gepubliceerd op 15 december 2016
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2015, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de geldende ervaringsbarema's
6 NOVEMBER 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeids overeenkomst van 18 november 2015Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 18/11/2015 pub. 29/12/2015 numac 2015022558 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de geldende ervaringsbarema's (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeids overeenkomst van 18 november 2015Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 18/11/2015 pub. 29/12/2015 numac 2015022558 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de geldende ervaringsbarema's.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 november 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen Collectieve arbeids overeenkomst van 18 november 2015Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 18/11/2015 pub. 29/12/2015 numac 2015022558 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten Geldende ervaringsbarema's (Overeenkomstgeregistreerd op 10 februari 2016 onder het nummer 131279/CO/303.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen.
Onder "werknemers" verstaat men : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Barema's van de arbeiders
Art. 2.§ 1. Onderstaande tabel bevat de minimum uurlonen voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur op 1 januari 2016. Ze staan tegenover het referentie-indexcijfer 100,45 (basis = 2013).
Categorie/ Catégorie
EUR
Maanden dienst/ Mois de service
Jaren dienst/ Années de service
0
6
12
2
4
6
8
I
Schoonmaakpersoneel/ Personnel de nettoyage
10,1284
10,3117
10,4188
10,4588
10,4888
10,5088
10,5188
Onderhoudspersoneel/ Personnel d'entretien
10,1284
10,3117
10,4188
10,4588
10,4888
10,5088
10,5188
Geschoold onderhoudspersoneel/ Personnel d'entretien qualifié
11,9953
12,0353
12,0653
12,0853
12,0953
II
Toezichtspersoneel/ Personnel de surveillance
11,3238
11,3638
11,3938
11,4138
11,4238
III
Beginnend operateur/ Opérateur débutant
10,2261
10,2661
10,2961
10,3161
10,3261
Hulpoperateur/ Aide-opérateur
10,4817
10,5217
10,5517
10,5717
10,5817
Vakbekwaam operateur (- dan 5 zalen)/ Opérateur qualifié (- de 5 salles)
11,7020
11,7420
11,7720
11,7920
11,8020
Vakbekwaam operateur (minstens 5 zalen) Opérateur qualifié (au - 5 salles)
11,9953
12,0353
12,0653
12,0853
12,0953
IV
Hostessen en stewards/ Hôtesses et stewards
10,1284
10,3117
10,4188
10,4588
10,4888
10,5088
10,5188
Hotessen/stewards - kassiers/ Hôtesses/stewards - caissier(ère)s
10,5922
10,6322
10,6622
10,6822
10,6922
Parkeerbegeleiders/ Convoyeurs au parking
10,1284
10,3117
10,4188
10,4588
10,4888
10,5088
10,5188
Toonbankpersoneel/ Personnel au comptoir
10,2261
10,4817
10,5922
10,6322
10,6622
10,6822
10,6922
Geschoold barman/ Barman qualifié
10,9295
11,2006
11,3238
11,3638
11,3938
11,4138
11,4238
V
Hoofdoperateur/ Chef-opérateur
12,9823
13,0223
13,0523
13,0723
13,0823
Chef schoonmaak/ Chef-nettoyage
11,7304
11,7704
11,8004
11,8204
11,8304
Chef onderhoud/ Chef-entretien
11,7304
11,7704
11,8004
11,8204
11,8304
Chef hostessen/stewards/ Chef hôtesses/stewards
11,7304
11,7704
11,8004
11,8204
11,8304
Chef parkeerbegeleiders/ Chef convoyeurs au parking
11,7304
11,7704
11,8004
11,8204
11,8304
§ 2. Werklieden van minder dan 18 jaar Het barema voor werklieden die minder dan 18 jaar oud zijn, wordt afgeschaft vanaf 1 januari 2012. HOOFDSTUK III. - Barema's van de bedienden
Art. 3.§ 1. Onderstaande tabel bevat de minimum maandlonen voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur op 1 januari 2016. Ze staan tegenover het referentie-indexcijfer 100,45 (basis = 2013).
Categorie/Catégorie Ervaring/Expérience
1
2
3
4
5
0
1 655,47
1 729,99
1 744,84
2 014,74
2 424,76
1
1 715,86
1 807,95
1 936,32
2 027,85
2 440,36
2
1 725,75
1 833,22
1 945,23
2 039,00
2 455,73
3
1 735,47
1 858,49
1 981,20
2 064,47
2 471,40
4
1 749,16
1 887,86
2 016,75
2 089,47
2 486,72
5
1 763,09
1 917,21
2 052,08
2 129,83
2 539,53
6
1 776,76
1 946,08
2 087,95
2 152,72
2 549,77
7
1 790,41
1 974,15
2 087,95
2 174,68
2 602,47
8
1 804,21
2 000,51
2 159,20
2 255,54
2 707,85
9
1 818,03
2 027,15
2 194,83
2 295,97
2 760,68
10
1 829,60
2 051,34
2 230,62
2 336,73
2 813,87
11
1 841,49
2 073,98
2 266,27
2 376,93
2 866,15
12
1 853,32
2 096,22
2 301,98
2 417,46
2 918,82
13
1 864,86
2 118,60
2 330,24
2 454,15
2 971,65
14
1 876,43
2 140,79
2 358,53
2 487,27
3 015,96
15
1 888,02
2 163,25
2 386,48
2 520,14
3 060,25
16
1 888,02
2 163,25
2 418,01
2 558,01
3 112,07
17
1 895,98
2 177,44
2 482,15
2 610,27
3 156,52
18
1 895,98
2 177,44
2 482,15
2 628,29
3 200,73
19
1 903,96
2 191,98
2 498,50
2 637,00
3 200,73
20
1 903,96
2 191,98
2 498,50
2 651,46
3 236,31
21
1 903,96
2 191,98
2 554,00
2 681,11
3 236,31
22
1 903,96
2 191,98
2 554,00
2 697,63
3 276,54
§ 2. Principes De loonschaal bepaalt de minimumlonen in elke categorie in functie van de ervaring van de werknemer.
Het sectorale baremieke loon van de werknemer volgt de evolutie van de ervaringscurve totdat hij het maximum ervan heeft bereikt.
De verhogingen binnen eenzelfde curve gaan in tijdens de eerste maand welke op de aanwerving van de werknemer volgt.
In geval van verandering van categorie zal de werknemer verplaatst worden naar de ervaringscurve die overeenkomt met zijn nieuwe categorie, rekening houdend met zijn verworven ervaring. § 3. De periodes van gelijkgestelde ervaring Ten opzichte van de hierboven vermelde kernprincipes komen de sociale partners overeen om volgende periodes gelijk te stellen met ervaring : - alle activiteitsperiodes binnen een beroepsomgeving (onder meer : interims, stages, bepaalde duurcontracten, zelfstandig werk, vrijwilligerswerk,...); - de jaren van studies, vanaf de leeftijd van 21 jaar en eventuele jaren van legerdienst; - alle periodes van contractschorsing (tijdskrediet, moederschapsverlof,...) evenals de periodes die gedekt zijn door de sociale zekerheid en de sociale wetgeving (werkloosheid, ziekte-invaliditeit,...). § 4. Jongerenbarema Vanaf 1 januari 2012 wordt het jongerenbarema afgeschaft. § 5. Overgangsbepalingen De bedienden die in functie zijn op het tijdstip van de invoering van de ervaringsbarema's zullen, in hun categorie, een aantal jaren ervaring toegewezen krijgen dat overeenstemt met de loonschaal waarop zij tot dan aanspraak konden maken.
Iedere bediende die door de toepassing van de in deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene bepalingen één of andere schade zou lijden, zal een beroep kunnen doen op het verzoeningsbureau dat paritair is samengesteld uit leden van het paritair subcomité om zijn geval te bekijken. HOOFDSTUK IV. - Algemene bepalingen
Art. 4.Deze minimumbarema's zijn gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad; zij variëren overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn voor de lonen en wedden van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen.
Art. 5.Meer gunstige situaties bestaande op ondernemingsvlak blijven behouden. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2011 betreffende de geldende ervaringsbarema's (registratienummer 107765). Ze treedt in werking op 1 januari 2016 en is gesloten voor een onbepaalde duur.
Ze kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van 3 maanden, betekend bij per post aangetekend schrijven en gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 november 2016.
De Minister van Werk, K. PEETERS
Bijlage aan de collectieve arbeids overeenkomst van 18 november 2015Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 18/11/2015 pub. 29/12/2015 numac 2015022558 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de geldende ervaringsbarema's Motivering van de gelijkstelling met beroepservaring De sociale partners van de sector kiezen ervoor om alle eventuele discriminatie te voorkomen door middel van de gelijkstelling van de ervaring met beroepservaring voor alle andere vormen van pertinente ervaring die verworven werd door de werknemers.
De sociale partners menen dat beroepservaring en permanente opleiding voor hogere competenties moeten worden beloond en bijdragen tot een duurzame en zekerdere arbeidsverhouding.
Deze pertinente ervaring zal, op haar beurt, een hogere participatie teweegbrengen van ervaren werknemers aan het arbeidsproces, waardoor aldus een vroegtijdige uitstoot van arbeidskrachten kan worden voorkomen.
De sociale partners hebben dus beslist om een beperkt aantal periodes gelijk te stellen, namelijk : Alle activiteitsperiodes in een professioneel milieu, zowel in België als in het buitenland (met name : uitzendarbeid, overheidsdiensten, stages, overeenkomsten voor bepaalde tijd, arbeid als zelfstandige, vrijwilligerswerk, enz.).
De sociale partners menen dat het noodzakelijk, gerechtvaardigd en passend is om rekening te houden met de verschillende soorten ervaring die verworven werd in een professioneel milieu.
Studies en eventuele militaire dienst : Uitgaande van het principe dat de uitoefening van de functies in de ondernemingen van hun sector een grote waaier van bekwaamheden vereist, menen de sociale partners dat het noodzakelijk, gerechtvaardigd en passend is om rekening te houden met de verschillende soorten opleiding, alsook met de eventuele militaire dienst, gelet op het gamma van taken die zowel tijdens een militaire dienst als in de sector worden uitgevoerd.
Gelijkgestelde schorsingsperiodes, zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst : De sociale partners menen dat een te beperkte interpretatie van het begrip ervaring aanleiding kan geven tot indirecte discriminatie op basis van het geslacht, zoals eerder vastgesteld werd door het Hof van Justitie. Men kan bijvoorbeeld objectief vaststellen dat vrouwelijke werknemers meestal minder beroepsloopbaan hebben opgebouwd door verschillende tijdelijke schorsingen die verband houden met het moederschap en familiale omstandigheden. De gelijkstelling van de schorsingsperiodes beoogt aldus de strijd tegen deze onrechtstreekse discriminatie.
De sociale partners menen dat de uitsluiting van sommige gelijkgestelde periodes ook aanleiding kan geven tot discriminatie, bijvoorbeeld, op basis van de gezondheidstoestand, als de ziekteperiodes niet voldoende in rekening worden genomen voor de toekenning van de ervaringsjaren. De arbeidsongeschiktheid niet gelijkstellen zou overigens strijdig zijn met de wet van 10 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002099 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie sluiten die uitdrukkelijk elke vorm van discriminatie verbiedt op basis van de huidige of toekomstige gezondheidstoestand.
Werkloosheid : De sociale partners van de sector zijn reeds vele jaren bezorgd over de beroepsinschakeling van de werknemers in de sector. Zo werden opleidingen georganiseerd door het sociaal fonds om het voor de werknemers mogelijk te maken om beter te beantwoorden aan de evolutie van de taken in de bioscoopzalen.
Overigens maken de werknemers zeer vaak gebruik van de werkloosheidsperiodes om zich te heroriënteren en nieuwe competenties te ontwikkelen. Het feit dat zij nadien worden aangeworven in een arbeidsrelatie met een werkgever van de sector toont aan dat deze laatste hem impliciet een toereikend ervaringsniveau toekent. Men kan dus rechtmatig veronderstellen dat deze werknemers op een efficiënte manier de periodes van beroepsinactiviteit hebben doorstaan en benut om hun "inzetbaarheid" te handhaven, en zelfs aan te vullen.
Rekening houdend met wat voorafgaat, menen de sociale partners dus dat de werkloosheidsperiodes moeten worden erkend als nuttige ervaring.
Geen rekening houden met deze periodes zou tot gevolg hebben dat de werknemers die hun niveau gehandhaafd hebben worden gestraft.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 november 2016.
De Minister van Werk, K. PEETERS