Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 juni 2007
gepubliceerd op 29 juni 2007

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2007023054
pub.
29/06/2007
prom.
05/06/2007
ELI
eli/besluit/2007/06/05/2007023054/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 JUNI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikelen 87, eerste lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 juni 2001, 87, laatste lid, vervangen bij de wet van 24 december 2002 en gewijzigd bij de wet van 27 december 2006, 93, vijfde tot zevende lid, 93ter, ingevoegd bij de wet van 27 december 2006, en 98, vervangen bij de wet van 27 december 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikelen 212, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 juni 2001 en 4 maart 2005, 213, tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 november 2002, 214, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 juni 2001, 11 november 2002, 19 februari 2003, 11 juli 2003 en 6 juli 2004, 225, § 3, eerste lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 november 2000 en 19 februari 2003, en 237bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 juli 2005;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor werknemers van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 22 november 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 november 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 3 januari 2007;

Gelet op het advies nr. 42.2001/1 van de Raad van State, gegeven op 15 februari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 212 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 juni 2001 en 4 maart 2005, wordt aangevuld met het volgende lid : « Voor de gerechtigde wiens primaire ongeschiktheid of wiens invaliditeit een aanvang neemt vanaf 1 januari 2007, wordt het maximumbedrag van het loon vastgesteld op 96,3306 euro. »

Art. 2.In artikel 213, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 november 2002, wordt het getal « 50 » vervangen door het getal « 53 ».

Art. 3.Aan artikel 214 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 juni 2001, 11 november 2002, 19 februari 2003, 11 juli 2003 en 6 juli 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : « Art.214. § 1. Het minimum dagbedrag van de uitkering toe te kennen aan de gerechtigden die de hoedanigheid hebben van regelmatig werknemer, wordt als volgt vastgesteld : 1° voor de gerechtigden die worden beschouwd als werknemer met persoon ten laste, is het minimum dagbedrag gelijk aan het in werkdagen gewaardeerde bedrag van het minimum gewaarborgde gezinsrustpensioen voor een werknemer met een volledige loopbaan, toegekend krachtens artikel 152, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980;2° voor de gerechtigden die niet worden beschouwd als werknemer met persoon ten laste, is het minimum dagbedrag : a) voor de in artikel 226 of 226bis bedoelde gerechtigden, gelijk aan het in werkdagen gewaardeerde bedrag van het mininum gewaarborgde rustpensioen voor een werknemer met een volledige loopbaan, die niet bedoeld wordt onder 1°, dat krachtens voormeld artikel 152 wordt toegekend;b) voor de niet in artikel 226 of 226bis bedoelde gerechtigden, gelijk aan 25,1148 euro. Dit minimum dagbedrag wordt pas toegekend vanaf de datum waarop de in artikel 224 bedoelde gerechtigde die geen personen ten laste heeft, de leeftijd van 21 jaar bereikt. » 2° in § 1, eerste lid, 2°, b), vervangen door dit besluit, wordt het getal « 25,1148 » vervangen door het getal « 26,1294 »;3° in § 2, vierde lid, worden de woorden « tot 30 september 2007 » vervangen door de woorden « tot 31 maart 2007 »;4° in § 2, vierde lid, wordt de voorlaatste zin opgeheven.

Art. 4.In artikel 225, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 november 2000 en 19 februari 2003, worden de woorden « 647,4746 EUR » vervangen door de woorden « 660,4241 euro ».

Art. 5.Artikel 237bis, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 juli 2005, wordt aangevuld met de volgende leden : « Het bedrag van de invaliditeitsuitkering van de gerechtigde wiens arbeidsongeschiktheid is aangevangen in de periode van 1 september 1999 tot 31 augustus 2001, wordt met ingang van 1 september 2007 verhoogd met een herwaarderingscoëfficiënt van 2 pct. Deze herwaardering is evenwel niet van toepassing op de gerechtigden die een minimumuitkering ontvangen, bedoeld in artikel 214.

Het bedrag van de invaliditeitsuitkering van de gerechtigde wiens arbeidsongeschiktheid is aangevangen uiterlijk op 31 augustus 1987, wordt met ingang van 1 september 2007 verhoogd met een herwaarderingscoëfficiënt van 2 pct. Deze herwaardering is evenwel niet van toepassing op de gerechtigden die een minimumuitkering ontvangen, bedoeld in artikel 214.

Het bedrag van de invaliditeitsuitkering van de gerechtigde wiens arbeidsongeschiktheid is aangevangen in de periode van 1 september 1987 tot 31 augustus 1993, wordt met ingang van 1 september 2008 verhoogd met een herwaarderingscoëfficiënt van 2 pct. Deze herwaardering is evenwel niet van toepassing op de gerechtigden die een minimumuitkering ontvangen, bedoeld in artikel 214. »

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 237ter ingevoegd, luidend als volgt : « Het bedrag van de invaliditeitsuitkering van de gerechtigde wiens arbeidsongeschiktheid de duur bereikt van zes jaar uiterlijk op 31 augustus van het betrokken jaar, wordt verhoogd met een herwaarderingscoëfficiënt van 2 pct. vanaf 1 september van dat jaar.

Indien de duur van zes jaar arbeidsongeschiktheid bereikt wordt na 31 augustus, wordt de herwaarderingscoëfficiënt toegepast vanaf 1 september van het volgende jaar. Zij is evenwel niet van toepassing op de gerechtigden die een minimumuitkering ontvangen, bedoeld in artikel 214. » Art.7. In hetzelfde besluit wordt een artikel 237quater ingevoegd, luidend als volgt : « Het bedrag van de invaliditeitsuitkering van de gerechtigde wiens arbeidsongeschiktheid de duur bereikt van vijftien jaar uiterlijk op 31 augustus van het betrokken jaar, wordt verhoogd met een herwaarderingscoëfficiënt van 2 pct. vanaf 1 september van dat jaar.

Indien de duur van 15 jaar arbeidsongeschiktheid bereikt wordt na 31 augustus, wordt de herwaarderingscoëfficiënt toegepast vanaf 1 september van het volgende jaar. Zij is evenwel niet van toepassing op de gerechtigden die een minimumuitkering ontvangen, bedoeld in artikel 214. » Art.8. Artikel 2 van dit besluit treedt in werking op 1 januari 2008.

Artikel 3, 1° heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.

De artikelen 3, 2°, en 4 treden in werking op 1 september 2007.

Artikel 6 treedt in werking op 1 september 2008.

Artikel 7 treedt in werking op 1 september 2009.

Art. 9.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 juni 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE

^