Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 april 2000
gepubliceerd op 28 april 2000

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2, § 2, vierde lid, van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022329
pub.
28/04/2000
prom.
07/04/2000
ELI
eli/besluit/2000/04/07/2000022329/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 APRIL 2000. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2, § 2, vierde lid, van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd beoogt uitvoering te geven aan artikel 2, § 2, vierde lid, van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen.

Het betreft wijzigingen aan voornoemde wet van 20 december 1999 en aan zijn uitvoeringsbesluit van 17 januari 2000.

Het koninklijk besluit beoogt, overeenkomstig het regeerakkoord van 7 juli 1999 en de beslissing van de vergadering van het kernkabinet van 1 februari 2000, de versterking van de maatregel die voorziet in een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid voor werknemers met lage lonen. De eerste fase van deze maatregel is, op basis van het koninklijk besluit van 17 januari 2000, tot uitvoering van de wet van 20 december 1999, ingegaan op 1 januari 2000.

De kostprijs van deze maatregel, die in de begroting 2000 is gebudgetteerd op 3,2 miljard, zou volgens de raming van de Rijksdienst voor sociale zekerheid, 3,1 miljard op jaarbasis bedragen. Tijdens de opmaak van de begroting voor 2000 werd beslist een bijkomend budget van 3,3 miljard te voorzien voor de versterking van deze maatregel vanaf 1 april 2000.

Onderzoek van de artikelen

Artikel 1.Dit artikel wijzigt de bedragen van de loongrenzen en van de bijdragevermindering in artikel 2 van voornoemde wet van 20 december 1999.

Art. 2.Dit artikel wijzigt dezelfde bedragen in artikel 1 van het uitvoeringsbesluit van 17 januari 2000, omwille van de leesbaarheid werd paragraaf 2, 1°, c, in zijn volledigheid vervangen.

Art. 3.Dit artikel betreft de inwerkingtreding van dit besluit.

Er werd rekening gehouden met de opmerkingen van de Raad van State.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige, en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, eerste kamer, op 22 maart 2000 door de Minister van Sociale Zaken verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot uitvoering van artikel 2, § 2, vierde lid, van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen", heeft op 23 maart 2000 het volgende advies gegeven : Volgens artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State moeten in de adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het spoedeisend karakter ervan.

In het onderhavige geval wordt het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd : « par le fait que les présentes dispositions entrent en vigueur au 1er avril 2000 et qu'il est dès lors impératif d'une part que les employeurs concernés obtiennent le plus rapidement possible toutes les certitudes quant à l'application de la présente réduction à partir de cette date et, d'autre part, que de façon certaine l'Office national de sécurité sociale sache également le plus rapidement possible sur base de quelles modalités pratiques retenues pour la réduction il peut établir ses instructions et développer ses programmes informatiques de contrôle et de calcul de la réduction. »(1).

Gelet op de korte termijn die hem voor het geven van zijn advies is toegemeten, heeft de Raad van State zich moeten beperken tot de hiernavolgende opmerkingen. 1. Men late het zesde lid van de aanhef aanvangen als volgt : « Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door ... » 2. Artikel 1 wordt beter geredigeerd als volgt : « In artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, tweede lid, a), wordt het getal "49 000" vervangen door het getal "53 000";2° in § 1, tweede lid, b), worden de getallen "42 500" en "2 600" respectievelijk vervangen door de getallen "44 500" en "3 300";3° in § 1, tweede lid, c), worden de getallen "42 500" en "49 000" respectievelijk vervangen door de getallen "44 500" en "53 000".» 3. Men schrijve in artikel 2, 1°, telkens "de getallen" in plaats van "de woorden". De kamer was samengesteld uit : De heren : A. Beirlaen, kamervoorzitter;

M. Van Damme en J. Smets, staatsraden;

Mevr. A. Beckers, griffier.

De overeenstemming tussen de Nederlandse en de Franse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer J. Smets.

Het verslag werd uitgebracht door de heer W. Pas, adjunct-auditeur. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door Mevr.

M. Sterck, adjunct-referendaris.

De griffier, A. Beckers.

De voorzitter, A. Beirlaen.

Nota (1) In het verslag aan de Koning dat bij het ontwerp is gevoegd, wordt deze motivering nader uitgewerkt.Het verdient aanbeveling om in de toekomst alle elementen die de vraag om spoedbehandeling verantwoorden, in de adviesaanvraag te vermelden. Het is immers enkel met de in de adviesaanvraag weergegeven motivering dat de Raad van State, afdeling administratie, rekening zal kunnen houden wanneer hij dient na te gaan of terecht beroep werd gedaan op de procedure bedoeld in artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.

7 APRIL 2000. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2, § 2, vierde lid, van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 januari 2000 tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor sociale zekerheid, gegeven op 3 maart 2000;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 maart 2000;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 17 maart 2000;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat onderhavige bepalingen op 1 april 2000 in werking treden, zodat, enerzijds, de betrokken werkgevers zo snel mogelijk alle zekerheid moeten bekomen over de toepassing van deze vermindering vanaf deze datum en, anderzijds, de Rijksdienst voor sociale zekerheid ook op een vaststaande manier zo snel mogelijk moet weten op basis van welke praktische modaliteiten die voor de vermindering werden gekozen, hij zijn instructies kan opmaken en informaticaprogramma's voor controle en berekening van deze vermindering kan ontwikkelen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 23 maart 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, tweede lid, a), wordt het getal "49 000" vervangen door het getal "53 000";2° in § 1, tweede lid, b), worden de getallen "42 500" en "2 600" respectievelijk vervangen door de getallen "44 500" en "3 300";3° in § 1, tweede lid, c), worden de getallen "42 500" en "49 000" respectievelijk vervangen door de getallen "44 500" en "53 000".

Art. 2.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 januari 2000 tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 2, 1°, a, worden de getallen "42 500" en "49 000" vervangen door de getallen "44 500" en "53 000";2° § 2, 1°, c, wordt vervangen als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld .

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2000.

Art. 4.Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 april 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^