gepubliceerd op 13 mei 1998
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen" voor de financiering van de maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling
7 JANUARI 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen" voor de financiering van de maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1991, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 november 1991, inzonderheid op artikel 7;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen" voor de financiering van de maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 januari 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET
Bijlage Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 1997 Vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen" voor de financiering van de maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling (Overeenkomst geregistreerd op 1 juli 1997 onder het nummer 44431/CO/314) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers van de ondernemingen die behoren tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen. HOOFDSTUK II. - Bepalingen
Art. 2.Ter uitvoering van de wet betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en de preventieve vrijwaring van de concurrentiekracht en van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1991 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 november 1991, wordt voor de jaren 1997 en 1998 een werkgeversbijdrage aan het fonds vastgesteld waarvan het bedrag hierna wordt vastgesteld.
Art. 3.De bovenvermelde werkgeversbijdrage wordt voor het derde kwartaal van 1997 vastgesteld op 0,45 pct. van de brutolonen. Voor het vierde kwartaal van het jaar 1997 wordt de bijdrage vastgesteld op 0,15 pct. van de brutolonen.
Voor het jaar 1998 wordt de bijdrage vastgesteld op 0,15 pct. van de brutolonen per kwartaal.
Art. 4.In toepassing van artikel 9 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1991, wordt de bijdrage bedoeld in artikel 3 geïnd door de Rijksdienst voor sociale zekerheid. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde tijd. Zij wordt van kracht op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 8 februari 1992.