Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 december 2020
gepubliceerd op 26 januari 2021

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende de opleidingsplannen en het sectoraal opleidingsengagement

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2020205052
pub.
26/01/2021
prom.
06/12/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende de opleidingsplannen en het sectoraal opleidingsengagement (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende de opleidingsplannen en het sectoraal opleidingsengagement.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 december 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2020 Opleidingsplannen en sectoraal opleidingsengagement (Overeenkomst geregistreerd op 30 juli 2020 onder het nummer 159775/CO/209)

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en hun werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bedienden die behoren tot het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid.

Art. 2.Definitie opleidingsplan Onder "opleidingsplan" wordt verstaan : een globaal overzicht van enerzijds de opleidingsbehoeften in de onderneming en anderzijds de wijze waarop er zal aan tegemoet gekomen worden.

Art. 3.Opmaak Bij de opmaak van het opleidingsplan zullen de opleidingsbehoeften in alle afdelingen en van alle personeelsgroepen worden onderzocht. Er zal ook rekening worden gehouden met een evenwichtige participatiegraad en met de individuele opleidingsbehoeften.

Jaarlijks wordt de uitvoering van het opleidingsplan gerapporteerd aan de ondernemingsraad of bij ontstentenis aan de syndicale delegatie of bij ontstentenis aan het comité bescherming en preventie op het werk.

Art. 4.Toepassing en timing § 1. Elke onderneming die een ondernemingsraad of bij ontstentenis een comité bescherming en preventie op het werk heeft opgericht, stelt jaarlijks een globaal opleidingsplan op. § 2. Dit opleidingsplan wordt voor advies voorgelegd aan de ondernemingsraad.

Bij ontstentenis van een ondernemingsraad wordt dit opleidingsplan voor advies voorgelegd aan de syndicale delegatie.

In ondernemingen zonder ondernemingsraad en zonder vakbondsafvaardiging dient het opleidingsplan voor advies voorgelegd te worden aan het comité voor preventie en bescherming en preventie op het werk. § 3. Tegen 31 maart van elk jaar moet het plan definitief zijn opgemaakt. Indien het boekhoudkundig jaar niet samenvalt met het kalenderjaar, moet de opmaak opgemaakt zijn binnen de 3 maanden na het begin van het boekhoudkundig jaar. § 4. Bij een aanvraag tot financiële tussenkomst bij een sectoraal vormingsfonds door de in § 1 omschreven ondernemingen zal geattesteerd moeten worden dat het opleidingsplan voor advies werd voorgelegd.

Het attest wordt ondertekend door de voorzitter en secretaris van de ondernemingsraad.

Indien het plan werd voorgelegd aan de syndicale delegatie, zal het attest ondertekend worden door een vertegenwoordiger van elke organisatie vertegenwoordigd in de vakbondsafvaardiging.

Indien het plan werd voorgelegd aan het comité voor preventie en bescherming op het werk, zal het attest ondertekend worden door de voorzitter van het comité en een vertegenwoordiger van elke bediendeorganisatie vertegenwoordigd in dit comité.

Art. 5.Sectoraal opleidingsengagement § 1. De opleidingsdoelstelling zoals bepaald in de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten betreffende werkbaar en wendbaar werk bedraagt gemiddeld 5 opleidingsdagen per jaar per voltijds equivalente bediende. Deze doelstelling moet in de ondernemingen gerealiseerd worden. § 2. Onder "opleiding" wordt zowel de formele als de informele opleiding begrepen : a) formele opleiding : door lesgevers of sprekers ontwikkelde cursussen en stages.Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van organisatie van de opleider of opleidingsinstelling. Ze gaan door op een plaats die duidelijk van de werkplek gescheiden is. Ze richten zich tot een groep cursisten en vaak wordt een attest verstrekt dat de opleiding gevolgd werd. Die opleidingen kunnen ontwikkeld en beheerd worden door de onderneming zelf of door een extern organisme; b) informele opleiding : de opleidingsactiviteiten, andere dan deze bedoeld onder a) die rechtstreeks betrekking hebben op het werk.Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van zelforganisatie door de individuele leerling of door een groep leerlingen met betrekking tot de tijd, de plaats en de inhoud, een inhoud die gekozen wordt volgens de individuele behoeften van de cursist op de werkplek, en met een rechtstreeks verband met het werk en de werkplek, met inbegrip van deelname aan conferenties of beurzen voor leerdoeleinden. § 3. De opleiding dient tijdens de werkuren te gebeuren. § 4.De opleidingsinspanning zal jaarlijks op ondernemingsvlak geëvalueerd worden door de ondernemingsraad of bij ontstentenis door de syndicale delegatie voor bedienden of bij ontstentenis door het comité voor preventie en bescherming op het werk. Tegelijkertijd zullen eveneens de vooruitzichten betreffende opleiding besproken worden.

Deze evaluatie en bespreking gebeurt ter gelegenheid van de jaarlijkse inlichtingen, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972, houdende ordening van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden. § 5. Een globale sectorale evaluatie van deze opleidingsinspanningen is voorzien tegen einde 2020.

Art. 6.Opleidingsbijdrage De opbrengst van de door het SFBM geïnde opleidingsbijdrage ten belope van 0,05 pct. van de bruto loonmassa van de bedienden zal integraal doorgestort worden aan de vzw "INOM-Bedienden".

Van dit bedrag zal "INOM-Bedienden" 67 pct. verdelen tussen de bestuurscomités à rato van 60 pct. voor het Bestuurscomité Noord en 40 pct. voor het Bestuurscomité Zuid.

De overige 33 pct. zal verdeeld worden tussen de paritaire opleidings- en loopbaanfondsen voor de bedienden die op provinciaal of subgewestelijk vlak bestaan. Deze verdeling gebeurt volgens het procentuele aandeel van elke provincie of subgewest in de totaliteit de geïnde opleidingsbijdrage.

Art. 7.Vervanging Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 november 2019 met registratienummer 156077 aangaande opleidingsplannen en sectoraal opleidingsengagement.

Art. 8.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2020 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door één van de partijen worden opgezegd, mits een opzegging van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité.

Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde notulen van de vergadering.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 december 2020.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^