Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 juni 2022
gepubliceerd op 23 juni 2022

Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor het aanslagjaar 2023

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2022041540
pub.
23/06/2022
prom.
06/06/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 JUNI 2022. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor het aanslagjaar 2023


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Sinds aanslagjaar 2020 wordt een aanvullende vermindering voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten verleend (artikel 147, eerste lid, 1°, WIB 92 zoals gewijzigd door de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 05/04/2019 numac 2019011564 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal type wet prom. 23/03/2019 pub. 04/04/2019 numac 2019040586 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen sluiten tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal). Deze aanvullende vermindering vervangt de bijkomende vermindering als bedoeld in artikel 154, WIB 92. Vanaf aanslagjaar 2023 wordt ook voor werkloosheidsuitkeringen een aanvullende vermindering ingevoerd (artikel 147, eerste lid, 7°, WIB 92 zoals gewijzigd door de wet van 17 maart 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/2022 pub. 25/03/2022 numac 2022020530 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen en fraudebestrijding sluiten houdende diverse fiscale bepalingen en fraudebestrijding).

Artikel 147, vierde lid, WIB 92 bepaalt dat wanneer voor een bepaald aanslagjaar de belasting op pensioenen en andere vervangingsinkomsten of op werkloosheidsuitkeringen na toepassing van de verminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten of voor werkloosheidsuitkeringen niet tot nul is teruggebracht voor een belastingplichtige met een belastbaar inkomen dat gelijk is aan 10.160 euro (basisbedrag) en uitsluitend bestaat uit pensioenen en andere vervangingsinkomsten of werkloosheidsuitkeringen, de Koning het bedrag van de aanvullende vermindering verhoogt tot het bedrag dat nodig is om de belasting alsnog tot nul terug te brengen.

Voor het aanslagjaar 2023 is het bedrag van de basisvermindering voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten en van de basisvermindering voor werkloosheidsuitkeringen gelijk aan 1.886,89 euro (basisbedrag: 1.148,93 euro) en het bedrag van de aanvullende vermindering gelijk aan 388,21 euro (basisbedrag: 236,38 euro). Het in artikel 147, vierde lid, WIB 92 vermelde bedrag van het belastbare inkomen is voor aanslagjaar 2023 gelijk aan 16.690 euro. De basisbelasting op dat inkomen bedraagt (13.870 x 25 pct.) + ((16.690 - 13.870) x 40 pct.) of 3.467,50 + 1.128 = 4.595,50 euro. Voor aanslagjaar 2023 bedraagt het bedrag van de belastingvrije som 9.270 euro. De basisbelasting wordt zo verminderd met 2.317,50 euro (9.270 euro x 25 pct.) tot 2.278 euro (om te slane belasting). De som van de basisvermindering en de aanvullende vermindering voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten of van de basisvermindering en de aanvullende vermindering voor werkloosheidsuitkeringen, i.c. 1.886,89 + 388,21 = 2.275,10 euro, volstaat net niet om het bedrag van de verschuldigde belasting na toepassing van de verminderingen voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten of voor werkloosheidsuitkeringen op nul te brengen. Overeenkomstig artikel 147, vierde lid, WIB 92 moet het geïndexeerde bedrag van de aanvullende vermindering voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten en van de aanvullende vermindering voor werkloosheidsuitkeringen derhalve voor aanslagjaar 2023 met 2,90 euro worden verhoogd tot 391,11 euro. Dit besluit geeft hieraan uitvoering.

Het in artikel 147, eerste lid, 1°, en 7°, WIB 92 vermelde basisbedrag van de aanvullende vermindering wordt geïndexeerd aan de hand van de coëfficiënt als bedoeld in artikel 178, § 3, derde lid, 2°, WIB 92 en na toepassing van de indexeringscoëfficiënt afgerond tot de hogere of lagere cent naargelang het cijfer van de duizendsten al dan niet 5 bereikt (artikel 178, § 2, derde lid, WIB 92). De in artikel 178, § 3, derde lid, 2°, WIB 92 bedoelde indexeringscoëfficiënt is voor het aanslagjaar 2023 gelijk aan 1,6423. Om tot een geïndexeerd bedrag van 391,11 euro te komen, moet het basisbedrag van 236,38 euro worden verhoogd tot 238,15 euro.

Het nieuwe basisbedrag van 238,15 euro geldt overeenkomstig artikel 147, vierde lid, laatste zin, WIB 92 enkel voor het aanslagjaar 2023.

In antwoord op de opmerking van de Raad van State onder randnummer 4 van zijn advies, wordt er op gewezen dat een regeling waarbij de bijkomende vermindering voor werkloosheidsuitkeringen tijdelijk zou worden heringevoerd, geen impact heeft op dit besluit. De aanvullende belastingvermindering voor werkloosheidsuitkeringen zal immers ook in dat geval toch vanaf aanslagjaar 2023 van toepassing zijn.

Dit is, Sire, de draagwijdte van het besluit dat U wordt voorgelegd.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM

Advies 71.376/3 van 13 mei 2022 OVER een ontwerp van koninklijk besluit `houdende uitvoering van artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor het aanslagjaar 2023' Op 13 april 2022 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `houdende uitvoering van artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor het aanslagjaar 2023'.

Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 10 mei 2022 . De kamer was samengesteld uit Wilfried Van Vaerenbergh, kamervoorzitter, Jeroen Van Nieuwenhove en Koen Muylle, staatsraden, Jan Velaers en Bruno Peeters, assessoren, en Astrid Truyens, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Lise Vandenhende, adjunct-auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Wilfried Van Vaerenbergh, kamervoorzitter.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 13 mei 2022. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Strekking en rechtsgrond van het ontwerp 2. Het voor advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe uitvoering te geven aan artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna: WIB 92) voor het aanslagjaar 2023. Artikel 147, vierde lid, van het WIB 92 bepaalt dat wanneer voor een bepaald aanslagjaar de belasting op pensioenen en andere vervangingsinkomsten of werkloosheidsuitkeringen na toepassing van de vermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten of voor werkloosheidsuitkeringen niet tot nul is teruggebracht voor een belastingplichtige met een belastbaar inkomen dat gelijk is aan 10.160 euro (basisbedrag) en uitsluitend bestaat uit pensioenen en andere vervangingsinkomsten of werkloosheidsuitkeringen, de Koning het bedrag van de aanvullende vermindering verhoogt tot het bedrag dat nodig is om de belasting alsnog tot nul terug te brengen. 3. Rechtsgrond voor het ontwerp wordt geboden door het voornoemde artikel 147, vierde lid, van het WIB 92. Onderzoek van de tekst Verslag aan de Koning 4. In het verslag aan de Koning wordt gesteld dat de aanvullende vermindering voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten "de bijkomende vermindering als bedoeld in artikel 154, WIB 92" vervangt. Daarbij wordt er klaarblijkelijk geen rekening mee gehouden dat bedoeld artikel 154 van het WIB 92, dat is opgeheven bij de wet van 17 maart 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/2022 pub. 25/03/2022 numac 2022020530 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen en fraudebestrijding sluiten `houdende diverse fiscale bepalingen en fraudebestrijding', tijdelijk opnieuw wordt ingevoerd bij artikel 64 van het voorontwerp van wet `houdende diverse fiscale bepalingen', waarover de Raad van State, afdeling Wetgeving, op 2 mei 2022 advies 71.223/3 heeft uitgebracht. Ook al geeft de gemachtigde aan dat die tijdelijke invoering geen weerslag heeft op de ontworpen regeling, verdient het niettemin aanbeveling om de toelichting in het verslag aan de Koning in het licht van het voorgaande aan te passen.

De griffier, A. Truyens De voorzitter, W. Van Vaerenbergh

6 JUNI 2022. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor het aanslagjaar 2023 FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 147, vierde lid, ingevoegd bij de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 05/04/2019 numac 2019011564 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal type wet prom. 23/03/2019 pub. 04/04/2019 numac 2019040586 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen sluiten en gewijzigd bij de wet van 17 maart 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/03/2022 pub. 25/03/2022 numac 2022020530 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen en fraudebestrijding sluiten;

Gelet op het KB/WIB 92;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 25 maart 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 7 april 2022;

Gelet op het advies 71.376/3 van de Raad van State, gegeven op 13 mei 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In hoofdstuk 1 van het KB/WIB 92 wordt het opschrift van afdeling XXVundecies/8, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 juni 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 12/07/2019 numac 2019041270 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 sluiten, als volgt vervangen: "Afdeling XXVundecies/8. - Bedrag van de in artikel 147, eerste lid, 1° en 7°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde aanvullende verminderingen".

Art. 2.In artikel 6318/18, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 juni 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 12/07/2019 numac 2019041270 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 sluiten en vervangen bij het koninklijk besluit van 2 mei 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de inleidende zin van het enige lid wordt het woord "wordt" vervangen door het woord "worden" en worden de woorden "en, vanaf aanslagjaar 2023, het in artikel 147, eerste lid, 7°, van datzelfde Wetboek vermelde bedrag van de aanvullende vermindering voor werkloosheidsuitkeringen" ingevoegd tussen de woorden "aanvullende vermindering voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten" en de woorden "gebracht op"; 2° het enige lid wordt aangevuld met een bepaling onder een derde streepje, luidende: "- voor het aanslagjaar 2023: 238,15 euro.".

Art. 3.Dit besluit is van toepassing vanaf aanslagjaar 2023.

Art. 4.De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 juni 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM

^