Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 juli 1999
gepubliceerd op 14 juli 1999

Koninklijk besluit betreffende de nadere regels voor de overheveling van leden van het personeel van het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking naar de naamloze vennootschap van publiek recht « Belgische Technische Coöperatie »

bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking
numac
1999015167
pub.
14/07/1999
prom.
07/07/1999
ELI
eli/besluit/1999/07/07/1999015167/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 JULI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de nadere regels voor de overheveling van leden van het personeel van het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking naar de naamloze vennootschap van publiek recht « Belgische Technische Coöperatie »


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid van de Grondwet, Gelet op de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de « Belgische Technische Coöperatie », inzonderheid op de artikelen 2, 4°, 24, 33, 34, en 35;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende statuut van het Rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 15 juli 1998;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 31 mei 1999;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, van 1 juni 1999;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, van 1 juni 1999;

Gelet op het protocol nr. 90/7 van 11 juni 1999 waarin de conclusies van de onderhandelingen binnen het Sectorcomité I worden vermeld;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat, enerzijds, de wet tot oprichting van de BTC aan deze exclusief de uitvoering van bepaalde taken van openbare dienst op het vlak van de directe bilaterale samenwerking toekent en, anderzijds, de Algemene Samenwerkingsakkoorden en de Bijzondere Vergelijken tussen de Belgische Staat en de partnerlanden, partners van de Belgische Directe Bilaterale Samenwerking, bepalen dat de uitvoering van deze taken wordt toevertrouwd aan het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking, en dat het dus past dat deze partnerlanden binnen de kortst mogelijke termijn op de hoogte kunnen worden gebracht van de modaliteiten dewelke de continuïteit van de verwezenlijking van de prestaties inzake ontwikkelingssamenwerking dienen te garanderen, alsmede de omstandigheid dat elk verder uitstel met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de wetten en besluiten tot herinrichting van de Belgische Internationale Samenwerking, aanleiding kan geven tot verwarring bij de partners van de Belgische Internationale Samenwerking;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 7 april 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken, van Onze Minister van Pensioenen en van Onze Minister van Ontwikkelingssamenwerking, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de Rijksambtenaren onderworpen aan het koninklijk besluit van 2 oktober 1937, die op datum van 1 maart 1999 deel uitmaken van het definitief benoemde personeel van het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking.

Zij worden hieronder « de betrokken ambtenaren » genoemd.

Art. 2.De Minister tot wiens bevoegdheid de ontwikkelingssamenwerking behoort, na advies van de verantwoordelijke van het dagelijks beheer van de « Belgische Technische Coöperatie », hierna « BTC » genoemd, licht de betrokken ambtenaren regelmatig en minstens eenmaal per jaar in over de vacatures bij de BTC waarvoor zij kunnen solliciteren, volgens de door de BTC bepaalde regels, en hun overheveling vragen.

Art. 3.§ 1. De betrokken ambtenaar die vanwege de BTC de verbintenis ontvangen heeft om hem in dienst te nemen, deelt dit mee aan de Minister tot wiens bevoegdheid de ontwikkelingssamenwerking behoort en legt hem een verzoek tot overheveling naar de BTC voor met vermelding van de begindatum van de gevraagde overheveling.

Op voordracht van genoemde Minister, hevelt de Koning de betrokken ambtenaar over naar de BTC en legt de datum vast van de overheveling. § 2. De zo overgehevelde ambtenaar kan gebruik maken van het recht op reïntegratie bepaald in artikel 33 van de wet van 21 december 1998 binnen een termijn van twee jaar, hetzij vanaf de datum van zijn effectieve overheveling, hetzij vanaf de datum van de bekendmaking van het personeelsstatuut van de BTC, volgens de keuze van de ambtenaar.

Tijdens deze periode wordt de betrekking waarvan hij titularis is niet toegewezen. § 3. De overgehevelde ambtenaar die beslist te reïntegreren in de administratie belast met de internationale samenwerking, moet dit de Minister tot wiens bevoegdheid de ontwikkelingssamenwerking behoort schriftelijk ter kennis brengen, één maand voorafgaand aan de datum waarop hij wenst te reïntegreren.

Op voordracht van genoemde Minister, maakt de Koning een einde aan de overheveling van die ambtenaar uiterlijk op de laatste dag van de periode van twee jaar zoals bepaald in § 2.

Art. 4.§ 1. De overgehevelde ambtenaar wordt bij de BTC ingezet op een ambt dat tenminste evenwaardig is aan de betrekking waarvan hij titularis is bij het Bestuur van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking. § 2. Zodra de ambtenaar overgeheveld is naar de BTC wordt hij niet meer bezoldigd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking § 3. De overgehevelde ambtenaar wordt bezoldigd door de BTC. Hij is onderworpen aan het personeelsstatuut van de BTC en aan het regime van sociale zekerheid dat bij de BTC van kracht is. § 4. De BTC neemt maatregelen teneinde aan de ambtenaar voordelen inzake pensioen te garanderen die niet minder zijn dan die welke hij zou bekomen hebben ingevolge de wettelijke en reglementaire bepalingen van toepassing op het personeel van de administratie belast met de internationale samenwerking op het ogenblik van de overheveling, evenwel rekening houdend met de wijzigingen die deze bepalingen nadien, ingevolgde de algemene maatregelen van toepassing op de administratie belast met de internationale samenwerking, zouden hebben ondergaan, indien hij de betrekking waarvan hij titularis was verder zou hebben bekleed.

De nadere regelen voor het ten laste nemen van de bijkomende uitgaven die het gevolg zijn van de in het voorafgaande lid gestelde waarborg, worden door de Koning vastgesteld op de voordracht van de Minister die bevoegd is voor pensioenen.

Art. 5.§ 1. Voor de overgehevelde ambtenaren die gebruik maken van het recht op reïntegratie bepaald in artikel 33, alinea 2 van voornoemde wet van 21 december 1998, wordt de periode bedoeld in artikel 3, § 2, voor de berekening van de administratieve en geldelijke anciënniteit, geacht te zijn gepresteerd bij de administratie belast met de internationale samenwerking zonder genot van specifieke voordelen.

De in artikel 3, § 2 bepaalde periode wordt gelijkgesteld met een periode van non-activiteit. § 2. De ambtenaren die bij de BTC blijven zonder binnen de in artikel 3, § 2 bepaalde termijn gebruik te maken van het recht op reïntegratie zoals bedoeld in alinea 1, worden geacht hun functies bij de administratie belast met de internationale samenwerking te hebben stopgezet op de datum van hun overheveling naar de BTC.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op die gedurende dewelke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 7.Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Onze Minister van Pensioenen en Onze Minister van Ontwikkelingssamenwerking zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 juli 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE De Minister van Pensioenen, J. PEETERS De Minister van Ontwikkelingssamenwerking, R. MOREELS

^