Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 juni 2004
gepubliceerd op 29 juli 2004

Koninklijk besluit betreffende het verbod op het gebruik en het verhandelen van dierlijke bijproducten en oliën en vetten voor de dierenvoeding

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2004022533
pub.
29/07/2004
prom.
05/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/05/2004022533/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 JUNI 2004. - Koninklijk besluit betreffende het verbod op het gebruik en het verhandelen van dierlijke bijproducten en oliën en vetten voor de dierenvoeding


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1998 en 5 februari 1999 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 december 1999, 3 juli 2000, 14 december 2000, 10 januari 2001, 10 juni 2001, 19 juli 2001, 14 november 2002, 10 april 2003 en 23 mei 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor dierlijke voeding bestemde dierlijke producten gewijzigd door de koninklijke besluiten van 5 juni 1999 en 6 juli 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 februari 2003 betreffende het verbod op het gebruik van dierlijke afvallen voor de dierenvoeding;

Gelet op de verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën gewijzigd door verordening (EG) nr. 1234/2003 van de Commissie van 10 juli 2003;

Gelet op de verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten, gewijzigd door verordening (EG) nr. 808/2003 van de Commissie van 12 mei 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat in het kader van verordening (EG) nr. 1774/2002 de lidstaten toestemming kunnen geven voor het gebruik van bepaalde dierlijke bijproducten van categorie 2 en categorie 3 voor het voederen van bepaalde dieren;

Overwegende dat het gebruik van dierlijke oliën en vetten geregeld wordt door verordening (EG) nr. 1774/2002 en dat het koninklijk besluit van 3 juni 1999 kan ingetrokken worden op voorwaarde dat de bepalingen in verband met de plantaardige oliën en vetten in dit besluit worden opgenomen;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. De onder § 2 genoemde dierlijke bijproducten mogen worden gebruikt voor het rechtstreeks voederen van de onder § 3 genoemde dieren. § 2. De onder § 1 bedoelde dierlijke bijproducten zijn : a) het volgende categorie 2-materiaal zoals gedefinieerd in verordening (EG) nr.1774/2002 dat afkomstig is van dieren die niet zijn gedood of gestorven in verband met de aanwezigheid of vermoede aanwezigheid van een op mens of dier overdraagbare ziekte : - ratten, muizen, kwartels en andere prooidieren, - dieren en karkassen van dieren die geen verboden residuen bevatten, afkomstig van slachthuizen; b) categorie 3-materiaal genoemd in artikel 6, 1, onder a) tot en met j), van verordening (EG) nr.1774/2002. § 3. De onder § 1 bedoelde dieren zijn : a) dieren in dierentuinen, b) circusdieren, c) andere reptielen en roofvogels dan dieren in dierentuinen of circussen, d) pelsdieren;e) wilde dieren waarvan het vlees niet voor menselijke consumptie bestemd is, f) honden in erkende kennels of honden voor de drijfjacht die deel uitmaken van een erkende jachthondenmeute, g) maden voor gebruik als visaas.

Art. 2.Het is verboden om vetten en oliën in het verkeer te brengen, uit te voeren of te gebruiken met het oog op dierlijke voeding, met uitzondering van : - oliën en vetten van dierlijke oorsprong overeenkomstig de bepalingen van verordening (EG) nr. 1774/2002; - oliën en vetten van plantaardige oorsprong en eerste gebruik.

Art. 3.Overtredingen van de voorschriften van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt.

Art. 4.Het koninklijk besluit van 3 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor dierlijke voeding bestemde dierlijke producten, wordt opgeheven.

Art. 5.Het koninklijk besluit van 25 februari 2003 betreffende het verbod op het gebruik van dierlijke afvallen voor de dierenvoeding, wordt opgeheven.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de dag van haar publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Art. 7.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 juni 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^