gepubliceerd op 09 april 2010
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toegang tot het beroep van ondernemer van personenvervoer over de weg
6 APRIL 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toegang tot het beroep van ondernemer van personenvervoer over de weg
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 30 december 1946 betreffende het bezoldigd vervoer van personen over de weg met autobussen en autocars, artikel 15, vervangen bij de wet van 27 december 1977 en gewijzigd bij de wet van 29 juni 1984, en artikel 19, gewijzigd bij de wetten van 20 december 1957 en 29 juni 1984;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toegang tot het beroep van ondernemer van personenvervoer over de weg;
Gelet op de betrokkenheid van de Gewestregeringen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 september 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 17 november 2009;
Gelet op advies 47.654/4 van de Raad van State, gegeven op 20 januari 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Eerste Minister en de Staatssecretaris voor Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 6 van het koninklijk besluit van 21 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toegang tot het beroep van ondernemer van personenvervoer over de weg wordt opgeheven.
Art. 2.In artikel 10, § 1, van hetzelfde besluit, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt : « 2° ofwel met een getuigschrift van vakbekwaamheid voor internationaal personenvervoer over de weg, afgegeven bij toepassing van het koninklijk besluit van 5 september 1978 tot vaststelling van de voorwaarden inzake de toegang tot het beroep van ondernemer van nationaal en internationaal personenvervoer over de weg; ».
Art. 3.In artikel 10, § 1, van hetzelfde besluit, wordt de bepaling onder 3° opgeheven.
Art. 4.In artikel 27 van hetzelfde besluit, wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt : « 1° de kandidaten die zich aanmelden voor de schriftelijke proef moeten de genummerde plaats innemen die hen in de oproepingsbrief wordt aangewezen. Een toezichthouder vergelijkt de oproepingsbrief met de identiteitskaart van de kandidaat.
Iedere kandidaat ontvangt examencahiers waarop het nummer staat dat hem in de oproepingsbrief werd toegekend; ».
Art. 5.In artikel 32, § 2, tweede lid en § 3, tweede lid van hetzelfde besluit, worden de woorden « of een eerste gebruikstoelating » opgeheven.
Art. 6.In artikel 39 van hetzelfde besluit, wordt paragraaf 4 opgeheven.
Art. 7.Het opschrift van hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « HOOFDSTUK V. - Communautaire vergunning »
Art. 8.In hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt een afdeling 1 ingevoegd, luidende « Afgifte en hernieuwing ».
Art. 9.De artikelen 41, 42 en 43 van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt : «
Art. 41.§ 1. Op vraag van de onderneming wordt een communautaire vergunning afgeleverd wanneer de erom verzoekende onderneming voldoet aan de in de hoofdstukken II tot IV bedoelde voorwaarden van betrouwbaarheid, vakbekwaamheid en financiële draagkracht. § 2. De communautaire vervoervergunningen worden geweigerd wanneer de verzoekende onderneming niet aan de voorwaarde van betrouwbaarheid, zoals voorzien in dit besluit, voldoet.
Deze communautaire vervoervergunningen worden ingetrokken wanneer de vergunninghoudende onderneming niet meer aan de voorwaarde van betrouwbaarheid, zoals voorzien in dit besluit, voldoet.
De in het tweede lid bedoelde beslissing tot intrekking bepaalt een termijn van maximum vier maanden voor de aanwerving van een plaatsvervanger, voor zover de veroordelingen die deze beslissing rechtvaardigen, niet werden uitgesproken ten laste van de natuurlijke persoon die het beroep van ondernemer van personenvervoer over de weg uitoefent. § 3. De communautaire vervoervergunningen worden geweigerd wanneer de verzoekende onderneming niet aan de voorwaarde van vakbekwaamheid, zoals voorzien in dit besluit, voldoet.
Onverminderd het bepaalde in artikel 32, §§ 2 en 3, worden deze communautaire vervoervergunningen ingetrokken wanneer de vergunninghoudende onderneming niet meer aan de voorwaarde van vakbekwaamheid, zoals voorzien in dit besluit, voldoet. § 4. De communautaire vervoervergunningen worden geweigerd wanneer de verzoekende onderneming niet aan de voorwaarde van financiële draagkracht, zoals voorzien in dit besluit, voldoet.
De communautaire vervoervergunningen worden ingetrokken wanneer de vergunninghoudende onderneming voor geen enkel voertuig nog voldoet aan de voorwaarde van financiële draagkracht zoals voorzien in dit besluit. § 5. Elke beslissing tot weigering of tot intrekking moet met een ter post aangetekende brief betekend worden. § 6. Onverminderd het recht van de ondernemingen die door een ongunstige beslissing werden getroffen om naar de rechtbank te stappen, beschikken ze over een verhaal dat rechtstreeks kan worden uitgeoefend bij de minister binnen de 30 dagen van de betekening.
Art. 42.§ 1. Op vraag van de onderneming wordt een gewaarmerkte kopie van de communautaire vergunning voor een bepaald voertuig afgeleverd, wanneer het voertuig in kwestie voldoet aan de kwaliteitsvoorwaarden bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 25 maart 1986 tot vaststelling van de voorwaarden voor de afgifte van de machtigingen tot het exploiteren van ongeregeld bezoldigd vervoer van personen.
Een in België ingeschreven voertuig mag slechts gebruikt worden voor het bezoldigd vervoer van personen over de weg wanneer het vergezeld gaat van een voor dit voertuig geldige gewaarmerkte kopie van de communautaire vergunning.
De gewaarmerkte kopieën van de communautaire vergunning worden beperkt tot het aantal voertuigen waarvoor de voorwaarde van financiële draagkracht, voorzien in artikel 34, vervuld is. § 2. De gewaarmerkte kopie van de communautaire vergunning wordt afgeleverd en hernieuwd voor opeenvolgende perioden van twaalf achtereenvolgende maanden.
Art. 43.Elke onderneming die de afgifte of de hernieuwing van een in de artikelen 41 en 42 bedoelde communautaire vergunning of gewaarmerkte kopie van communautaire vergunning vraagt, moet zich wenden tot de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, Directoraat-generaal Vervoer te Land, Directie Wegvervoer. »
Art. 10.In hetzelfde besluit worden de artikelen 43/1 en 43/2 ingevoegd, luidende : «
Art. 43/1.§ 1. Elke aanvraag tot het bekomen van een communautaire vergunning moet het nummer van inschrijving van de onderneming in de Kruispuntbank van Ondernemingen vermelden. § 2. In voorkomend geval, moet de aanvraag met het oog op het bekomen van een communautaire vergunning vergezeld zijn van de documenten bedoeld in artikel 8, §§ 1 tot 4. § 3. De aanvraag met het oog op het bekomen van een communautaire vergunning moet de naam vermelden van de persoon die zijn getuigschrift of zijn bewijs van vakbekwaamheid doet gelden voor de onderneming overeenkomstig de bepalingen van artikel 9.
Wanneer verwezen wordt naar het bewijs van vakbekwaamheid, bedoeld in artikel 10, § 1, 4°, moet de aanvraag vergezeld zijn van dat getuigschrift naar behoren gewaarmerkt door de autoriteit of instantie die het heeft afgeleverd.
Het getuigschrift of het bewijs van vakbekwaamheid moet opgesteld zijn op naam van de persoon belast om de vervoerswerkzaamheden van de onderneming daadwerkelijk en permanent te leiden in de zin van artikel 31.
In voorkomend geval, moet de aanvraag vergezeld zijn van een exemplaar van de arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 31, § 1, 3°.
Indien de persoon die zijn getuigschrift of zijn bewijs van vakbekwaamheid doet gelden voor de onderneming niet voldoet aan de bepalingen van artikel 31, § 1, moet de aanvraag vergezeld zijn van : 1° een attest van een bank of van een daarmee gelijkgestelde financiële instelling waaruit blijkt dat deze persoon volmacht heeft op de financiële rekening van de onderneming;2° een kopie van de overeenkomst die toelaat vast te stellen dat deze persoon door de onderneming belast is om tussen te komen in de handelingen zoals bedoeld in artikel 31, § 2, 2°. § 4. Indien de onderneming een vereniging van personen is zonder rechtspersoon of een instelling die afhangt van een openbare overheid, moet de aanvraag met het oog op het bekomen van een communautaire vergunning bovendien vergezeld zijn van een exemplaar van de binnen de onderneming gesloten overeenkomsten over : 1° de aanstelling van de personen belast met het dagelijks beheer van de onderneming;2° de aanstelling van de persoon die zijn getuigschrift van vakbekwaamheid inbrengt in de hoedanigheid van persoon belast met de daadwerkelijke en permanente leiding van de vervoerswerkzaamheden van de onderneming.
Art. 43/2.§ 1. Elke aanvraag tot het bekomen van een gewaarmerkte kopie van communautaire vergunning moet het inschrijvingsnummer vermelden van het voertuig waarvoor de kopie gevraagd wordt; dit voertuig moet ingeschreven zijn op naam van de verzoekende onderneming. § 2. Elke aanvraag tot het bekomen van een gewaarmerkte kopie van communautaire vergunning moet vergezeld zijn van een exemplaar van het verslag bedoeld in artikel 8, § 2 van het koninklijk besluit van 25 maart 1986 tot vaststelling van de voorwaarden voor de afgifte van de machtigingen tot het exploiteren van ongeregeld bezoldigd vervoer van personen. § 3. In voorkomend geval, moet de aanvraag vergezeld zijn van het bewijs van borgtocht, bedoeld in artikel 35. »
Art. 11.In hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt een afdeling 2 ingevoegd die artikel 43/3 bevat, luidende : « Afdeling 2. - Vervanging
Art. 43/3.§ 1. De onderneming die houdster is van een communautaire vergunning of een gewaarmerkte kopie van communautaire vergunning moet onmiddellijk de vervanging van de vergunning of van de kopie ervan aanvragen bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, Directoraat-generaal Vervoer te Land, Directie Wegvervoer : 1° wanneer de op dit document voorkomende vermeldingen onleesbaar zijn geworden;2° indien de op dit document voorkomende vermeldingen tengevolge van een naams-, rechtsvorm- of adreswijziging van de onderneming onjuist zijn geworden;3° wanneer de op dit document voorkomende vermeldingen onjuist zijn geworden tengevolge van de vervanging van het gebruikte voertuig of tengevolge van de wijziging van de inschrijving van het gebruikte voertuig. § 2. De aanvraag om vervanging van een gewaarmerkte kopie van communautaire vergunning dient vergezeld te gaan van het document bedoeld in artikel 43/2, § 2. »
Art. 12.In hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt een afdeling 3 ingevoegd die artikel 43/4 bevat, luidende : « Afdeling 3. - Duplicaat
Art. 43/4.§ 1. In geval van beschadiging, vernietiging, verlies of diefstal van de communautaire vergunning of van een gewaarmerkte kopie van de communautaire vergunning kan de onderneming een duplicaat van deze vergunning of van deze kopie ervan aanvragen bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, Directoraat-generaal Vervoer te Land, Directie Wegvervoer. § 2. De aanvraag om een duplicaat van een communautaire vergunning of van een gewaarmerkte kopie van de communautaire vergunning moet vergezeld gaan hetzij van het beschadigde document, hetzij van een attest van de bevoegde politie als bewijs van de aangifte van de vernietiging, het verlies of de diefstal van het document. »
Art. 13.In hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt een afdeling 4 ingevoegd die artikel 43/5 bevat, luidende : Afdeling 4. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 43/5.Op verzoek van de minister of zijn gemachtigde, is de onderneming ertoe gehouden de inlichtingen te verstrekken en de documenten voor te leggen om het de administratie mogelijk te maken de gevraagde communautaire vergunning of de gewaarmerkte kopie van de communautaire vergunning af te geven. »
Art. 14.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2010.
Art. 15.De Minister bevoegd voor Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 6 april 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE