gepubliceerd op 16 maart 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende het conventioneel brugpensioen op 56 jaar
5 MAART 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende het conventioneel brugpensioen op 56 jaar (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende het conventioneel brugpensioen op 56 jaar.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 maart 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.
Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.
Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.
Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2005 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 1 augustus 2005 onder het nummer 75877/CO/102.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen.
Onder "werknemers" verstaat men : de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Bepalingen
Art. 3.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn gesloten op grond van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999).
Art. 4.Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992), wordt met ingang van 1 januari 1999 het principe van de toepassing van een regeling van conventioneel brugpensioen in deze sector aanvaard voor het werkend personeel (met uitsluiting van de werknemers die langdurig ziek zijn) dat voor deze formule opteert en tussen 1 januari 2005 en 31 december 2006 de leeftijd van 56 jaar zal bereiken of reeds bereikt heeft en die 20 jaar arbeid in een stelsel van ploegenarbeid met nachtprestaties, zoals bepaald in artikel 1 van collectieve arbeidsovereenkomst nummer 46, gesloten op 23 maart 1990 in de Nationale Arbeidsraad, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990 hebben.
Art. 5.a) De leeftijd van het brugpensioen van de werknemers die 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen berekend overeenkomstig artikel 114, § 4, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, wordt op 56 jaar gebracht vanaf 1999. b) Voor de toepassingsmodaliteiten van dit beroepsverleden, wordt de gelijkstelling voor de dagen van volledige werkloosheid tot een maximum van 5 jaar gedurende de loopbaan beperkt.
Art. 6.De toepassing van de verschillende bepalingen overeenkomstig de artikelen 3 en 4 is evenwel volgende regelingen bepaald : a) het brugpensioen op 56 jaar zal toegestaan worden voor zover de werknemers die een beroepsverleden van 33 jaar, gelijkstellingsperiodes inbegrepen kunnen getuigen;b) voor de bruggepensioneerden is er verplichting tot vervanging.
Art. 7.Aanvullende werkgeversbijdrage.
Het netto maandelijks refertebedrag wordt berekend op basis van het brutomaandloon vermeerderd met het gemiddeld maandelijks brutowerkgeversaandeel in de maaltijdchèques en verminderd met de persoonlijke RSZ-bijdragen en bedrijfsvoorheffing, overeenkomstig collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.
De aanvullende werkgeversbijdrage wordt als volgt berekend, in functie van de anciënniteit in de sector : - anciënniteit van 0 tot 10 jaar : 50 pct. van het verschil tussen het netto refertebedrag en de werkloosheidsuitkering, - anciënniteit van 10 tot minder dan 25 jaar : 60 pct. van het verschil tussen het netto refertebedrag en de werkloosheidsuitkering, - anciënniteit van meer dan 25 jaar : 70 pct. van het verschil tussen het netto refertebedrag en de werkloosheidsuitkering. HOOFDSTUK III. - Geldigheid
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2005 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2006.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 maart 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN