gepubliceerd op 23 augustus 2021
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen wat betreft de aangifte, betaling en diverse regels met betrekking tot de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen
6 AUGUSTUS 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen wat betreft de aangifte, betaling en diverse regels met betrekking tot de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, artikel 108;
Gelet op het Wetboek diverse rechten en taksen, artikelen 201/9/1, eerste en derde lid, 201/9/2, § 1, derde lid, 201/9/2, § 2, 201/9/3, § 1, vierde lid, 201/9/3, § 2, tweede lid, 201/9/3, § 3, 201/9/4, tweede en vijfde lid, 201/9/5, derde lid en 2031;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 mei 2020;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 mei 2021;
Gelet op het akkoord van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 14 juni 2021;
Gelet op het advies nr. 95/2021 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 14 juni 2021;
Gelet op het advies nr. 69.712/3 van de Raad van State, gegeven op 20 juli 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Titel X van boek II van het koninklijk besluit van 3 maart 1927 houdende uitvoering van het Wetboek diverse rechten en taksen, vernummerd bij het koninklijk besluit van 21 december 2006 en opgeheven bij het koninklijk besluit van 17 februari 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/02/2019 pub. 08/03/2019 numac 2019011084 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van diverse wetten en tot aanpassing van diverse koninklijke besluiten met het oog op onder meer de harmonisatie van de betalingsmodaliteiten binnen de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen sluiten, wordt hersteld als volgt "Titel X - Jaarlijkse taks op de effectenrekeningen" en omvat de artikelen 2407bis tot 2407sexies7.
Art. 2.In titel X van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt artikel 2407bis, opgeheven bij het koninklijk besluit van 17 februari 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/02/2019 pub. 08/03/2019 numac 2019011084 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van diverse wetten en tot aanpassing van diverse koninklijke besluiten met het oog op onder meer de harmonisatie van de betalingsmodaliteiten binnen de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen sluiten, hersteld als volgt: "
Art. 2407bis.§ 1. De Belgische tussenpersoon of de erkende vertegenwoordiger dient, via het door de Federale Overheidsdienst Financiën ter beschikking gestelde beveiligde elektronische platform, een aangifte in die vermeldt: 1° de referentieperiode waarvoor ze werd opgemaakt;2° zijn naam en zijn ondernemingsnummer of wanneer de erkende vertegenwoordiger een natuurlijke persoon is, zijn naam, zijn eerste voornaam en ondernemingsnummer, de naam van de tussenpersoon die de erkende vertegenwoordiger heeft aangeduid alsook het fiscaal identificatienummer van deze tussenpersoon in zijn vestigingsstaat;3° het aantal effectenrekeningen begrepen in de aangifte;4° de gecumuleerde belastbare basis van de effectenrekeningen waarvoor de aangifte wordt gedaan en het verschuldigde bedrag;de belastbare basis van de rekeningen waarvoor artikel 201/6, tweede lid, van het Wetboek van toepassing is, wordt evenwel afzonderlijk vermeld, met het verschuldigde bedrag; 5° de andere elementen nodig voor de juiste heffing van de taks. De aangever houdt een lijst ter beschikking van de administratie met de effectenrekeningen waarop de aangifte betrekking heeft, met vermelding van het nummer van elke rekening, het belastbare bedrag en het bedrag van de taks.
In afwijking van het eerste lid, wordt de aangifte ingediend op het kantoor bedoeld in artikel 2407sexies3 zolang het beveiligde elektronische platform niet ter beschikking is gesteld door de Federale Overheidsdienst Financiën. Deze afwijking is niet meer van toepassing twee maanden na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van een bericht waarin wordt aangekondigd dat het platform beschikbaar is. § 2. In geval van toepassing van artikel 201/9/3, § 1 van het Wetboek, dient de titularis de aangifte in via het beveiligde elektronische platform dat ter beschikking wordt gesteld door de Federale Overheidsdienst Financiën.
In geval van toepassing van artikel 201/9/3, § 2, tweede lid van het Wetboek, dient de titularis de aangifte in op het kantoor bedoeld in paragraaf 1, derde lid.
Naast de gegevens bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, 4° en 5°, vermeldt de aangifte per effectenrekening: 1° de identiteit van de titularissen ;2° de identiteit van de tussenpersoon volgens de nadere regels bepaald in paragraaf 1, eerste lid, 2°. De vermelding van de identiteit omvat: 1° voor een natuurlijke persoon zijn naam, zijn eerste voornaam, de datum en plaats van zijn geboorte evenals zijn woonplaats ;2° voor een rechtspersoon, zijn ondernemingsnummer, zijn naam, zijn rechtsvorm en zijn zetel. De aangever houdt een lijst ter beschikking van de administratie met de effectenrekeningen waarop de aangifte betrekking heeft, met vermelding van het nummer van elke rekening, het belastbare bedrag en het bedrag van de taks.".
Art. 3.In titel X van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt artikel 2407ter, opgeheven bij het koninklijk besluit van 17 februari 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/02/2019 pub. 08/03/2019 numac 2019011084 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van diverse wetten en tot aanpassing van diverse koninklijke besluiten met het oog op onder meer de harmonisatie van de betalingsmodaliteiten binnen de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen sluiten, hersteld als volgt: "
Art. 2407ter.De niet in België opgerichte of gevestigde tussenpersoon die een in België opgerichte of gevestigde aansprakelijke vertegenwoordiger wil laten erkennen, richt zijn verzoek aan het kantoor bedoeld in artikel 2407sexies3.
Het verzoek vermeldt de volledige identiteit van de niet in België opgerichte of gevestigde tussenpersoon en van de door hem voorgestelde aansprakelijke vertegenwoordiger.
Het verzoek gaat vergezeld van een gedagtekende en ondertekende verklaring waarin de voorgestelde aansprakelijke vertegenwoordiger zich tegenover de Belgische Staat verbindt, vanaf de datum van uitwerking van zijn erkenning, alle verplichtingen na te komen waartoe hij gehouden zal zijn bij toepassing van artikel 201/9/1 van het Wetboek.
Een model van verzoek en van de bij te voegen verklaring kan worden bekomen op het in artikel 2407sexies3 bedoelde kantoor.".
Art. 4.In titel X van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt artikel 2407quater, opgeheven bij het koninklijk besluit van 17 februari 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/02/2019 pub. 08/03/2019 numac 2019011084 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van diverse wetten en tot aanpassing van diverse koninklijke besluiten met het oog op onder meer de harmonisatie van de betalingsmodaliteiten binnen de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen sluiten, hersteld als volgt: "
Art. 2407quater.Om erkend te worden en te blijven, moet de aansprakelijke vertegenwoordiger: 1° bekwaam zijn om contracten aan te gaan ;2° in België gevestigd zijn en er een ondernemingsnummer hebben ;3° voldoende solvabel zijn om de verplichtingen te kunnen nakomen waartoe hij gehouden zal zijn vanaf de datum van zijn erkenning. De leidend ambtenaar van het in artikel 2407sexies3 vermelde kantoor stelt bij aangetekende zending binnen de acht dagen na de bevestiging van de ontvangst van het in artikel 2407ter bedoelde verzoek de tussenpersoon en de door hem voorgestelde aansprakelijke vertegenwoordiger in kennis van de al dan niet erkenning als aansprakelijke vertegenwoordiger. Evenwel, in geval het kantoor binnen de acht dagen na de bevestiging van de ontvangst van het verzoek tot erkenning documenten overeenkomstig artikel 2407sexies opvraagt, wordt de kennisgeving van de al dan niet erkenning gedaan binnen de acht dagen na de ontvangst van die documenten.
De erkenning heeft uitwerking vanaf de derde werkdag volgend op de verzending van de kennisgeving van de erkenning aan de erkende aansprakelijke vertegenwoordiger.
Van zodra één of meerdere voorwaarden niet meer zijn vervuld, geeft de erkende aansprakelijke vertegenwoordiger daarvan kennis bij aangetekende zending aan het in artikel 2407sexies3 bedoelde kantoor en aan de niet in België gevestigde tussenpersoon die hij vertegenwoordigt. De erkenning vervalt de derde werkdag volgend op de verzending van de voormelde kennisgeving gericht aan het kantoor bedoeld in artikel 2407sexies3.".
Art. 5.In titel X van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt artikel 2407quinquies, opgeheven bij het koninklijk besluit van 17 februari 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/02/2019 pub. 08/03/2019 numac 2019011084 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van diverse wetten en tot aanpassing van diverse koninklijke besluiten met het oog op onder meer de harmonisatie van de betalingsmodaliteiten binnen de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen sluiten, hersteld als volgt: "
Art. 2407quinquies.Wanneer de leidend ambtenaar van het in artikel 2407sexies3 bedoelde kantoor of zijn gedelegeerde vaststelt dat de erkende aansprakelijke vertegenwoordiger niet meer voldoet aan de voorwaarden om erkend te blijven of de verplichtingen waartoe hij op grond van artikel 201/9/1 van het Wetboek gehouden is niet meer nakomt, trekt hij de erkenning in.
Die intrekking kan maar gebeuren na aan de aansprakelijke vertegenwoordiger de mogelijkheid te hebben geboden om te worden gehoord.
De intrekking wordt ter kennis gebracht van de erkende aansprakelijke vertegenwoordiger en van de tussenpersoon bij aangetekende zending.
De intrekking van de erkenning heeft uitwerking vanaf de derde werkdag volgend op de verzending van de in het derde lid bedoelde kennisgeving.".
Art. 6.In titel X van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt artikel 2407sexies, opgeheven bij het koninklijk besluit van 17 februari 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/02/2019 pub. 08/03/2019 numac 2019011084 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van diverse wetten en tot aanpassing van diverse koninklijke besluiten met het oog op onder meer de harmonisatie van de betalingsmodaliteiten binnen de administratie van de Federale Overheidsdienst Financiën belast met de inning en de invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen sluiten, hersteld als volgt: "
Art. 2407sexies.De voorgestelde aansprakelijke vertegenwoordiger maakt aan het in artikel 2407sexies3 bedoelde kantoor binnen de acht dagen te rekenen vanaf het verzoek de documenten over die doen blijken van zijn voldoende solvabiliteit om gedurende een volledige referentieperiode zijn verplichtingen bedoeld in artikel 201/9/1 van het Wetboek na te komen.".
Art. 7.In titel X van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt een artikel 2407sexies1 ingevoegd, luidende: "
Art. 2407sexies1.Naast de in de artikelen 2407quater, vijfde lid, en 2407quinquies bedoelde gevallen, heeft de erkenning ook geen uitwerking meer wanneer de tussenpersoon: 1° de erkenning van een nieuwe aansprakelijke vertegenwoordiger bekomt;2° kennis geeft van zijn beslissing om in België niet langer een aansprakelijke vertegenwoordiger te hebben. In het geval vermeld in het eerste lid, 1°, vervalt de erkenning van de huidige aansprakelijke vertegenwoordiger vanaf de datum van de uitwerking van de erkenning van de nieuwe aansprakelijke vertegenwoordiger overeenkomstig artikel 2407quater.
In het geval vermeld in het eerste lid, 2°, vervalt de erkenning op de datum van de dagtekening van de ontvangstmelding van de kennisgeving door het in artikel 2407sexies3 bedoelde kantoor.
De datum van het verval van de erkenning als aansprakelijke vertegenwoordiger wordt meegedeeld aan de betrokken aansprakelijke vertegenwoordiger en, in het geval vermeld in het eerste lid, 2°, aan de tussenpersoon.".
Art. 8.In titel X van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt een artikel 2407sexies2 ingevoegd, luidende: "
Art. 2407sexies2.De titularis wordt vrijgesteld van de verplichting om een elektronische aangifte in te dienen wanneer hij voor de personenbelasting gebruik maakt van een vereenvoudigde aangifte.".
Art. 9.In titel X van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt een artikel 2407sexies3 ingevoegd, luidende: "
Art. 2407sexies3.Voor hun eventuele opname in een innings- en invorderingsregister worden de taks en, in voorkomend geval, de interesten en boeten, betaald door overschrijving of storting op de rekening van het bevoegde kantoor van de administratie belast met de inning en de invordering van de taksen gevestigd door Boek II van het Wetboek diverse rechten en taksen.".
Art. 10.In titel X van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt een artikel 2407sexies4 ingevoegd, luidende: "
Art. 2407sexies4.De vraag tot teruggave wordt ingediend door diegene of voor rekening van diegene die meer betaald heeft dan wettelijk verschuldigd was.
In geval van een vraag tot teruggave ingediend door een titularis en betreffende een effectenrekening aangehouden door meerdere titularissen, ondertekent elk van hen de vraag.".
Art. 11.In titel X van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt een artikel 2407sexies5 ingevoegd, luidende: "
Art. 2407sexies5.§ 1. De vraag tot teruggave wordt uiterlijk de laatste werkdag van het jaar volgend op het jaar waarin de referentieperiode een einde neemt, ingediend bij het in artikel 2407sexies3 bedoeld kantoor.
Een model van vraag tot teruggave kan worden verkregen bij hetzelfde kantoor.
De verantwoordingsstukken die de oorzaak van de teruggave vaststellen, worden bijgevoegd bij de vraag tot teruggave. § 2. De regels bepaald in artikel 2173 zijn van toepassing op de teruggave.".
Art. 12.In titel X van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt een artikel 2407sexies6 ingevoegd, luidende: "
Art. 2407sexies6.In geval van overtreding te kwader trouw of met het opzet de belasting te ontduiken wordt de schaal van de boetes bepaald in de artikelen 201/9/2, § 2, eerste lid, en 201/9/3, § 3, eerste lid, van het Wetboek vastgesteld als volgt:
Amende
Boete
1ère infraction :
10 p.c.
1ste overtreding:
10 pct.
2e infraction :
50 p.c.
2de overtreding:
50 pct.
3e infraction :
100 p.c.
3de overtreding:
100 pct.
A partir de la 4e infraction :
200 p.c.".
Vanaf de 4de overtreding:
200 pct.".
Art. 13.In titel X van boek II van hetzelfde besluit, hersteld bij artikel 1 van dit besluit, wordt een artikel 2407sexies7 ingevoegd, luidende: "
Art. 2407sexies7.In geval van overtreding te kwader trouw of met het opzet de belasting te ontduiken wordt de schaal van de boetes bij overtredingen bedoeld in artikel 201/9/5, tweede lid, van het Wetboek vastgesteld als volgt:
Amende
Geldboete
1ère infraction :
750 euros
1ste overtreding:
750 euro
2e infraction :
925 euros
2de overtreding:
925 euro
3e infraction :
1.100 euros
3de overtreding:
1.100 euro
A partir de la 4e infraction :
1.250 euros".
Vanaf de 4de overtreding:
1.250 euro".
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 15.Onze minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te L'Ile d'Yeu, 6 augustus 2021.
FILIP Van Koningswege : De minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM