gepubliceerd op 12 maart 2018
Koninklijk besluit tot regeling van de terhandstelling van kaliumjodide overeenkomstig artikel 6, § 2, 8°, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015
6 MAART 2018. - Koninklijk besluit tot regeling van de terhandstelling van kaliumjodide overeenkomstig artikel 6, § 2, 8°, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 6, § 2, 8° ;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 december 2017;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 25 januari 2018;
Gelet op advies nr. 62.807/2 van de Raad van State, gegeven op 7 februari 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende het koninklijk besluit van 6 maart 2018 tot vaststelling van de lijst van geneesmiddelen bedoeld in artikel 6, § 2,8°, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015;
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: - jodiumcomprimés: comprimés kaliumjodide 65 mg., zoals bedoeld in het KB van 6 maart 2018 tot vaststelling van de lijst van geneesmiddelen bedoeld in artikel 6, § 2,8°, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015; - collectiviteit: een voorziening waar personen samenkomen die omwille van hun jonge leeftijd (tot 40 jaar) een bijzonder risico vormen op besmetting van radioactief jodium bijvoorbeeld scholen, ziekenhuizen, fabrieken, kinderopvangen, hulpdiensten.
Art. 2.Overeenkomstig artikel 6, § 2, 8°, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen gecoördineerd op 10 mei 2015 kan de terhandstelling van jodiumcomprimés worden uitgevoerd door personen die geen apotheker zijn voor zover de regels en voorwaarden vastgesteld bij dit besluit worden nageleefd.
Art. 3.§ 1.De leidinggevende van de collectiviteit ontvangt alle noodzakelijke informatie en instructies met het oog op de correcte uitvoering van het nucleair noodplan, zoals omschreven in het koninklijk besluit van 6 maart 2018 tot vaststelling van het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied, en duidt de personen aan die overeenkomstig het vorige artikel jodiumcomprimés ter hand kunnen stellen in de collectiviteit. § 2.De jodiumcomprimés kunnen uitsluitend ter hand worden gesteld wanneer zich een situatie voordoet zoals omschreven in het koninklijk besluit vermeld in de vorige paragraaf en op instructie van de bevoegde overheden die de crisiscommunicatie aan de bevolking verzekeren.
De jodiumcomprimés kunnen in geen geval op eigen initiatief worden toegediend.
Art. 4.De personen bedoeld in artikel 2, kunnen enkel jodiumcomprimés ter hand stellen voor zover de voorraad werd afgeleverd door hetzij een voor het publiek opengestelde officina, hetzij door een dienst of persoon aangeduid door de FOD Binnenlandse Zaken.
Art. 5.§ 1. De personen bedoeld in artikel 2 vergewissen zich van de correcte bewaring van de jodiumcomprimés zoals omschreven in de bijsluiter van de verpakking.
De bewaarplaats van de voorraad wordt bekend gemaakt in de collectiviteit.
De bewaarplaats wordt beveiligd en is niet toegankelijk voor kinderen.
Op een zichtbare plek nabij de bewaarplaats wordt een overzichtelijk document uitgehangen dat minstens volgende gegevens bevat: - de inhoud van de voorraad; - de wijze van bewaring; - de personen die werden aangeduid voor de terhandstelling; - desgevallend de instructies en richtlijnen van de bevoegde overheden.
Het in het vorige lid bedoelde document wordt periodiek geactualiseerd met name telkens wanneer er zich wijzigingen voordoen in de te vermelden gegevens.
Art. 6.De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 maart 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, M. DE BLOCK