gepubliceerd op 26 juli 2002
Koninklijk besluit tot opheffing van het koninklijk besluit van 5 februari 1990 betreffende sommige stoffen met beta-adrenergische werking
7 JULI 2002. - Koninklijk besluit tot opheffing van het koninklijk besluit van 5 februari 1990 betreffende sommige stoffen met beta-adrenergische werking
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, inzonderheid op artikel 1bis , § 1, 2° en § 3, ingevoegd bij de wet van 21 juni 1983 en gewijzigd bij de wet van 20 oktober 1998 en artikel 6, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 20 oktober 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 februari 1990 betreffende sommige stoffen met beta-adrenergische werking, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 oktober 2000;
Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 31 oktober 2001;
Gelet op het advies nr. 32.763/3 van de Raad van State, gegeven op 9 april 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het koninklijk besluit van 5 februari 1990 betreffende sommige stoffen met beta-adrenergische werking, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 oktober 2000 wordt opgeheven.
Art. 2.Onze Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 juli 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET