Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 december 2008
gepubliceerd op 11 februari 2009

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, betreffende outplacement voor de werknemers in de diamantnijverheid en -handel

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008013574
pub.
11/02/2009
prom.
07/12/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 DECEMBER 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, betreffende outplacement voor de werknemers in de diamantnijverheid en -handel (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel;

Op de voordracht van De Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, betreffende outplacement voor de werknemers in de diamantnijverheid en -handel.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 december 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2007 Outplacement voor de werknemers in de diamantnijverheid en -handel (Overeenkomst geregistreerd op 26 maart 2008 onder het nummer 87607/CO/324) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers, met uitzondering van de technische bedienden, die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel.

Art. 2.De werknemer wiens werkgever de arbeidsovereenkomst heeft beëindigd en die de leeftijd van vijfenveertig jaar heeft bereikt op het moment waarop het ontslag wordt betekend, heeft recht op outplacementbegeleiding zoals bepaald door deze collectieve arbeidsovereenkomst. Dit recht wordt aan de werknemer evenwel niet toegekend wanneer hij niet ten minste één jaar ononderbroken dienstanciënniteit heeft of als het ontslag is gegeven om een dringende reden. Het recht wordt niet langer toegekend vanaf het tijdstip waarop de werknemer het rustpensioen kan vragen.

Art. 3.Overeenkomstig artikel 13 van de wet van 5 september 2001 moet de werkgever, nadat het ontslag werd gegeven, de in § 1, eerste en tweede lid, bedoelde werknemer een outplacementbegeleiding aanbieden waarvan de voorwaarden en termijnen bepaald worden door deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De werkgever is er evenwel niet toe gehouden een outplacementbegeleiding aan te bieden aan de hierna opgesomde categorieën werknemers, behalve wanneer zij hem uitdrukkelijk daartoe verzoeken : 1° de werknemers die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst met een normaal gemiddelde wekelijkse arbeidsduur die niet de helft bedraagt van de arbeidsduur van een voltijdse werknemer in een vergelijkbare situatie in de zin van artikel 2 van de wet van 5 maart 2002 betreffende het beginsel van non-discriminatie ten gunste van deeltijdwerkers;2° de werknemers die, indien zij volledig uitkeringsgerechtigde werkloze zouden worden na het einde van de opzeggingstermijn of de periode gedekt door een opzeggingsvergoeding, niet beschikbaar zouden moeten zijn voor de algemene arbeidsmarkt en die als dusdanig worden bepaald bij een koninklijk besluit, dat krachtens § 3, 2°, van het voornoemd artikel 13, wordt genomen. HOODSTUK II. - De dienstverlener

Art. 4.De onder artikel 1 van deze overeenkomst vermelde werkgevers wijzen deze opdracht toe aan het "Intern Compensatiefonds voor de diamantsector" (ICD).

Door de toewijzing voldoen deze werkgevers, mits zij voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, aan de verplichtingen die op hen rusten ingevolge de wettelijke en conventionele instrumenten die in de aanhef van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden vermeld.

Het ICD kan de organisatie van deze outplacementbegeleiding geheel of gedeeltelijk uitbesteden aan derden, voor zover deze laatste(n) voldoen aan de reglementaire vereisten om deze activiteit te mogen uitoefenen.

Art. 5.Het ICD neemt bij de uitvoering van deze opdracht de kwaliteitsnormen in acht die bepaald worden in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82bis van 3 oktober 2007 van de Nationale Arbeidsraad, als volgt : 1° het ICD doet een beroep op een dienstverlener die optreedt : a) hetzij in het kader van een regeling, bepaald op het niveau van de bedrijfstak waartoe de onderneming behoort of bij ontstentenis, in het kader van een regeling vastgesteld op het niveau van een andere bedrijfstak;b) hetzij in het raam van een regeling, bepaald bij een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op het niveau van de onderneming;c) hetzij in de hoedanigheid van een openbaar of privaat bureau, gespecialiseerd in het verstrekken van outplacement;d) hetzij in het kader van een regionaal, subregionaal of lokaal initiatief, dat opgezet wordt in het kader van een gewestelijke tewerkstellingsdienst.2° indien het ICD een beroep doet op een openbare of private dienstverlener, moet deze laatste erkend zijn in de zin van de regelgeving over de publieke of private arbeidsbemiddelingsbureaus.3° uit het aanbod van de outplacementbegeleiding dat het ICD gedaan heeft aan de werknemer, bedoeld in artikel 3, moet blijken dat : a) de dienstverlener, die verantwoordelijk is voor de begeleiding, zich ertoe verbindt een ongevallenverzekering te sluiten, waarbij voor alle ongevallen, gebeurd tijdens de uitvoering van de outplacementopdracht en op de weg van en naar de plaatst waar ze wordt uitgevoerd en die niet door de arbeidsongevallen verzekering van de werkgever gedekt worden, dezelfde bescherming wordt geboden als deze welke door de arbeidsongevallenwetgeving wordt gewaarborgd;b) de dienstverlener zich ertoe verbindt om, bij niet-naleving van deze laatste verbintenis, aan de werknemer die het slachtoffer wordt van een ongeval, ongeacht de vorderingen die de werknemer op grond van zijn schade tegenover de dienstverlener kan instellen, een aanvullende forfaitaire vergoeding, gelijk aan drie maanden loon, te waarborgen;c) de dienstverlener zich ertoe verbindt om, in het kader van de behandeling van de persoonlijke gegevens betreffende de werknemer, de persoonlijke levenssfeer te eerbiedigen;de inlichtingen die in het raam van de outplacementopdracht over de werknemer worden bekomen, worden vertrouwelijk behandeld en worden niet aan derden doorgegeven; d) de dienstverlener zich ertoe verbindt de werknemer, op zijn verzoek, na beëindiging van de opdracht zijn dossier terug te geven;e) de dienstverlener zich ertoe verbindt zich niet te beroepen op de niet-uitvoering van de verbintenissen van het ICD tegenover de dienstverlener om de outplacementbegeleiding te schorsen of stop te zetten;f) de dienstverlener zich ertoe verbindt zich niet in te laten met de contacten tussen de werknemer en de potentiële werkgevers;g) de dienstverlener zich ertoe verbindt noch de ontslagbeslissing, noch de onderhandelingen daaromtrent te beïnvloeden;h) de dienstverlener zich ertoe verbindt de grootst mogelijke beroepsbekwaamheid en vakkennis aan te bieden door onder meer enkel personeel in te zetten dat voldoende gekwalificeerd en opgeleid is voor de opdracht;i) de werknemer zo snel mogelijk zal worden opgeroepen om outplacementbegeleiding aan te vatten opdat die zo goed mogelijk zou verlopen en dit zowel op emotioneel vlak als wat betreft het opmaken van een competentiebalans.4° het outplacementaanbod moet een duidelijk en objectief beeld geven van de diensten van de dienstverlener en van zijn werkingsmodaliteiten;daartoe dient het aanbod de navolgende elementen te bevatten : a) de diensten die minimaal deel uitmaken van de opdracht : een persoonlijke en professionele balans, psychologische ondersteuning op verzoek van de werknemer, het opstellen van een actieplan alsook logistieke en administratieve steun;b) de nagestreefde doelstellingen met inbegrip van de specifiekere of gepersonaliseerde aspecten die zijn aangepast aan de leeftijd en het kwalificatieniveau van werknemers van vijfenveertig jaar en ouder;c) de begeleidingsmethodes die concreet worden beoogd;d) de datum van het begin van de outplacementbegeleiding;e) het soort van outplacement dat wordt beoogd : individueel en/of groepsoutplacement;f) het programma van de werknemer tijdens de outplacementbegeleiding via een document dat aan de werknemer overhandigd wordt ter verduidelijking van de te volgen stappen, de training en de opvolging;g) de vermoedelijke plaats(en) waar de outplacementbegeleiding wordt ingericht.5° de afstand tussen de woon- of werkplaats van de werknemer en de plaats waar de outplacementbegeleiding wordt ingericht, moet redelijk zijn;ter beoordeling hiervan dient uit het outplacementaanbod te blijken dat de dienstverlener blijk geeft van geografische beschikbaarheid en moet er rekening worden gehouden met de verplaatsingsmogelijkheden van de werknemer, met inbegrip van de kostprijs, alsook met de aard en het niveau van zijn kwalificatie.

Art. 6.§ 1. De bij artikel 2 bedoelde werknemer heeft recht op een outplacementbegeleiding gedurende een maximumperiode van twaalf maanden onder de navolgende voorwaarden en modaliteiten. § 2. Gedurende een termijn van maximum twee maanden, te rekenen vanaf de aanvangsdatum van het outplacementprogramma, krijgt de werknemer, in totaal twintig uren begeleiding behalve wanneer het ICD verwittigd heeft dat hij een betrekking bij een nieuwe werkgever heeft of een beroepsbezigheid als zelfstandige en dat hij die begeleiding niet wenst aan te vatten.

De begeleiding wordt voortgezet gedurende een daaropvolgende termijn van maximum vier maanden ten belope van, in totaal twintig uren, behalve wanneer de werknemer het ICD verwittigd heeft dat hij een betrekking bij een nieuwe werkgever heeft of een beroepsbezigheid als zelfstandige en dat hij de begeleiding niet wenst verder te zetten.

De begeleiding wordt nogmaals voortgezet gedurende een daaropvolgende termijn van maximum zes maanden ten benlope van, in totaal twintig uren, behalve wanneer de werknemer het ICD verwittigd heeft dat hij een betrekking bij een nieuwe werkgever heeft of een beroepsbezigheid als zelfstandige en dat hij de begeleiding niet wenst verder te zetten.

De bij het tweede en derde lid bedoelde verwittiging onderbreekt de outplacementbegeleiding. § 3. Wanneer de werknemer, die het ICD verwittigd heeft dat hij een betrekking bij een nieuwe werkgever heeft, deze betrekking verliest binnen drie maanden na de indiensttreding, wordt op zijn verzoek de outplacementbegeleiding aangevat of hervat. In geval van hervatting vangt deze aan in de fase waarin het outplacementprogramma werd onderbroken en voor de nog overblijvende uren. De begeleiding neemt in elk geval een einde bij het verstrijken van de periode van twaalf maanden nadat zij werd aangevat. § 4. De werknemer, die tijdens de opzeggingstermijn aan de arbeidsovereenkomst een einde maakt met een verkorte opzeggingstermijn wanneer hij een andere betrekking heeft gevonden, behoudt het recht op een outplacementbegeleiding tot drie maanden nadat de arbeidsovereenkomst bij zijn vorige werkgever een einde heeft genomen.

Indien de begeleiding reeds was aangevat, vangt de hervatting aan in de fase waarin het outplacementprogramma werd onderbroken en voor de nog overblijvende uren. De begeleiding neemt in elk geval een einde bij het verstrijken van de periode van twaalf maanden nadat zij werd aangevat. HOOFDSTUK III. - Procedure

Art. 7.§ 1. De werkgever verwittigt het ICD van elk ontslag van een arbeider waarvoor een outplacementbegeleiding dient verstrekt te worden en dit binnen de 7 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van betekening van het ontslag of van de verbreking van de arbeidsovereenkomst. § 2. De mededeling dient, op het aanvraagformulier in bijlage, per aangetekend schrijven of bij gewoon geschrift, waarvan hij het dubbel laat tekenen voor ontvangst, overgemaakt te worden aan het ICD. § 3. De mededeling dient volgende elementen te bevatten : - identificatie van de werkgever; - identificatie van de werknemer; - datum indiensttreding; - datum opzegging of verbreking; - datum uit dienst; - arbeidsregime. § 4. Indien de werkgever het ICD niet verwittigt binnen de termijnen overeenkomstig § 1, dient het ICD te worden beschouwd als zijnde ontslagen van zijn verplichtingen.

Art. 8.§ 1. Binnen een termijn van vijftien dagen nadat de arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen, doet het ICD schriftelijk een geldig outplacementaanbod aan de werknemer aan wie het op eigen initiatief een begeleiding moet aanbieden.

Indien het ICD binnen de voormelde termijn van vijftien dagen geen outplacementbegeleiding aan de werknemer aanbiedt, stelt deze laatste het ICD binnen één maand na het verstrijken van die termijn schriftelijk in gebreke. Die termijn van één maand wordt evenwel op negen maanden gebracht wanneer de arbeidsovereenkomst zonder inachtneming van een opzeggingstermijn is beëindigd.

Het ICD doet binnen een termijn van één maand na het tijdstip van de ingebrekestelling aan de werknemer schriftelijk een geldig outplacementaanbod.

De werknemer beschikt over een termijn van één maand, te rekenen vanaf het tijdstip van het aanbod door het ICD, om al dan niet zijn schriftelijke instemming met dit aanbod te geven. § 2. Indien de arbeidsovereenkomst door de werkgever beëindigd wordt met inachtneming van een opzeggingstermijn kan het ICD, in afwijking van § 1 en onder voorbehoud van de toepassing van artikel 9, lid 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82, vanaf de kennisgeving van de opzegging en tijdens de opzeggingstermijn schriftelijk een geldig outplacementaanbod doen aan de werknemer aan wie het op eigen initiatief een begeleiding moet aanbieden.

De werknemer is niet verplicht om tijdens de bij het vorig lid bedoelde periode dit aanbod te aanvaarden. Hij beschikt in elk geval over een termijn van één maand nadat de arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen om al dan niet zijn schriftelijke instemming met het aanbod te geven.

De werknemer die tijdens de bij het eerste lid bedoelde periode het aanbod wil aanvaarden, kan daarvoor de voorwaarde stellen dat de aanvangsdatum van de begeleiding verdaagd wordt tot na het verstrijken van de opzeggingstermijn.

Als het ICD met die verdaging akkoord gaat, deelt het dit schriftelijk mee aan de werknemer en wordt dit aanbod als aanvaard beschouwd.

Indien het ICD niet met de verdaging instemt, doet het, binnen de vijftien dagen nadat de arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen, schriftelijk opnieuw een geldig outplacementaanbod. In dat geval is de bij § 1 bedoelde procedure van toepassing. § 3. Indien de arbeidsovereenkomst door de werkgever beëindigd wordt met inachtneming van een opzeggingstermijn, kan, in afwijking van § 1, de werknemer aan wie het ICD op eigen initiatief een outplacementbegeleiding moet aanbieden, na de kennisgeving van de opzegging en tijdens de opzeggingstermijn verzoeken die begeleiding te genieten.

Het ICD is niet verplicht om tijdens de bij het vorig lid bedoelde periode op dit verzoek in te gaan. Als het weigert of niet op het verzoek reageert, doet het binnen een termijn van vijftien dagen nadat de arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen schriftelijk een geldig outplacementaanbod. In dat geval is de bij § 1 bedoelde procedure van toepassing.

Indien het ICD ingaat op het verzoek van de werknemer en schriftelijk een geldig outplacementaanbod doet tijdens de bij het eerste lid bedoelde periode, wordt de aanvangsdatum van de begeleiding in onderling akkoord schriftelijk vastgesteld. § 4. De bij artikel 3, 2e lid, 1° of 2° bedoelde werknemer, aan wie het ICD niet op eigen initiatief een outplacementbegeleiding moet aanbieden en die gebruik wenst te maken van het recht daarop, dient een schriftelijk verzoek daartoe in bij het ICD, uiterlijk twee maanden na de kennisgeving van het ontslag.

In dat geval is de bij § 1 bedoelde procedure van toepassing met dien verstande dat de termijn van vijftien dagen, binnen welke het ICD een outplacementbegeleiding moet aanbieden, gerekend wordt vanaf het tijdstip van het verzoek door de werknemer. § 5. De werknemer mag ten vroegste na de betekening van de opzeggingstermijn of van de onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst zijn instemming geven om de outplacementbegeleiding aan te vatten.

Het geschrift waarbij de werknemer zijn instemming geeft, mag enkel betrekking hebben op outplacement als zodanig. § 6. De werknemer, die overeenkomstig artikel 6, § 3, de outplacementbegeleiding wenst aan te vatten of te hervatten dient zijn verzoek daartoe schriftelijk in binnen een termijn van een maand na het verlies van de nieuwe dienstbetrekking.

Wanneer de werknemer die de begeleiding wenst aan te vatten, nog geen aanbod heeft ontvangen is de bij § 1 bedoelde procedure van toepassing, met dien verstande dat de termijn van vijftien dagen, binnen welke het ICD een outplacementbegeleiding moet aanbieden, gerekend wordt vanaf het tijdstip van het verzoek door de werknemer.

De werknemer, die overeenkomstig artikel 6, § 4, de outplacementbegeleiding wenst aan te vatten of te hervatten, dient zijn verzoek daartoe schriftelijk in binnen een termijn van drie maanden nadat de arbeidsovereenkomst bij de vorige werkgever een einde heeft genomen.

Wanneer de werknemer die de begeleiding wenst aan te vatten, nog geen aanbod heeft ontvangen, is de bij § 1 bedoelde procedure van toepassing met dien verstande dat de termijn van vijftien dagen binnen welke het ICD een outplacementbegeleiding moet aanbieden, gerekend wordt vanaf het tijdstip van het verzoek door de werknemer. § 7. Het verzoek om een outplacementbegeleiding te bekomen, aan te vatten of te hervatten, de ingebrekestelling, de instemming met de begeleiding of de eventuele weigering ervan, het verzoek tot verdaging van de aanvangsdatum, alsook de verwittiging betreffende een nieuwe betrekking of een zelfstandige activiteit, gebeuren door middel van een aangetekend schrijven of door de overhandiging van een geschrift waarvan het duplicaat door het ICD voor ontvangst wordt getekend.

Het outplacementaanbod van het ICD, de eventuele weigering van een verzoek tot begeleiding, de instemming met of de weigering tot verdaging van de aanvangsdatum, gebeuren door middel van een aangetekend schrijven. § 8. Indien de werknemer zonder motivering een geldig outplacementaanbod weigert of niet op een geldig aanbod reageert, is het ICD bevrijd van zijn verplichting om een outplacementbegeleiding aan te bieden. § 9. Dit artikel is niet van toepassing wanneer de outplacementbegeleiding georganiseerd wordt door tewerkstellingscellen, opgericht krachtens de regelgeving betreffende het activerend beleid bij herstructureringen. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2008 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan opgezegd worden door elke ondertekenende partij, met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden.

De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel en aan elke ondertekenende partij.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 december 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de diamantnijverheid en -handel, betreffende outplacement voor de werknemers in de diamantnijverheid en -handel Intern Compensatiefonds voor de diamantsector Wet van 12 april 1960 AANVRAAGFORMULIER (1) Outplacementbegeleiding Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2007 A. Identificatie van de werkgever Firmanaam : . . . . .

Adres : . . . . .

R.S.Z. nr. : . . . . .

Handtekening werkgever, Datum : . . . . .

B. Identificatie van de arbeider Naam : . . . . .

Adres : . . . . .

Rijksregisternummer : . . . . .

Datum in dienst : . . . . .

Datum opzegging of verbreking : . . . . .

Datum uit dienst : . . . . .

Arbeidsregime : . . . . .

Uiterlijk binnen de 7 kalenderdagen volledig ingevuld, ondertekend en aangetekend of bij gewoon geschrift waarvan het dubbel voor ontvangst dient getekend te worden, terug te zenden naar : INTERN COMPENSATIEFONDS VOOR DE DIAMANTSECTOR Hoveniersstraat 22, 2018 ANTWERPEN 1 (1) Indien het ontslag om dringende redenen werd gegeven dient er geen outplacmeent aangeboden te worden. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 december 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^