekeningswijze van de responsabiliseringsbijdrage ten laste van sommige werkgevers van de openbare sector, voor het jaar 2003 verschuldigde responsabiliseringsbijdrage wordt vastgesteld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.Het bedrag van de met toepassing van voormelde bijzondere wet van 5 mei 2003 voor het jaar 2004 verschuldigde responsabiliseringsbijdrage wordt vastgesteld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 3.De in artikel 1 bedoelde bedragen van de responsabiliseringsbijdragen moeten uiterlijk op 31 juli 2004 bij het Fonds voor Overlevingspensioenen toekomen.
De in artikel 2 bedoelde bedragen van de responsabiliseringsbijdragen moeten uiterlijk op 30 november 2004 bij het Fonds voor Overlevingspensioenen toekomen.
Art. 4.Onze Minister van Werk en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 mei 2004, ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE