gepubliceerd op 29 juni 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 8 van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen
7 JUNI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 8 van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, i, ingevoegd bij de wet van 14 februari 1961;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;
Gelet op advies nr. 1.574 van de Nationale arbeidsraad, gegeven op 21 november 2006;
Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 7 december 2006;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 februari 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 17 april 2007;
Gelet op advies 42.906/1 van de Raad van State, gegeven op 10 mei 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 8 van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen wordt aangevuld als volgt : « Voor het bepalen van het bedrag van de werkloosheidsuitkering van de werknemer wiens arbeidsovereenkomst werd verbroken door middel van de betaling van een opzeggingsvergoeding en die het werk hervat tijdens de periode gedekt door deze vergoeding, wordt abstractie gemaakt van de werkhervatting, in zoverre de werknemer, op het einde van de periode gedekt door de eerder vermelde opzeggingsvergoeding, recht gehad zou hebben op werkloosheidsuitkeringen onder de voorwaarden van dit besluit, indien hij ze had aangevraagd.
Het voorgaande lid is evenwel niet van toepassing wanneer de vergoeding die de berekeningsbasis vormt voor de uitkering in toepassing van de artikelen 65 en volgende van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering, hoger is dan de vergoeding die de berekeningsbasis zou vormen van de uitkering in toepassing van het voorgaande lid.
Voor de toepassing van het derde lid dient te worden verstaan onder werkhervatting, de werkhervatting als loontrekkende of als zelfstandige in hoofdberoep.
Het derde lid is evenwel niet van toepassing wanneer het gaat om een werkhervatting : - als loontrekkende, wanneer de tewerkstelling rechtstreeks of onrechtstreeks wordt verricht voor de werkgever die rechtstreeks of onrechtstreeks de aanvullende vergoeding betaalt of voor een werkgever die behoort tot dezelfde groep als de werkgever die rechtstreeks of onrechtstreeks de aanvullende vergoeding betaalt; - of als zelfstandige in hoofdberoep, wanneer de activiteit rechtstreeks of onrechtstreeks wordt verricht voor de werkgever die rechtstreeks of onrechtstreeks de aanvullende vergoeding betaalt of voor een werkgever die behoort tot dezelfde groep als de werkgever die rechtstreeks of onrechtstreeks de aanvullende vergoeding betaalt. ».
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007 en is enkel van toepassing in zoverre de werkhervatting bedoeld in artikel 1 zich situeert vanaf de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 3.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 juni 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN