gepubliceerd op 28 februari 2003
Koninklijk besluit betreffende het opleidingsgetuigschrift voor bestuurders van voertuigen die radioactieve stoffen over de weg vervoeren
6 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit betreffende het opleidingsgetuigschrift voor bestuurders van voertuigen die radioactieve stoffen over de weg vervoeren
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) en op de bijlagen, ondertekend te Genève op 30 september 1957 en goedgekeurd bij de wet van 10 augustus 1960, inzonderheid op de hoofdstukken 1.2, 2.1 en 8.2;
Gelet op de richtlijn 94/55/EG van de Raad van 21 november 1994 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lid-Staten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, en de latere aanpassingen;
Gelet op de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van internationale verdragen en akten inzake vervoer over de weg, de spoorweg of de waterweg, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985, 28 juli 1987 en 3 mei 1999 inzonderheid op de artikelen 1, 2 en 2bis ;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 december 1994 betreffende het opleidingsgetuigschrift voor bestuurders van transporteenheden die radioactieve stoffen over de weg vervoeren;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 8 april 2002;
Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat sinds 1 september 2001 de bevoegdheid inzake het onderzoeken van de dossiers inzake het vervoer van radioactieve stoffen werd overgedragen van de Dienst voor bescherming tegen ioniserende stralingen van het Ministerie van Sociale zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu aan het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle;
Gelet op het advies 34.406/4 van de Raad van State, gegeven op 22 november 2002 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende de noodzaak om onverwijld de mogelijkheid te scheppen tot het verwerven van het internationaal ADR opleidingsgetuigschrift voor bestuurders die radioactieve stoffen vervoeren over de weg, vereist door het Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR);
Op voordracht van onze Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - De woorden « het koninklijk besluit van 20 juli 2001 » : het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en van het leefmilieu tegen het gevaar van ioniserende stralingen; - De woorden « koninklijk besluit van 26 maart 1993 » : het koninklijk besluit van 26 maart 1993 betreffende het opleidingsgetuigschrift voor bestuurders van transporteenheden die gevaarlijke, andere dan radioactieve stoffen, over de weg vervoeren; - De woorden « het koninklijk besluit van 15 december 1994 » : het koninklijk besluit van 15 december 1994 betreffende het opleidingsgetuigschrift voor bestuurders van transporteenheden die radioactieve stoffen over de weg vervoeren; - De afkorting « ADR » : het Europees Verdrag betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, en bijlagen, ondertekend op 30 september 1957 te Genève; - Het woord « klassen » : de klassen van gevaarlijke goederen opgesomd in hoofdstuk 2.1 van het ADR; - De woorden « radioactieve stoffen » : de stoffen opgesomd in afdeling 2.2.7.1. van het ADR; - Het woord « vervoer » : ieder vervoer, met inbegrip van het laden en lossen, over de weg met behulp van een transporteenheid, een tankvoertuig, een tank of een laadketel zoals hieronder omschreven, dat plaatsvindt via het openbare wegennet op het grondgebied van een lid-Staat dat het Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, en bijlagen, ondertekend heeft. Vervoer dat volledig binnen een gesloten ruimte plaatsvindt valt niet onder deze definitie; - Het woord « transporteenheid » : de transporteenheid bedoeld in hoofdstuk 1.2 van het ADR; - Het woord « tankvoertuig » : het tankvoertuig bedoeld in hoofdstuk 1.2 van het ADR; - Het woord « tank » : de tank bedoeld in hoofdstuk 1.2 van het ADR; - Het woord « laadketel » : de laadketel bedoeld in hoofdstuk 1.2 van het ADR; - Het woord « opleidingsgetuigschrift » : het opleidingsgetuigschrift bedoeld in hoofdstuk 8.2 van het ADR; - Het woord « opleidingscursus » : de cursus zoals omschreven in hoofdstuk 8.2 van het ADR; - Het woord « vervolmakingscursus » : de bijscholingscursus omschreven in hoofdstuk 8.2 van het ADR; - Het woord « het Agentschap » : het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle opgericht bij wet van 15 april 1994; - Het woord « collo van het type A » : het collo omschreven in artikel 2.2.7. van het ADR; - Het woord « transportindex » : de index omschreven in artikel 2.2.7.6.1. van het ADR. Toepassingsgebied
Art. 2.§ 1. Dit besluit is van toepassing op iedere bestuurder van een voertuig die vervoer van radioactieve stoffen over de openbare weg verricht, behoudens : - wanneer het vervoer betreft van radioactieve stoffen in uitgezonderde colli met UNO identificatienummer 2908, 2909, 2910 of 2911 zoals vermeld in het ADR; - wanneer het vervoer betreft van radioactieve stoffen in colli van het type A, voorzover het aantal colli de 10 niet overschrijdt en de som van de transportindexen van deze colli niet hoger is dan 3.
Bestuurders die van deze laatste uitzondering gebruik willen maken dienen echter wel in het bezit te zijn van een attest, afgeleverd door de werkgever, waarin bevestigd wordt dat de bestuurder een gepaste opleiding genoten heeft. § 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, is dit besluit eveneens van toepassing wanneer het tankvoertuig, tank of laadketel na het lossen van de radioactieve stoffen een traject over de openbare weg aflegt zonder dat het tankvoertuig, de tank of de laadketel werden gereinigd.
Opleidingsgetuigschrift
Art. 3.§ 1. Iedere bestuurder van een tankvoertuig of een transporteenheid die vervoer van radioactieve stoffen over de openbare weg verricht, moet in het bezit zijn van een opleidingsgetuigschrift geldig voor de klasse 7. § 2. Het opleidingsgetuigschrift dat wordt afgegeven voor het vervoer van radioactieve stoffen van de klasse 7 is geldig voor : - hetzij het vervoer in tanks en het vervoer op een andere wijze dan in tanks; - hetzij enkel voor het vervoer op een andere wijze dan in tanks.
Afgifte van de opleidingsgetuigschriften
Art. 4.§ 1. Het opleidingsgetuigschrift voor het vervoer van gevaarlijke stoffen van de klasse 7 wordt afgegeven in de vorm van een uitbreiding van de geldigheid tot de klasse 7 van het opleidingsgetuigschrift dat met toepassing van het koninklijk besluit van 26 maart 1993 werd afgegeven, voor hetzij het vervoer in tanks voor de stoffen behorende tot de categorie B, hetzij enkel voor het vervoer op een andere wijze dan in tanks voor de stoffen behorende tot de categorie D, zoals bepaald in artikel 2, § 4, van bovengenoemd besluit van 26 maart 1993. § 2. De uitbreiding van de geldigheid tot klasse 7 wordt toegekend aan iedere persoon, die met goed gevolg, een opleidingscursus heeft gehad, of, binnen het jaar voor de vervaldatum van een reeds vroeger tot klasse 7 uitgebreid opleidingsgetuigschrift met goed gevolg een vervolmakingscursus heeft gehad.
Diegene die een opleidingscursus of in voorkomend geval een vervolmakingscursus heeft gevolgd, die de specifieke aspecten van de radioactieve stoffen behandelt, die bepaald zijn in hoofdstuk 8.2 van het ADR en geslaagd is voor het overeenkomstige examen, voldoet aan de bij het eerste lid gestelde voorwaarde. § 3. De uitbreiding tot de klasse 7 van de opleidingsgetuigschriften die met toepassing van het koninklijk besluit van 26 maart 1993 werden afgegeven, wordt toegekend door het Agentschap. § 4. Het behalen van het opleidingsgetuigschrift voor de klasse 7 ontslaat de werkgever niet van zijn verplichtingen inzake informatie en vorming van de betrokken werkers krachtens de bepalingen van het koninklijk besluit van 20 juli 2001.
Cursus
Art. 5.§ 1. De opleidingscursus dient ten minste de volgende onderwerpen te behandelen : a) gevaren eigen aan de ioniserende straling;b) specifieke voorschriften betreffende de verpakking, de manipulatie, het samenladen en de stuwing van radioactieve stoffen;c) specifieke maatregelen die moeten getroffen worden wanneer radioactieve materialen bij een ongeval betrokken zijn. De opleidingscursus bevat ten minste 8 leseenheden. Elke leseenheid duurt 45 minuten. § 2. De vervolmakingscursus heeft tot doel de kennis van de bestuurders up-to-date te brengen; ze moeten betrekking hebben op de nieuwe ontwikkelingen op technisch en juridisch gebied en op het gebied van de te vervoeren stoffen.
De vervolmakingscursus bevat ten minste 4 leseenheden. Elke leseenheid duurt 45 minuten. § 3. De Directeur-generaal van het Agentschap bepaalt de overige modaliteiten van de opleidingscursus en de vervolmakingscursus in overeenstemming met de bepalingen van het ADR.
Art. 6.De Directeur-generaal van het Agentschap wijst de personeelsleden van het Agentschap aan die belast worden met het geven van de cursussen en de beoordeling van het examen.
Examens
Art. 7.§ 1. De personeelsleden belast met het geven van de cursussen, stellen een vragenlijst op. De bij het examen gestelde vragen moeten uit deze lijst afkomstig zijn. De kandidaten mogen voor het examen op generlei wijze kennis hebben van de vragen die uit deze lijst werden gekozen. § 2. Over de opleidingscursus worden ten minste 15 vragen gesteld uit de in paragraaf 1 genoemde lijst. § 3. Over de vervolmakingscursus worden ten minste 7 vragen gesteld uit de in paragraaf 1 genoemde lijst.
Duplicaten
Art. 8.Duplicaten van opleidingsgetuigschriften geldig voor de klasse 7 kunnen slechts bekomen worden mits voorlegging van het duplicaat afgeleverd door de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer volgens de bepalingen van het koninklijk besluit van 26 maart 1993.
Sancties
Art. 9.Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en vervolgd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van internationale verdragen en akten inzake vervoer over de weg, de spoorweg of de waterweg, inzonderheid de artikelen 2 en 2bis .
Overgangsmaatregelen
Art. 10.§ 1. De opleidingsgetuigschriften afgegeven met toepassing van het koninklijk besluit van 15 december 1994 blijven geldig tot de vervaldatum die erop vermeld staat. § 2. Het Agentschap kent de uitbreiding tot de klasse 7 toe van opleidingsgetuigschriften afgegeven door de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer met toepassing van het koninklijk besluit van 26 maart 1993 voor die personen die vóór 1 september 2001 met goed gevolg voldaan hebben aan de opleidingscursus of de vervolmakingscursus, zoals bedoeld in artikel 3, § 3, van het koninklijk besluit van 15 december 1994, voorzover voldaan blijft aan de modaliteiten tot uitbreiding van de geldigheid tot de klasse 7 van de voornoemde opleidingsgetuigschriften voorzien in hogergenoemd koninklijk besluit van 15 december 1994.
Opheffingsbepaling
Art. 11.Het koninklijk besluit van 15 december 1994 betreffende het opleidingsgetuigschrift voor bestuurders van transporteenheden die radioactieve stoffen over de weg vervoeren, wordt opgeheven.
Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2001.
Art. 13.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 februari 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE