gepubliceerd op 16 juni 2022
Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de werkelijke nettokosten voor de ondernemingen die warmte door middel van netten voor warmtevoorziening op afstand leveren aan residentiële beschermde afnemers en van hun betrokkenheid bij de tenlasteneming
6 JUNI 2022. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de werkelijke nettokosten voor de ondernemingen die warmte door middel van netten voor warmtevoorziening op afstand leveren aan residentiële beschermde afnemers en van hun betrokkenheid bij de tenlasteneming
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen, artikel 15/10, § 2/1, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 28 februari 2022;
Gelet op het advies (A)2219 van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, gegeven op 1 april 2021;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 februari 2022;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 11 maart 2022;
Gelet op de regelgevingsimpactanalyse verricht op 18 februari 2022 overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op het advies 71.201/3 van de Raad van State, gegeven op 13 april 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Economie en de Minister van Energie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij: HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.§ 1. De definities vervat in artikel 1 van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, hierna te noemen "de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten", zijn van toepassing op dit besluit. § 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 2° "koninklijk besluit van 6 juni 2022": koninklijk besluit van 6 juni 2022 houdende vaststelling van sociale maximumprijzen voor de levering van warmte aan de beschermde residentiële afnemers;3° " koninklijk besluit van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/03/2012 pub. 30/03/2012 numac 2012201924 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan type koninklijk besluit prom. 29/03/2012 pub. 30/03/2012 numac 2012201922 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan sluiten": Koninklijk besluit van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/03/2012 pub. 30/03/2012 numac 2012201924 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan type koninklijk besluit prom. 29/03/2012 pub. 30/03/2012 numac 2012201922 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan sluiten tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan;4° " koninklijk besluit van 28 juni 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2009 pub. 01/07/2009 numac 2009011287 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de automatische toepassing van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en aardgas aan de beschermde residentiële afnemers met een laag inkomen of in een onzekere situatie sluiten": koninklijk besluit van 28 juni 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2009 pub. 01/07/2009 numac 2009011287 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de automatische toepassing van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en aardgas aan de beschermde residentiële afnemers met een laag inkomen of in een onzekere situatie sluiten betreffende de automatische toepassing van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en aardgas aan de beschermde residentiële afnemers met een laag inkomen of in een onzekere situatie;5° "residentiële beschermde klanten": de beschermde residentiële afnemers, bedoeld in artikel 1, 54° van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten en in artikel 4/1 van de programmawet van 27 april 2007;6° "sociaal tarief": maximumprijs bedoeld in artikel 15/10, § 2/1, eerste lid van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten, die door de Commissie wordt berekend overeenkomstig artikel 6 van het koninklijk besluit van 6 juni 2022;7° "Fonds ": het fonds ten gunste van de residentiële beschermde klanten bedoeld in artikel 15/11, § 1ter, eerste lid, 3° van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten;8° "referentieprijs": de prijs bepaald met toepassing van artikel 3;9° "regularisatiefactuur": factuur die het warmtebedrijf aan de klant richt en die betrekking heeft op het verschil tussen de som van de voorschotfacturen en het bedrag dat resulteert uit de laatste verbruiksopname;10° "EAN-code": European Article Numbering Code, unieke numerieke code in een veld van 18 posities voor de identificatie van een toegangspunt tot het net voor warmtevoorziening op afstand; 11° "FOD Economie": de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie. HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen
Art. 2.§ 1. Het warmtebedrijf dat heeft bevoorraad tegen het sociaal tarief aan: 1° residentiële beschermde klanten;2° sociale huisvestingsmaatschappijen die gebouwen verhuren waarvan de verwarming wordt verzekerd door een collectieve aansluiting op een net voor warmtevoorziening, heeft recht op terugbetaling van de kost die resulteert uit de toepassing van dit tarief. Deze kost stemt overeen met het verschil tussen de referentieprijs en het sociaal tarief dat het bedrijf heeft toegepast op de residentiële beschermde klanten.
De terugbetaling is verschuldigd mits het warmtebedrijf voor de betreffende factureringsperiode beschikt over: 1° hetzij de vermelding van de beschermde klanten in de lijsten die aan het warmtebedrijf werden overgemaakt door de FOD Economie, met toepassing van het koninklijk besluit van 28 juni 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2009 pub. 01/07/2009 numac 2009011287 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de automatische toepassing van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en aardgas aan de beschermde residentiële afnemers met een laag inkomen of in een onzekere situatie sluiten, hierna te noemen "klanten van categorie 1" ;2° hetzij een attest dat hun hoedanigheid als beschermde klant aantoont, hierna te noemen "klanten van categorie 2" ;3° hetzij de vermelding van de sociale huisvestingsmaatschappij in de lijst van sociale huisvestingsmaatschappijen gepubliceerd door de gewesten, de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW's) of de sociale verhuurkantoren (SVK's), hierna te noemen "klanten van categorie 3" . Het attest dat de hoedanigheid als beschermde klant aantoont, wordt vastgesteld overeenkomstig de modellen zoals bekendgemaakt op de website van de FOD Economie en in het Belgisch Staatsblad.
Het bedrag van de kost bedoeld in het eerste lid is aan de btw onderworpen. § 2. Als het gaat om de levering van warmte aan sociale huisvestingsmaatschappijen zoals bedoeld in artikel 15/10, § 2/2, tweede lid van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten, waarbij het energieverbruik rechtstreeks aan de huurders wordt aangerekend, wordt de regularisatiefactuur vergezeld van een attest dat van het warmtebedrijf uitgaat en dat de verbruiksopname bevat van de collectieve aansluiting op het net voor warmtevoorziening waarop het sociaal tarief van toepassing is
Art. 3.§ 1. De referentieprijs is de som van : 1° De referentie-energiecomponent bedoeld in artikel 3, § 1, 1° van het koninklijk besluit van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/03/2012 pub. 30/03/2012 numac 2012201924 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan type koninklijk besluit prom. 29/03/2012 pub. 30/03/2012 numac 2012201922 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan sluiten, waarbij het vastrecht per klant wordt vervangen door een bedrag dat jaarlijks wordt vastgesteld door de CREG op grond van het gangbare vastrecht in de warmtesector. Voor het eerste jaar wordt dit bedrag vastgesteld op 125 . 2° De distributiecomponent (vervoerskosten inbegrepen) bedoeld in artikel 3, § 1, 2° van het koninklijk besluit van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/03/2012 pub. 30/03/2012 numac 2012201924 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de aardgasondernemingen en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan type koninklijk besluit prom. 29/03/2012 pub. 30/03/2012 numac 2012201922 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor het bepalen van de kosten van de toepassing van de sociale tarieven door de elektriciteitsbedrijven en de tussenkomstregels voor het ten laste nemen hiervan sluiten, waarbij het onderscheid per gasdistributiezone wordt overgenomen. § 2. Ten laatste veertien dagen na het begin van elke tariefperiode wordt de referentie-energiecomponent door de commissie op haar website gepubliceerd. § 3. De commissie kan bijkomende praktische modaliteiten vaststellen voor de berekening van de referentieprijs.
Art. 4.De kost bedoeld in artikel 2 wordt berekend ter gelegenheid van elke facturatie. Deze berekening is geautomatiseerd en geïntegreerd in de factureringssoftware van het warmtebedrijf. Met behulp van deze software stelt het warmtebedrijf enerzijds de factuur tegen sociaal tarief op die naar de klant wordt verstuurd en herberekent het anderzijds het bedrag van deze factuur tegen referentieprijs. HOOFDSTUK 3. - Aangifte van schuldvordering
Art. 5.§ 1. Met het oog op de terugbetaling van de kost bedoeld in artikel 2, dient het warmtebedrijf bij de commissie, in originele versie en vergezeld van bijlagen, een aangifte van schuldvordering in.
Deze aangifte van schuldvordering dekt de regularisatiefacturen die werden verstuurd in de loop van het jaar waarop de schuldvordering betrekking heeft. § 2. De aangifte van schuldvordering en haar bijlagen worden bij de commissie ingediend per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs uiterlijk op 31 maart van het volgend kalenderjaar. Onverminderd artikel 8 geeft de aangifte van schuldvordering die na deze datum wordt ingediend geen recht meer op een terugbetaling.
Art. 6.§ 1. De aangifte draagt het opschrift "Aangifte van schuldvordering voor de terugbetaling van de kosten van de sociale tarieven warmte" en vermeldt op zijn minst : 1° het jaar waarop de aangifte van schuldvordering betrekking heeft;2° het totale verschuldigde bedrag exclusief btw;3° het bedrag van de btw;4° het totale verschuldigde bedrag inclusief btw;5° de vermelding "Dit document is geen factuur en laat niet toe de btw af te trekken";6° het rekeningnummer waarop de terugbetaling kan gebeuren;7° de handtekening van de perso(o)n(en) met handtekeningbevoegdheid voor het betrokken warmtebedrijf en de na(a)m(en) en functie(s) van deze perso(o)n(en);8° het totale aantal beschermde klanten aan wie het uitsluitend warmte levert en het aandeel van deze warmte dat afkomstig is van respectievelijk aardgas, elektriciteit en andere warmtebronnen;9° in voorkomend geval, het totale aantal beschermde klanten aan wie het elektriciteit en aardgas levert;10° voor elk van deze categorieën van klanten, het gemiddelde bedrag van de vordering dat overeenstemt met de verhouding tussen het bedrag van de totale schuldvordering en het aantal betrokken klanten. § 2. Als bijlage bij de aangifte van schuldvordering bedoeld in paragraaf 1 deelt het warmtebedrijf zijn volledige tarieflijsten mee die van toepassing zijn voor elk van de maanden waarop de aangifte van schuldvordering betrekking heeft. § 3. Als bijlage bij de aangifte bedoeld in paragraaf 1 deelt het warmtebedrijf tevens, in elektronische vorm, voor elk van de maanden waarop de aangifte van schuldvordering betrekking heeft, de nominatieve lijst mee van de residentiële beschermde klanten van categorie 1 en 2 die aan sociaal tarief worden gefactureerd en, voor elk van deze klanten, alle facturatieparameters waarmee de juistheid van het bedrag van de factuur aan sociaal tarief en het bedrag dat tegen referentieprijs zou zijn gefactureerd kan worden nagegaan.
Deze facturatieparameters omvatten op zijn minst: 1° de identificatie van de desbetreffende klant en het unieke identificatienummer van zijn toegangspunt tot het net voor warmtevoorziening op afstand, zoals bijvoorbeeld de EAN-code;2° de datum van het begin en het einde van het verbruik;3° in voorkomend geval, de begin- en einddatum van de toepassing van een meerjarentarief;4° de datum van uitgifte van de regularisatiefactuur;5° het aantal dagen waarop de facturatie betrekking heeft;6° het totale aantal kWh;7° de identificatie van andere warmtebedrijven die bij de levering betrokken zijn of wier kosten worden doorgerekend;8° de eenheidstarieven (c/kWh) en de gefactureerde bedragen () voor de energie en voor de netwerkkosten;9° de eenheidstarieven (c/kWh) en de gefactureerde bedragen () tegen sociaal tarief, de referentieprijs en het verschil tussen deze twee bedragen;10° de categorie waartoe de klant behoort, zoals bedoeld in het artikel 2, eerste lid, 1° of 2°. Voor de volgende categorieën van klanten deelt het warmtebedrijf bovendien de detailberekening van de factuur aan het normaal tarief en aan het sociaal tarief mee, met een opsplitsing tussen de componenten energie, en netwerkkosten: 1° een klant "verwarming", te weten een klant waarvan het jaarlijkse warmteverbruik groter is dan 5 000 kWh;2° een klant "keuken - warm water", te weten een klant waarvan het jaarlijkse warmteverbruik kleiner is dan 5 000 kWh. § 4. Als bijlage bij de aangifte van schuldvordering bedoeld in § 1 deelt het warmtebedrijf tevens, in elektronische vorm, voor elk van de maanden waarop de aangifte van schuldvordering betrekking heeft, de lijst mee van de sociale huisvestingsmaatschappijen sociale verhuurkantoren (SVK's) en Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW's) (klanten van categorie 3) en, voor elk van deze maatschappijen, alle parameters waarmee de juistheid van het bedrag dat het voorwerp van de aangifte van schuldvordering vormt kan worden nagegaan, met een opsplitsing tussen de componenten energie en netwerkkosten.
Deze parameters omvatten op zijn minst : 1° de identificatie van de desbetreffende klant, het desbetreffende gebouw en het unieke identificatienummer van het toegangspunt tot het net voor warmtevoorziening op afstand;2° de datum van het begin en het einde van het verbruik;3° in voorkomend geval, de begin- en einddatum van de toepassing van een meerjarentarief;4° de datum van uitgifte van de regularisatiefactuur;5° het aantal dagen waarop de facturatie betrekking heeft;6° het totale aantal kWh;7° de identificatie van andere warmtebedrijven die bij de levering betrokken zijn of wier kosten worden doorgerekend;8° de eenheidstarieven (c/kWh) en de gefactureerde bedragen () voor de energie en de netwerkkosten;9° de eenheidstarieven (c/kWh) en de bedragen () toegepast voor energie en netwerkkosten tegen sociaal tarief, de referentieprijs en het verschil tussen deze twee bedragen;10° in voorkomend geval, het bewijs dat het warmtebedrijf het voordeel verbonden aan het sociaal tarief toepast op de huurders van sociale woningen. § 5. Een afzonderlijke aangifte van schuldvordering wordt ingediend voor de terugbetaling van de kost met betrekking tot de beschermde residentiële afnemers aangewezen door de Koning overeenkomstig artikel 15/10, § 2/2, derde lid van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten. Deze aangifte bevat de informatie zoals beschreven in dit artikel.
Art. 7.De commissie kan aanvullende praktische modaliteiten vaststellen met betrekking tot de gegevens die de aangifte van schuldvordering en haar bijlagen moeten bevatten. HOOFDSTUK 4. - Controle van de schuldvorderingen
Art. 8.§ 1. Bij de ontvangst van de aangifte van schuldvordering en haar bijlagen voert de commissie een eerste controle uit.
Ten laatste tegen 31 mei maakt de commissie per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs aan de warmtebedrijven haar vraag over tot: 1° correctie van de aangifte van schuldvordering;2° aanvullende informatie, met daarbij in het bijzonder de lijst van de klanten voor wie het warmtebedrijf het bewijs moet leveren dat ze van het sociaal tarief kunnen genieten. § 2. De warmtebedrijven maken hun gecorrigeerde aangifte van schuldvordering over per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs en de aanvullende informatie op een elektronische drager, ten laatste tegen 31 juli.
Bij ontstentenis hiervan en in afwezigheid van een geldige verantwoording verliest het warmtebedrijf definitief zijn recht op terugbetaling van de schuldvordering. § 3. Onverminderd § 1 heeft de commissie altijd het recht om, tijdens de volledige controleperiode, bijkomende inlichtingen te vragen aan de warmtebedrijven.
Art. 9.§ 1. Na ontvangst van de aanvullende informatie en, in voorkomend geval, van de gecorrigeerde aangifte van schuldvordering, onderzoekt de commissie de realiteit van de aangegeven schuldvordering. § 2. De controle van het sociaal statuut van de klanten gebeurt door middel van steekproeven.
Voor de klanten van categorie 1 wordt een steekproef van klanten ter bevestiging naar de FOD Economie gestuurd. De FOD Economie onderzoekt, ten laatste tegen 31 augustus, of de klanten in de steekproef wel degelijk beschermde klanten zijn voor de volledige facturatieperiode aan het sociaal tarief waarop de aangifte van schuldvordering slaat en brengt de commissie via e-mail op de hoogte.
Voor de klanten van categorie 2 controleert de commissie de conformiteit van een steekproef van attesten met de modellen in bijlage 2.
Voor de klanten van categorie 3 heeft de controle door de commissie betrekking op het voorkomen van de sociale huisvestingsmaatschappij op de door het desbetreffende gewest gepubliceerde lijst. De SVK's en de OCMW's moeten een verklaring op eer opstellen die bevestigt dat het gebouw met collectieve gasketel werd verhuurd in het kader van een sociaal beleid. § 3. Ten laatste op 30 september beslist de commissie om de aangegeven schuldvordering, geheel of gedeeltelijk, te aanvaarden of te weigeren.
Ze brengt de warmtebedrijven hiervan op de hoogte per aangetekend schrijven met ontvangstbevestiging.
De betaling van de schuldvordering gebeurt naar rato van het geglobaliseerde resultaat van de steekproeven bedoeld in § 2.
Als de weigering van de schuldvordering wordt gerechtvaardigd op grond van een ander motief dan het resultaat van de steekproeven, kan het warmtebedrijf, in de in de artikelen 5 en 6 bepaalde vorm, deze gecorrigeerde of aangevulde schuldvordering en haar bijlagen opnieuw indienen, ten laatste tegen 31 oktober. In dit geval beslist de commissie ten laatste op 30 november op definitieve wijze om de schuldvordering te aanvaarden of te weigeren. Ze brengt de warmtebedrijven hiervan op de hoogte per aangetekend schrijven met ontvangstbevestiging.
Art. 10.Elke vastgestelde afwijking tussen de ingediende schuldvordering en de werkelijkheid geeft aanleiding tot een weigering tot betaling van de overeenkomstige bedragen. HOOFDSTUK 5. - Terugbetaling van de schuldvorderingen
Art. 11.Binnen dertig dagen volgend op de datum van goedkeuring van de schuldvordering door de commissie wordt het bedrag ervan aan het warmtebedrijf gestort. Deze betaling wordt uitgevoerd als definitieve eindafrekening.
In voorkomend geval wordt het negatieve bedrag door het warmtebedrijf aan het Fonds gestort binnen dertig dagen volgend op de datum van goedkeuring van de aangifte van schuldvordering.
Indien het Fonds niet genoeg middelen bevat, om alle stortingen aan de warmtebedrijven uit te voeren, wordt de betaling van de schuldvorderingen die niet meer konden voldaan worden, uitgesteld tot de nodige middelen weer in het Fonds voorhanden zijn. Het beschikbare bedrag wordt toegekend naargelang van de volgorde van ontvangst van de aangiften van schuldvordering door de commissie. HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling
Art. 12.De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 juni 2022.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE Door delegatie voor Minister van Energie Tinne Van der Straeten, De Vice-eersteminister en Minister van Ambtenarenzaken, overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post, P. DE SUTTER