Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 december 2020
gepubliceerd op 22 januari 2021

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de geldende ervaringsbarema's in de sector van de exploitatie van bioscoopzalen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2020043803
pub.
22/01/2021
prom.
06/12/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de geldende ervaringsbarema's in de sector van de exploitatie van bioscoopzalen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de geldende ervaringsbarema's in de sector van de exploitatie van bioscoopzalen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 december 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2019 Geldende ervaringsbarema's in de sector van de exploitatie van bioscoopzalen (Overeenkomst geregistreerd op 19 december 2019 onder het nummer 156088/CO/303.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen.

Onder "werknemer" verstaat men : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Barema's van de arbeiders

Art. 2.§ 1. Onderstaande tabel bevat de minimum uurlonen voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur vanaf 1 oktober 2019. Ze staan tegenover het referentie-indexcijfer 106,60 (basis = 2013).

Categorie/Catégorie

EUR

Maanden dienst/Mois de service

Jaren dienst/Années de service

0

6

12

2

4

6

8

I

Schoonmaakpersoneel/ Personnel de nettoyage

10,9966

11,1932

11,3082

11,3482

11,3782

11,3982

11,4082

Onderhoudspersoneel/ Personnel d'entretien

10,9966

11,1932

11,3082

11,3482

11,3782

11,3982

11,4082

Geschoold onderhoudspersoneel/ Personnel d'entretien qualifié

12,9995

13,0395

13,0695

13,0895

13,0995

II

Toezichtpersoneel/ Personnel de surveillance

12,2791

12,3191

12,3491

12,3691

12,3791

III

Beginnend operateur/ Opérateur débutant

11,1013

11,1413

11,1713

11,1913

11,2013

Hulpoperateur/ Aide-opérateur

11,3756

11,4156

11,4456

11,4656

11,4756

Vakbekwaam operateur (- dan 5 zalen)/ Opérateur qualifié (- de 5 salles)

12,6848

12,7248

12,7548

12,7748

12,7848

Vakbekwaam operateur (minstens 5 zalen)/ Opérateur qualifié (au - 5 salles)

12,9995

13,0395

13,0695

13,0895

13,0995

IV

Hostessen en stewards/ Hôtesses et stewards

10,9966

11,1932

11,3082

11,3482

11,3782

11,3982

11,4082

Hostessen/Stewards-kassiers/ Hôtesses/Stewards caissier(ère)s

11,4941

11,5341

11,5641

11,5841

11,5941

Parkeerbegeleiders/ Convoyeurs au parking

10,9966

11,1932

11,3082

11,3482

11,3782

11,3982

11,4082

Toonbankpersoneel/ Personnel au comptoir

11,1013

11,3756

11,4941

11,5341

11,5641

11,5841

11,5941

Geschoold barman/ Barman qualifié

11,8560

12,1469

12,2791

12,3191

12,3491

12,3691

12,3791

V

Hoofdoperateur/ Chef-opérateur

14,0585

14,0985

14,1285

14,1485

14,1585

Chef-schoonmaak/ Chef-nettoyage

12,7153

12,7553

12,7853

12,8053

12,8153

Chef-onderhoud/ Chef-entretien

12,7153

12,7553

12,7853

12,8053

12,8153

Chef-hostessen/stewards/ Chef hôtesses/stewards

12,7153

12,7553

12,7853

12,8053

12,8153

Chef parkeerbegeleiders/ Chef convoyeurs au parking

12,7153

12,7553

12,7853

12,8053

12,8153


§ 2. Werklieden van minder dan 18 jaar Het barema voor werklieden die minder dan 18 jaar oud zijn, wordt afgeschaft vanaf 1 januari 2012. HOOFDSTUK III. - Barema's van de bedienden

Art. 3.§ 1. Onderstaande tabel bevat de minimum maandlonen voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur vanaf 1 oktober 2019. Ze staan tegenover het referentie-indexcijfer 106,60 (basis = 2013).

Categorie/Catégorie Ervaring/Expérience

1

2

3

4

5

0

1 797,53

1 877,48

1 893,43

2 182,98

2 622,90

1

1 862,33

1 961,13

2 098,86

2 197,05

2 639,63

2

1 872,93

1 988,24

2 108,41

2 209,01

2 656,11

3

1 883,36

2 015,35

2 147,00

2 236,34

2 672,93

4

1 898,06

2 046,86

2 185,15

2 263,16

2 689,36

5

1 912,99

2 078,34

2 223,04

2 306,48

2 746,02

6

1 927,67

2 109,33

2 261,53

2 331,02

2 757,02

7

1 942,31

2 139,44

2 261,53

2 354,58

2 813,55

8

1 957,10

2 167,72

2 337,97

2 441,34

2 926,61

9

1 971,95

2 196,29

2 376,21

2 484,71

2 983,29

10

1 984,35

2 222,26

2 414,61

2 528,44

3 040,36

11

1 997,11

2 246,54

2 452,86

2 571,57

3 096,44

12

2 009,80

2 270,40

2 491,17

2 615,06

3 152,96

13

2 022,18

2 294,41

2 521,48

2 654,43

3 209,63

14

2 034,59

2 318,23

2 551,83

2 689,96

3 257,18

15

2 047,03

2 342,33

2 581,82

2 725,23

3 304,71

16

2 047,03

2 342,33

2 615,65

2 765,85

3 360,29

17

2 055,57

2 357,55

2 684,46

2 821,93

3 407,98

18

2 055,57

2 357,55

2 684,46

2 841,26

3 455,40

19

2 064,13

2 373,14

2 702,00

2 850,60

3 455,40

20

2 064,13

2 373,14

2 702,00

2 866,11

3 493,59

21

2 064,13

2 373,14

2 761,55

2 897,92

3 493,59

22

2 064,13

2 373,14

2 761,55

2 915,65

3 536,75


§ 2. Principes De loonschaal bepaalt de minimumlonen in elke categorie in functie van de ervaring van de werknemer.

Het sectorale baremieke loon van de werknemer volgt de evolutie van de ervaringscurve totdat hij het maximum ervan heeft bereikt.

De verhogingen binnen eenzelfde curve gaan in tijdens de eerste maand welke op de aanwerving van de werknemer volgt.

In geval van verandering van categorie zal de werknemer verplaatst worden naar de ervaringscurve die overeenkomt met zijn nieuwe categorie, rekening houdend met zijn verworven ervaring. § 3. De periodes van gelijkgestelde ervaring Ten opzichte van de hierboven vermelde kernprincipes komen de sociale partners overeen om volgende periodes gelijk te stellen met ervaring : - alle activiteitsperiodes binnen een beroepsomgeving (onder meer : interims, stages, bepaalde duurcontracten, zelfstandig werk, vrijwilligerswerk,...); - de jaren van studies, vanaf de leeftijd van 21 jaar en eventuele jaren van legerdienst; - alle periodes van contractschorsing (tijdskrediet, moederschapsverlof,...) evenals de periodes die gedekt zijn door de sociale zekerheid en de sociale wetgeving (werkloosheid, ziekte-invaliditeit,...). § 4. Jongerenbarema Vanaf 1 januari 2012 wordt het jongerenbarema afgeschaft. § 5. Overgangsbepalingen De bedienden die in functie zijn op het tijdstip van de invoering van de ervaringsbarema's zullen, in hun categorie, een aantal jaren ervaring toegewezen krijgen dat overeenstemt met de loonschaal waarop zij tot dan aanspraak konden maken.

Iedere bediende die door de toepassing van de in deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene bepalingen een of andere schade zou lijden, zal een beroep kunnen doen op het verzoeningsbureau dat paritair is samengesteld uit leden van het paritair subcomité om zijn geval te bekijken. HOOFDSTUK IV. - Algemene bepalingen

Art. 4.Deze minimumbarema's zijn gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad; zij variëren overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn voor de lonen en wedden van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen.

Art. 5.Meer gunstige situaties bestaande op ondernemingsvlak blijven behouden. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2017 betreffende de geldende ervaringsbarema's (geregistreerd met nummer 143012). Ze treedt in werking op 1 oktober 2019 en is gesloten voor een onbepaalde duur.

Ze kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van 3 maanden, betekend bij aangetekend schrijven bij de post en gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 december 2020.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de geldende ervaringsbarema's in de sector van de exploitatie van bioscoopzalen De sociale partners van de sector kiezen ervoor om alle eventuele discriminatie te voorkomen door middel van de gelijkstelling van de ervaring met beroepservaring voor alle andere vormen van pertinente ervaring die verworven werd door de werknemers.

De sociale partners menen dat beroepservaring en permanente opleiding voor hogere competenties moeten worden beloond en bijdragen tot een duurzame en zekerdere arbeidsverhouding. Deze pertinente ervaring zal, op haar beurt, een hogere participatie teweegbrengen van ervaren werknemers aan het arbeidsproces, waardoor aldus een vroegtijdige uitstoot van arbeidskrachten kan worden voorkomen. De sociale partners hebben dus beslist om een beperkt aantal periodes gelijk te stellen, namelijk : Alle activiteitsperiodes in een professioneel milieu, zowel in België als in het buitenland (met name : uitzendarbeid, overheidsdiensten, stages, overeenkomsten voor bepaalde tijd, arbeid als zelfstandige, vrijwilligerswerk, enz.) : De sociale partners menen dat het noodzakelijk, gerechtvaardigd en passend is om rekening te houden met de verschillende soorten ervaring die verworven werd in een professioneel milieu.

Studies en eventuele militaire dienst : Uitgaande van het principe dat de uitoefening van de functies in de ondernemingen van hun sector een grote waaier van bekwaamheden vereist, menen de sociale partners dat het noodzakelijk, gerechtvaardigd en passend is om rekening te houden met de verschillende soorten opleiding, alsook met de eventuele militaire dienst, gelet op het gamma van taken die zowel tijdens een militaire dienst als in de sector worden uitgevoerd.

Gelijkgestelde schorsingsperiodes, zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst : De sociale partners menen dat een te beperkte interpretatie van het begrip ervaring aanleiding kan geven tot indirecte discriminatie op basis van het geslacht, zoals eerder vastgesteld werd door het Hof van Justitie. Men kan bijvoorbeeld objectief vaststellen dat vrouwelijke werknemers meestal minder beroepsloopbaan hebben opgebouwd door verschillende tijdelijke schorsingen die verband houden met het moederschap en familiale omstandigheden. De gelijkstelling van de schorsingsperiodes beoogt aldus de strijd tegen deze onrechtstreekse discriminatie.

De sociale partners menen dat de uitsluiting van sommige gelijkgestelde periodes ook aanleiding kan geven tot discriminatie, bijvoorbeeld, op basis van de gezondheidstoestand, als de ziekteperiodes niet voldoende in rekening worden genomen voor de toekenning van de ervaringsjaren. De arbeidsongeschiktheid niet gelijkstellen zou overigens strijdig zijn met de wet van 10 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002099 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie sluiten die uitdrukkelijk elke vorm van discriminatie verbiedt op basis van de huidige of toekomstige gezondheidstoestand.

Werkloosheid : De sociale partners van de sector zijn reeds vele jaren bezorgd over de beroepsinschakeling van de werknemers in de sector. Zo werden opleidingen georganiseerd door het sociaal fonds om het voor de werknemers mogelijk te maken om beter te beantwoorden aan de evolutie van de taken in de bioscoopzalen.

Overigens maken de werknemers zeer vaak gebruik van de werkloosheidsperiodes om zich te heroriënteren en nieuwe competenties te ontwikkelen. Het feit dat zij nadien worden aangeworven in een arbeidsrelatie met een werkgever van de sector toont aan dat deze laatste hem impliciet een toereikend ervaringsniveau toekent. Men kan dus rechtmatig veronderstellen dat deze werknemers op een efficiënte manier de periodes van beroepsinactiviteit hebben doorstaan en benut om hun "inzetbaarheid" te handhaven, en zelfs aan te vullen.

Rekening houdend met wat voorafgaat, menen de sociale partners dus dat de werkloosheidsperiodes moeten worden erkend als nuttige ervaring.

Geen rekening houden met deze periodes zou tot gevolg hebben dat de werknemers die hun niveau gehandhaafd hebben worden gestraft.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 december 2020.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^