Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 september 2001
gepubliceerd op 11 december 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994 betreffende de bijkomende bestaanszekerheid

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012792
pub.
11/12/2001
prom.
05/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/05/2001012792/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994 betreffende de bijkomende bestaanszekerheid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 juni 1997, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994 betreffende de bijkomende bestaanszekerheid.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 10 juni 1997, Belgisch Staatsblad van 11 september 1997.

Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2000 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994 betreffende de bijkomende bestaanszekerheid (Overeenkomst geregistreerd op 31 juli 2000 onder het nummer 55403/CO/215)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf.

Art. 2.In artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 juni 1997, wordt de tekst van § 1 als volgt gewijzigd : «

Art. 3.§ 1. De bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid wordt slechts uitbetaald, indien bewezen wordt dat de rechthebbende overeenkomstig artikel 2 minimum één maand ononderbroken uitkeringsgerechtigd werkloos is. »

Art. 3.In artikel 3 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst wordt de tekst van § 5 als volgt gewijzigd : «

Art. 3.§ 5. Het forfaitaire bedrag per uitbetaling bedraagt 3 333 BEF per maand gedurende de eerste drie maanden van ononderbroken uitkeringsgerechtigde werkloosheid.

Per bewezen bijkomende periode van drie maanden ononderbroken uitkeringsgerechtigde werkloosheid wordt een forfaitaire uitbetaling van 10 000 BEF toegekend tot het recht uitgeput is.

Er wordt geen andere dan de forfaitaire bedragen van 3 333 BEF en van 10 000 BEF toegekend; dit wil zeggen dat een ontslagen bediende die een langere werkloosheidsperiode dan de vereiste minimumduur kan bewijzen doch een niet voldoende lange periode voor een hoger bedrag, geen recht zal hebben op een bijkomend bedrag. »

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2000 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 september 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^