Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 januari 2002
gepubliceerd op 30 maart 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de casinobedienden, betreffende het sectoraal akkoord 2000-2001

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001013252
pub.
30/03/2002
prom.
07/01/2002
ELI
eli/besluit/2002/01/07/2001013252/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de casinobedienden, betreffende het sectoraal akkoord 2000-2001 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de casinobedienden;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de casinobedienden, betreffende het sectoraal akkoord 2000-2001.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de casinobedienden Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 maart 2000 Sectoraal akkoord 2000-2001 (Overeenkomst geregistreerd op 23 maart 2000 onder het nummer 54373/CO/217) Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor de casinobedienden en hun personeelsleden.

Nachtarbeid

Art. 2.Werkgevers en werknemers herbevestigen het collectieve akkoord, dat al altijd tussen hen bestaan heeft, om de financiële vergoeding, waarvan sprake is in de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 46 en 49 gesloten op 23 maart 1990 en 21 mei 1991 in de Nationale Arbeidsraad, als vervat te beschouwen in de hogere fooien die nachtwerk voor de werknemers oplevert en/of elk recuperatieverlof dat aan de werknemers wordt toegekend ter compensatie van nachtarbeid, en dit minstens voor de duur van huidige collectieve overeenkomst.

Sluitingsuur

Art. 3.Vanaf 1 april 2000 gelden voor de exploitatie van tafelspelen in België, volgende sluitingsuren ten opzichte van het cliënteel : - weekdagen (maandag, dinsdag, woensdag en donderdag) : 5 uur 's morgens; - weekends (vrijdag, zaterdag en zondag) : 6 uur 's morgens.

Inzake het sluitingsuur op feestdagen wordt er rekening gehouden met de in het verleden toegepaste gebruiken in elk casino.

Op bovenvermelde sluitingsuren kunnen er in elke onderneming afwijkingen onderhandeld worden in het daartoe bevoegde paritaire overlegorgaan.

Vergoeding van het spelpersoneel

Art. 4.Het "vaste" gedeelte van het loon, zoals bepaald in artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 1974, wordt geïndexeerd op 1 april 2000 en vervolgens op elke eerste januari volgens de evolutie van het viermaandelijks gemiddelde van de gezondheidsindex van de laatste twaalf maanden. Dit cijfer wordt gepubliceerd door het Ministerie van Economische zaken, met twee cijfers na de komma.

De afrondingen bij de berekening gebeuren als volgt : (1) de viermaandelijkse gemiddelden worden afgerond op twee decimalen;(2) het bekomen quotiënt wordt afgerond op twee decimalen, waarbij de tweede decimaal ongewijzigd blijft wanneer de derde decimaal gelijk is aan of lager is dan vier;de tweede decimaal wordt afgerond naar de naastvolgende hogere eenheid wanneer de derde decimaal gelijk is aan of hoger is dan vijf; (3) de geïndexeerde bedragen in BEF worden afgerond op de eenheid; bedragen in euro worden afgerond tot twee cijfers na de komma.

Art. 5.Voor het kalenderjaar 2000 wordt er per spelbediende, die voor de verdeling van de 60 pct. van de speelpot in aanmerking komt, een bruto-enveloppe van 20 000 BEF (twintigduizend frank), inclusief alle sociale en fiscale lasten en repercussies, ter beschikking gesteld.

De modaliteiten van deze enveloppe dienen in elke onderneming, vóór 31 maart 2000, in het daartoe bevoegde paritaire overlegorgaan vastgelegd te worden.

Art. 6.Voor het kalenderjaar 2001 wordt er per spelbediende, die voor de verdeling van de 60 pct. van de speelpot in aanmerking komt, een bruto-enveloppe van 20 000 BEF (twintigduizend frank), inclusief alle sociale en fiscale lasten en repercussies, ter beschikking gesteld.

De modaliteiten van deze enveloppe dienen in elke onderneming, vóór 31 januari 2001, in het daartoe bevoegde paritair overlegorgaan vastgelegd te worden.

Art. 7.De in artikelen 5 en 6 vermelde enveloppe wordt voor deeltijdse werknemers berekend pro rata hun gepresteerde werktijd.

Voor spelbedienden die in de loop van het betrokken kalenderjaar in dienst komen of uit dienst gaan, wordt de enveloppe berekend pro rata het aantal gepresteerde werkdagen.

Syndicale premie

Art. 8.In 2000 en 2001 wordt er per voltijdse spelbediende een syndicale premie van 2 500 BEF toegekend. Aan deeltijdse spelbedienden wordt er een syndicale premie van 1 500 BEF toegekend.

Deze premie wordt toegekend aan alle spelbedienden, die voor de verdeling van de 60 pct. van de speelpot in aanmerking komen, met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur en in dienst van de onderneming op 31 december van het voorgaande kalenderjaar.

De premie moet gestort worden vóór 31 maart 2000, voor het kalenderjaar 2000, en vóór 31 januari 2001, voor het kalenderjaar 2001, aan een sectoraal fonds, beheerd door de werknemersorganisaties.

Werkzekerheid

Art. 9.De werkgevers zullen niet overgaan tot ontslagen om economische redenen, zonder de syndicale afvaardiging van de onderneming daarvan voorafgaandelijk en tijdig ingelicht te hebben.

Sociale vrede

Art. 10.Werkgevers en werknemers verbinden zich er toe om, gedurende de volle looptijd van huidige collectieve overeenkomst, geen bijkomende eisen te stellen voor de elementen welke met deze collectieve overeenkomst worden geregeld.

Duur van de overeenkomst

Art. 11.Deze collectieve overeenkomst treedt in werking op 22 maart 2000 en treedt buiten werking op 31 december 2001. Deze collectieve overeenkomst is niet opzegbaar.

Deze collectieve overeenkomst doet geen afbreuk aan de toepassing van een eventueel interprofessioneel akkoord in 2001.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^