5 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 19 november 2001 tot uitvoering van artikel 240 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 19 november 2001 tot uitvoering van artikel 240 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 19 november 2001 tot uitvoering van artikel 240 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage MINISTERIUM DES INNERN 19. NOVEMBER 2001 - Königlicher Erlass zur Ausführung von Artikel 240 des Gesetzes vom 7.Dezember 1998 zur Organisation eines auf zwei Ebenen strukturierten integrierten Polizeidienstes ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 7. Dezember 1998 zur Organisation eines auf zwei Ebenen strukturierten integrierten Polizeidienstes, insbesondere des Artikels 240 Absatz 2;

Aufgrund des Protokolls Nr. 37 des Verhandlungsausschusses für die Polizeidienste vom 2. Februar 2001;

Aufgrund des Protokolls Nr. 2001/02 des Ausschusses der provinzialen und lokalen öffentlichen Dienste vom 26. März 2001;

Aufgrund der Stellungnahme des Bürgermeisterbeirats vom 28. Mai 2001;

Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates;

Auf Vorschlag Unseres Ministers des Innern Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Für die Anwendung des vorliegenden Erlasses versteht man unter: 1. Gesetz: das Gesetz vom 7.Dezember 1998 zur Organisation eines auf zwei Ebenen strukturierten integrierten Polizeidienstes. 2. Brigadekommissar: den Inhaber des in Artikel 240 des Gesetzes erwähnten Amtes. Art. 2 - Der Brigadekommissar kann sich rechtsgültig um jede Stelle bewerben, die gemäss Teil VI Titel II Kapitel II oder Teil VII Titel III des Königlichen Erlasses zur Festlegung der Rechtsstellung des Personals der Polizeidienste (RSPol) einem Polizeikommissar, der nicht Inhaber des Direktionsbrevets ist, entweder durch Mobilität oder per Mandat zugänglich ist.

Art. 3 - Das Verfahren für die Bewerbung eines Brigadekommissars um eine durch Mobilität zu vergebende Stelle erfolgt gemäss Teil VI Titel II Kapitel II RSPol, wobei: 1. die Artikel VI.II.10 Absatz 1 Nr. 1 bis 3 und VI.II.13 Nr. 4 RSPol keine Anwendung finden, 2. der Gouverneur die in Artikel VI.II.13 Nr. 2 RSPol erwähnte Mobilitätskarte bei Bedarf den spezifischen Erfordernissen des Statuts des Brigadekommissars anpassen kann, 3. der in Artikel VI.II.18 RSPoL erwähnte Bewerberaufruf für freie Stellen, die Brigadekommissaren zugänglich sind, dem Gouverneur von Amts wegen mitgeteilt wird, 4. der Gouverneur als ein in Artikel VI.II.19 § 1 Absatz 2 Nr. 2 und § 2 RSPol erwähnter Vorgesetzter betrachtet wird, 5. die Stellungnahme des Gouverneurs als eine in Artikel VI.II.21 Absatz 1 Nr. 3 RSPol erwähnte Stellungnahme betrachtet wird, 6. der Gouverneur, in dessen Diensten der Brigadekommissar, dem eine durch Mobilität vergebene Stelle zugewiesen wird, eine Stelle bekleidet, entscheiden kann, dass die Einsetzung des Betreffenden in die durch Mobilität zu vergebende Stelle - sofern es die Diensterfordernisse verlangen - bis zu dem Tag aufgeschoben wird, der für die Ersetzung durch einen in Artikel 134 des Provinzialgesetzes erwähnten Verbindungsbeamten vorgesehen ist, wobei diese Frist nicht mehr als sechs Monate ab der Mitteilung des Bestellungsbeschlusses gemäss Artikel VI.II.24 RSPol betragen darf.

Art. 4 - Das Verfahren für die Bewerbung eines Brigadekommissars um eine per Mandat zu vergebende Stelle erfolgt gemäss Teil VII Titel III RSPol, wobei: 1. Artikel VII.III.20 Absatz 1 Nr. 2 und 6 RSPol keine Anwendung findet, 2. eine in Artikel 283 Nr.2 des neuen Gemeindegesetzes erwähnte und nicht getilgte schwere Disziplinarstrafe als eine in Artikel VII.III.20 Absatz 1 Nr. 4 RSPol erwähnte schwere Disziplinarstrafe betrachtet wird, 3. der in Artikel VII.III.36 RSPoL erwähnte Bewerberaufruf für Mandate der Kategorien 1 und 2 dem Gouverneur von Amts wegen mitgeteilt wird, Art. 5 - Der Gouverneur teilt den Brigadekommissaren seiner Provinz den in Artikel 3 Nr. 3 und Artikel 4 Nr. 3 erwähnten Bewerberaufruf mit.

Art. 6 - Vorliegender Erlass wird mit 1. April 2001 wirksam.

Art. 7 - Unser Minister des Innern ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 19. November 2001 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister des Innern A. DUQUESNE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 5 september 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE