gepubliceerd op 24 september 2020
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende het geregeld vervoer van passagiers over Belgische binnenwateren
6 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende het geregeld vervoer van passagiers over Belgische binnenwateren (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende het geregeld vervoer van passagiers over Belgische binnenwateren.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 september 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de binnenscheepvaart Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 oktober 2019 Geregeld vervoer van passagiers over Belgische binnenwateren (Overeenkomst geregistreerd op 5 maart 2020 onder het nummer 157490/CO/139)
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart ressorteren met als hoofdactiviteit het geregeld vervoer van passagiers over Belgische binnenwateren.
Met "geregeld vervoer van passagiers" wordt bedoeld : het geregeld lijnvervoer van passagiers over water volgens : - een welbepaald traject en een welbepaald, geregeld uurrooster; - de passagiers worden opgehaald en afgezet aan vooraf vastgelegde halten; - dit vervoer is toegankelijk voor iedereen, zelfs indien het verplicht is de reis op voorhand te reserveren en ongeacht de inrichter van deze dienstverlening.
Art. 2.Arbeidsduur en werksysteem De arbeidstijd wordt bepaald op 1 976 uur jaarlijks, inclusief verlofdagen, wat een gemiddelde van 38 uren per week betekent. In toepassing van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 en de wet van 17 maart 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/1987 pub. 18/03/2010 numac 2010000131 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, wet betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen van de Nationale Arbeidsraad, wordt een werksysteem op het niveau van het bedrijf afgesproken en in een bedrijfs-collectieve arbeidsovereenkomst vastgelegd.
Ieder uur meer gewerkt dan 1 976 geeft recht op een uitbetaling aan 150 pct. als overuur dan wel 200 pct. indien het op een zon- of feestdag geschiedde.
Gewerkte uren worden betaald volgens barema in bijlage.
Art. 3.Dienst- en de werktijd In de ondernemingen welke volgens artikel 1 het geregeld vervoer van passagiers over de Belgische binnenwateren uitbaten, mag de werknemer/werkneemster gedurende het stationnement geen arbeid voor derden uitvoeren zonder de schriftelijke machtiging van zijn werkgever.
Art. 4.Rust De werknemer heeft recht op een ononderbroken rust van minstens elf uren tussen twee diensttijden.
Art. 5.Basislonen In bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn de geldende loonschalen toegevoegd.
Bij indiensttreding zal de werknemer worden aangeworven in schaal 0 van de voor zijn functie geldende loonschaal. Tenzij anders bedongen tijdens het aanwervingsgesprek, op basis van elders verworven competenties (EVC). De werknemer zal jaarlijks - na één volledig dienstjaar - automatisch één schaal verhogen binnen de voorziene loonschalen, tenzij de werknemer negatief wordt geëvalueerd.
Bij verhoging van functie, wordt de loonschaal van die functie aangevat die in een hoger loon voorziet.
Art. 6.Overlonen In bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn de geldende (over)loonschalen toegevoegd. a) Ieder uur gewerkt (eveneens overuren), wordt conform de bijlage vergoed.b) Gewerkte uren tijdens dienstdoen op een vrije dag worden eveneens aangemerkt als overuren als de 38 uur per kalenderweek wordt overschreden.
Art. 7.Loonindexering De lonen zijn gekoppeld aan het indexeringsmechanisme van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, zoals bepaald in artikel 28 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 122619/CO/139 van 29 april 2014.
De indexschalen zijn : 101,96 104,00 106,08 108,20 110,36 112,57 114,82 117,12 119,46 121,85 124,29
Art. 8.Vergoedingen en toeslagen a) Ploegenpremie : Als de werkgever met meer dan één uurrooster werkt, hebben de werknemers waarvan het uurrooster aanvangt vóór 7 uur of eindigt na 19 uur, recht op een ploegenpremie ten belope van 18,5 pct.op het effectieve loon. b) Vergoeding voor wettelijke feestdagen : Conform bijlage.c) Arbeid op wettelijke feestdagen : Conform bijlage.d) Maaltijdcheque : Elke werknemer heeft per gewerkte dag recht op een "maaltijdcheque" ter waarde van 8,00 EUR.Het werkgeversaandeel hierin bedraagt 6,91 EUR. Het saldo is ten laste van de werknemer en zal verrekend worden met haar/zijn maandloon.
Bij wettelijke aanpassing van het maximum bedrag, wordt de aanpassing tot dit maximum gegarandeerd. e) Verkeerde planningsvergoeding : Als een medewerker onnodig opkomt als gevolg van een onjuiste planning, dan wordt ter compensatie het gewaarborgd dagloon uitbetaald. f) E.H.B.O.-brevet : Aan de werknemers bedoeld in artikel 1 in het bezit van een E.H.B.O.-brevet en tewerkgesteld in ondernemingen van de passagiersvaart wordt een dagvergoeding toegekend van 3,18 EUR. g) Groepsverzekering : Alle werknemers worden aangesloten bij het sectorale pensioenplan zoals afgesloten bij collectieve arbeidsovereenkomst nr.136290/CO/139 van 10 oktober 2016. h) Hospitalisatieverzekering : De werkgever sluit ten voordele van de werknemers een hospitalisatieverzekering af met een franchise van 0 EUR. i) Eindejaarspremie : Aan alle werknemers zal een eindejaarspremie worden toegekend in uitvoering van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 betreffende de eindejaarspremie (65023/CO/139), waarbij rekening gehouden met het bruto maandloon aan 100 pct..
Art. 9.Verplaatsingsvergoeding/Reiskosten Reiskosten : tegemoetkoming in de kosten van woon/werkverkeer.
Wanneer werknemers zich verplaatsen met hun eigen wagen, wordt een belastbare vergoeding van 0,3573 EUR/km betaald. Deze vergoeding zal jaarlijks aangepast worden telkens in de maand juli, de eerstvolgende aanpassing is op 1 juli 2019.
Wanneer werknemers zich verplaatsen met de fiets, wordt een vergoeding van 0,24 EUR/km betaald. Deze vergoeding zal jaarlijks, telkens in de maand juli, aangepast worden.
De tegemoetkoming in de kosten van woon/werkverkeer wordt vastgesteld op basis van de afstand tussen het woonadres en het adres van de standplaats. Zowel de heen- als de terugreis wordt gemeten via de snelste route van de routeplanner, met als uitkomst een gemiddelde reisafstand in kilometers.
Indien werknemers zich in het kader van het uitoefenen van hun woon-werkverkeer) zich verplaatsen, ontvangen zij dezelfde verplaatsingsvergoeding (onbelast) beperkt tot 24 000 km op jaarbasis.
Art. 10.Vergoeding bij schipbreuk of scheepsongeval In geval van schipbreuk, brand aan boord of elk ander geval van overmacht, zal de werknemer schadeloos worden gesteld voor alle verlies van persoonlijk goed, behalve wanneer dat verlies voortvloeit uit een bedrog, zware fout of een nalatigheid van de werknemer.
Art. 11.Vorming en opleiding De werkgever engageert zich om de competenties en beroepsbekwaamheid van zijn personeel op peil te houden en te versterken. 1. Daarom stelt de werkgever in samenspraak met de werknemer een persoonlijk ontwikkelingsplan op binnen de 6 maand na de indiensttreding, waarbij de werknemer in functie van zijn ambities als de werkgever in functie van de noden een individueel vormings- en opleidingstraject op maat samenstellen.2. De monitoring van dit persoonlijk ontwikkelingsplan gebeurt jaarlijks.Eventuele bijsturingen zijn mogelijk. 3. Werknemers die reeds in het bezit zijn van binnenvaart gebonden certificaten, patenten, attesten en bewijzen van vóór de indiensttreding, hebben te allen tijde het recht om deze te hernieuwen vóór de vervaldatum.4. De kosten hiervan zijn ten laste van de werkgever in zoverre het verzoek om vergoeding van studiekosten vóór de aanvang van de studie zijn ingediend en wel op een zodanig tijdstip dat nog vóór de aanvang van de opleiding door de werkgever een beslissing kan worden genomen.5. De werkgever kan een werknemer verplichten om bijkomend competenties te versterken dan wel om de vereiste vakkennis bij te scholen.De kosten hiervan zijn volledige ten laste van de werkgever. 6. Indien het personeelslid op verzoek van de werkgever een vakgerichte opleiding volgt, komen de kosten van deze opleiding voor 100 pct.voor rekening van de werkgever : - de inschrijvingskosten of de cursusgelden; - de kosten van de voorgeschreven boeken en leermiddelen; - de examen- of tentamenkosten. De overige kosten zijn voor het personeelslid; - de toe te kennen vergoeding van de kosten van de vakopleiding kan ineens of in gedeelten worden uitbetaald. Het personeelslid dient daartoe een declaratieformulier en bewijzen van gedane betaling te overleggen en in te leveren; - aanspraak op kostenvergoeding bestaat slechts zolang redelijke studieresultaten geboekt worden. Voor dezelfde opleiding kan de werkgever dit beperken tot twee keer deelname aan de cursus; - reiskosten en logies worden vergoed, examenuren worden vergoed; - de vergoeding van deze beschreven kosten geschiedt slechts zolang het personeelslid in dienst van de werkgever is. 7. De opleidingen worden zoveel mogelijk tijdens de werkuren georganiseerd.Gevolgde opleidingen worden als arbeidstijd beschouwd. 8. Het personeelslid die op kosten van de werkgever een opleiding heeft gevolgd in het kader van sociale promotie, verbindt zich om naar beginsel van proportionaliteit in dienst van de werkgever te blijven. De bestaande wettelijke regels inzake het scholingsbeding zijn van toepassing (artikel 22bis van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten).
Art. 12.Vergoeding medisch onderzoek Wanneer de werknemer zich buiten de werkuren naar de externe dienst voor preventie en bescherming begeeft voor een persoonlijk medisch onderzoek, zal er een vergoeding van 3 uren worden toegekend en de verplaatsingskosten.
Medische keuringen vinden plaats conform de eisen die worden gesteld ten behoeve van het Rijnpatent en worden vergoed door de werkgever.
Art. 13.Jaarlijkse wettelijke vakantie Iedere werknemer die een volledig jaar heeft gewerkt in het vakantiedienstjaar, heeft recht op 20 dagen wettelijke vakantie in het 5-dagenstelsel conform de wet van 28 juni 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/06/1971 pub. 26/02/2010 numac 2010000090 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers. Wie pas in de loop van het vakantiedienstjaar in dienst is gekomen, bouwt volgens de formule en de tabel die vermeld staan in artikel 35 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, vakantiedagen op.
Werknemers die in het vakantiedienstjaar het werk aan- of hervatten, hebben recht op aanvullende vakantie conform artikel 17bis de wet van 28 juni 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/06/1971 pub. 26/02/2010 numac 2010000090 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers.
Het geregeld vervoer van passagiers over water in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart kent geen collectieve vakantieregeling. De vakantiedata worden bepaald door onderling akkoord tussen de werkgever en de werknemer. Aan de werknemers wordt het recht toegekend om ten minste twee weken aaneengesloten verlof in de zomerperiode op te nemen, dat volgens een vakantierooster wordt vastgesteld. De andere vakantiedagen dienen naar evenredigheid gespreid over het jaar te worden opgenomen buiten de schoolvakanties. Verlofdagen buiten het aaneengesloten verlof van twee weken worden alleen verleend indien de dienst het toelaat. Maandelijks zal de werkgever aan de werknemer een overzicht verstrekken van de verlofuren.
Art. 14.Conventioneel verlof en loopbaansparen In het kader van werkbaar werk en aangepast werk bouwen de werknemers bij één en dezelfde werkgever het recht op bijkomend conventioneel verlof op in functie van het aantal dienstjaren.
Deze dagen kunnen opgespaard worden in het kader van loopbaansparen (indien het wettelijk kader hiervoor is uitgewerkt).
Minder dan 1 jaar anciënniteit
0 dagen per gewerkte maand
Moins d'1 an d'ancienneté
0 jour par mois travaillé
Tussen de 1 jaar en 5 jaar anciënniteit
1 dag (volgens 5-dagen stelsel)
Entre 1 an et 5 ans d'ancienneté
1 jour (selon le régime de 5 jours)
Tussen de 5 jaar en 10 jaar anciënniteit
2 dagen (volgens 5-dagenstelsel)
Entre 5 ans et 10 ans d'ancienneté
2 jours (selon le régime de 5 jours)
Tussen de 10 jaar en 15 jaar anciënniteit
3 dagen (volgens 5-dagenstelsel)
Entre 10 ans et 15 ans d'ancienneté
3 jours (selon le régime de 5 jours)
Tussen de 15 jaar en 20 jaar anciënniteit
4 dagen (volgens 5-dagenstelsel)
Entre 15 ans et 20 ans d'ancienneté
4 jours (selon le régime de 5 jours)
Tussen de 20 jaar en 25 jaar anciënniteit
6 dagen (volgens 5-dagenstelsel)
Entre 20 ans et 25 ans d'ancienneté
6 jours (selon le régime de 5 jours)
Tussen de 25 jaar en 30 jaar anciënniteit
7 dagen (volgens 5-dagenstelsel)
Entre 25 ans et 30 ans d'ancienneté
7 jours (selon le régime de 5 jours)
Vanaf 30 jaar anciënniteit
8 dagen (volgens 5-dagenstelsel)
A partir de 30 ans d'ancienneté
8 jours (selon le régime de 5 jours)
Art. 15.Anciënniteitspremie/Jubileumpremie Werknemers met zowel 25 jaar als 35 jaar beroepsanciënniteit bij één en dezelfde werkgever (of de rechtsopvolger ervan) hebben recht op een jubileumpremie (ook wel anciënniteitspremie genoemd).
De eerste keer na minstens 25 jaar dienst (maximum één bruto maandwedde) en de tweede keer na minstens 35 jaar dienst (maximum een dubbele bruto maandwedde).
Art. 16.Klein verlet De werknemers mogen in toepassing van de wettelijke regeling op het "klein verlet" voor de deze gelegenheden afwezig zijn met behoud van loon.
Onder "dagen" wordt in dit kader verstaan : de prestatiedag betaald aan 8 uur per dag.
Gelegenheid en duurtijd : overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten.
Art. 17.Geoorloofd verzuim met behoud van loon In de hierna te noemen gevallen zal aan de werknemer het volle loon worden doorbetaald tot de daarbij vermelde maximum duur : a) Bij ondertrouw van het personeelslid : één dag;b) Bij 25 of 40 jaar echtvereniging van het personeelslid : één dag;c) Bij 25-, 40-, 50- of 60-jarige echtvereniging van ouders, stief- of schoonouders : één dag;d) Bij 25- of 40-jarig dienstjubileum : één dag.
Art. 18.Verlof om dwingende redenen.
De werknemers genieten van de wettelijke bepalingen inzake het verlof om dwingende redenen. Er zal geen loon uitbetaald worden, maar deze dagen zijn gelijkgesteld voor RSZ.
Art. 19.Tijdskrediet (1/5de of 1/2) De werknemers genieten van de wettelijke bepalingen inzake het "tijdskrediet" conform de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103ter of de rechtsopvolgers van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 20.Rangverlaging In geval van rangverlaging behoudt men zijn loon van de hogere functie gedurende het aantal maanden overeenkomend met het aantal jaren dienst in die functie.
Art. 21.Werkkleding - Wasvergoeding Aan het personeel zal werkkleding worden verstrekt. De werkgever bepaalt in het arbeidsreglement de verdere modaliteiten. De werknemer kan de daadwerkelijk gemaakte kosten in verband met stomen/reinigen van de kleding maandelijks éénmaal declareren.
Art. 22.Duurtijd en opzegging Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur met ingang van 1 januari 2019 en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 december 2018 (registratienummer 151101).
Elk van de ondertekenende partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van zes maanden in acht wordt genomen.
De opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart en aan elk van de ondertekenende partijen betekend en heeft uitwerking de derde werkdag na de datum van verzending.
De partijen verbinden zich ertoe om de interprofessionele akkoorden te bespreken van zodra deze op nationaal niveau zijn ondertekend met het doel de sociale vrede te bewaren.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 september 2020.
De Minister van Werk, N. MUYLLE
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld