6 JULI 1997. Koninklijk besluit houdende aanwijzing van beheerders bij het Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, inzonderheid artikel 7, § 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 mei 1965 betreffende het Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 augustus 1972, inzonderheid artikel 7;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1995 houdende vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden met betrekking tot het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu, inzonderheid artikel 7;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Worden vanaf 1 juli 1995 en voor een periode van zes jaar aangewezen bij het Fonds voor dringende geneeskundige hulpverlening : de heer C. Decoster, directeur-generaal bij het Ministerie van Sociale zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, als beheerder en vice-voorzitter;

Mevr. B. Toussaint, geneesheer, hoofd van dienst bij voormeld Ministerie als beheerder; de heer Moray, juridisch adviseur bij voormeld Ministerie als beheerder; de heer W. Stoefs, inspecteur van Financiën als beheerder.

Deze twee laatsten vervangen respectievelijk de heer G. Habran, juridisch adviseur en Mevr. J. Bayet, echtgenote Roland, inspecteur van Financiën wier mandaat geëindigd is op 30 juni 1995.

Art. 2.Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS