gepubliceerd op 26 juli 2018
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2001 betreffende de toegang van bepaalde openbare besturen tot het Centraal Strafregister
5 JULI 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2001 pub. 24/08/2001 numac 2001009579 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de toegang van bepaalde openbare besturen tot het Centraal Strafregister sluiten betreffende de toegang van bepaalde openbare besturen tot het Centraal Strafregister
VERSLAG AAN DE KONING Sire, In artikel 3 van de
wet van 8 augustus 1997Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1997
pub.
24/08/2001
numac
2001009578
bron
ministerie van justitie
Wet betreffende het Centraal Strafregister
sluiten betreffende het Centraal Strafregister is bepaald dat administratieve overheden toegang kunnen krijgen tot de gegevens die in het Centraal Strafregister zijn opgenomen met het oog op de toepassing van bepalingen die kennis vereisen van de gerechtelijke antecedenten van de personen op wie de administratieve maatregelen betrekking hebben.
In artikel 8 van voornoemde wet van 8 augustus 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1997 pub. 24/08/2001 numac 2001009578 bron ministerie van justitie Wet betreffende het Centraal Strafregister sluiten wordt nader bepaald dat deze toegang uitsluitend mogelijk is in het kader van door of krachtens de wet bepaalde doeleinden.
Dit besluit is de uitvoering van dit artikel 8 en integreert de artikelen 28/3 tot 28/7 in het koninklijk besluit van 19 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2001 pub. 24/08/2001 numac 2001009579 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de toegang van bepaalde openbare besturen tot het Centraal Strafregister sluiten betreffende de toegang van bepaalde openbare besturen tot het Centraal Strafregister met de bedoeling aan sommige directies van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg toegang te verschaffen tot het Centraal Strafregister.
Artikelsgewijze bespreking
Artikel 1.Dit artikel verschaft aan de leidinggevende ambtenaar van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en aan de personeelsleden die hij daarvoor nominatief aanduidt, toegang tot het Centraal Strafregister, maar uitsluitend tot de veroordelingen voor inbreuken die binnen hun wettelijke bevoegdheid vallen. Deze toegang is gemachtigd in toepassing van de artikelen 17 en 55 van het Sociaal Strafwetboek.
Naast opsporingstoezicht van louter sociaalrechtelijke inbreuken die omschreven worden in Boek 2 van het Sociaal Strafwetboek, werden deze sociaal inspecteurs tevens ad hoc aangesteld voor het toezicht op bepaalde gemeenrechtelijk beteugelde misdrijven. Dit is het geval voor inbreuken op racisme en discriminatie inzake arbeidsbetrekkingen (op basis van de drie non-discriminatiewetten van 10 mei 2007), waarbij ze overigens ook geroepen zijn tot gerechtelijke opdrachten voor de referentiemagistraten bij de arbeidsauditoraten inzake "discriminatie en haatmisdrijven" (zaken op basis van de antiracismewet, de genderwet en de antidiscriminatiewet, met inbegrip van de verzwarende omstandigheden en de negationismewet).
De inbreuken van valsheid in geschrifte, oplichting en misbruik van vertrouwen zijn gemeenrechtelijke inbreuken die samenhang kunnen vormen met de artikelen 230 tot 236 van het sociaal strafwetboek ("De inbreuken van valsheid, van het gebruik van valse stukken, van onjuiste of onvolledige verklaringen en van oplichting in het sociaal strafrecht").
Naargelang de casus van een dossier kan het arbeidsauditoraat, naargelang de door TSW vastgestelde opsporing zijn verder onderzoek oriënteren hetzij naar het gemeen recht, hetzij naar het sociaal strafrecht, wanneer de feiten aanleiding kunnen geven tot samenhang of tot afzonderlijk af te splitsen kwalificaties.
Het opnemen van veroordelingen inzake gewelddelicten heeft een driedubbel functioneel oogmerk: enerzijds kunnen alle vormen van geweld, bij een controle, gepleegd op een sociaal inspecteur, samenhang vormen met het misdrijf van belemmering van het toezicht (artikel 209 sociaal strafwetboek), doch de gemeenrechtelijke kwalificatie van dezelfde feiten kan een grotere impact hebben op de mogelijke strafvervolging en sanctionering; daarnaast kan het plegen van geweld en met name de recidive een belangrijke impact hebben op de vordering tot schadevergoeding die de sociaal inspecteur die slachtoffer is van geweld in de uitoefening van zijn controlefunctie kan eisen en tenslotte kunnen de antecedenten inzake veroordelingen wegens gewelddelicten een belang hebben voor de beoordeling van de gegrondheid en opportuniteit van het advies dat TSW moet uitbrengen bij de aanvragen inzake genadeverzoeken van veroordeelden.
De sociale inspecteurs dienen op de hoogte te zijn van eventuele antecedenten en strafrechtelijke veroordelingen. Ze houden in hun beslissing rekening met het al dan niet bestaan van strafrechtelijke veroordelingen om een proces-verbaal op te maken dan wel een verwittiging aan de overtreder te geven en hem een termijn op te leggen waarbinnen hij zich in orde moet stellen.
De raadpleging van het centraal strafregister mag geenszins de loutere aanleiding zijn voor het uitvoeren van een pro- actieve controle. De raadpleging moet daarentegen dienstig zijn om, eens een inbreuk werd vastgesteld, de inspecteur toe te laten een gepaste keuze te maken in de gevolgen die hij aan zijn vaststellingen voorbehoudt bij toepassing van artikel 21 van het sociaal strafwetboek (beoordelingsbevoegdheid van de sociaal inspecteur).
In toepassing van de wetgeving inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, wordt de leidinggevende ambtenaar beschouwd als de verantwoordelijke voor de verwerking. Hij dient erover te waken dat zijn personeelsleden die nominatief worden aangeduid, enkel toegang hebben tot die gegevens en verwerkingsmogelijkheden die noodzakelijk zijn om hun functie te kunnen uitoefenen. Aan de leidinggevende ambtenaar zelf wordt enkel toegang verleend indien hij die nodig heeft om zijn functie uit te oefenen.
Art. 2.Dit artikel verschaft aan de leidinggevende ambtenaar van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en aan de personeelsleden die hij daarvoor nominatief aanduidt, toegang tot het Centraal Strafregister, maar uitsluitend tot de veroordelingen voor inbreuken op de wetgeving inzake het welzijn op het werk. Deze toegang is gemachtigd in toepassing van de artikelen 17 en 55 van het Sociaal Strafwetboek.
De sociale inspecteurs dienen op de hoogte te zijn van eventuele antecedenten en strafrechtelijke veroordelingen. Ze houden in hun beslissing rekening met het al dan niet bestaan van strafrechtelijke veroordelingen om een proces-verbaal op te maken dan wel een verwittiging aan de overtreder te geven en hem een termijn op te leggen waarbinnen hij zich in orde moet stellen.
De raadpleging van het centraal strafregister mag geenszins de loutere aanleiding zijn voor het uitvoeren van een pro- actieve controle. De raadpleging moet daarentegen dienstig zijn om, eens een inbreuk werd vastgesteld, de inspecteur toe te laten een gepaste keuze te maken in de gevolgen die hij aan zijn vaststellingen voorbehoudt bij toepassing van artikel 21 van het sociaal strafwetboek (beoordelingsbevoegdheid van de sociaal inspecteur).
In toepassing van de wetgeving inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, wordt de leidinggevende ambtenaar beschouwd als de verantwoordelijke voor de verwerking. Hij dient erover te waken dat zijn personeelsleden die nominatief worden aangeduid, enkel toegang hebben tot die gegevens en verwerkingsmogelijkheden die noodzakelijk zijn om hun functie te kunnen uitoefenen. Aan de leidinggevende ambtenaar zelf wordt enkel toegang verleend indien hij die nodig heeft om zijn functie uit te oefenen.
Art. 3.Dit artikel verschaft aan de ambtenaren van de Directie van de administratieve geldboeten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg aangewezen in artikel 10 van het koninklijk besluit van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/07/2011 pub. 06/07/2011 numac 2011009491 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 16, 13°, 17, 20, 63, 70 en 88 van het Sociaal Strafwetboek en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 2 juni 2010 houdende bepalingen van het sociaal strafrecht sluiten tot uitvoering van de artikelen 16, 13°, 17, 20, 63, 70 en 88 van het Sociaal Strafwetboek en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 2 juni 2010 houdende bepalingen van het sociaal strafrecht, toegang tot het Centraal Strafregister, maar uitsluitend tot de veroordelingen voor inbreuken op de sociale wetten. Deze toegang is gemachtigd in toepassing van de artikelen 76, 84, 111 en 115 van het Sociaal Strafwetboek.
De bevoegde administratie stelt het bedrag van de administratieve geldboete vast, daarbij rekening houdend met het al dan niet bestaan vroegere veroordelingen.
Art. 4.Dit artikel verschaft aan de leidinggevende ambtenaar van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen, Afdeling van de sociale bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en aan de personeelsleden die hij daarvoor nominatief aanduidt, toegang tot het Centraal Strafregister, maar uitsluitend tot de gegevens inzake goed gedrag en zeden. Deze toegang is gemachtigd in toepassing van artikel 4, § 1, 1° van het koninklijk besluit van 5 juli 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/07/2004 pub. 04/08/2004 numac 2004202238 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende de erkenning van havenarbeiders in de havengebieden die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 8 juni 1972 betreffende de havenarbeid sluiten betreffende de erkenning van havenarbeiders in de havengebieden die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 8 juni 1972 betreffende de havenarbeid.
De erkenning van havenarbeiders wordt verleend door de administratieve commissie die is opgericht in de schoot van het betrokken paritair sub-comité. Gelet op de aansprakelijkheid van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg ter zake, worden de erkenningsvoorwaarden streng gecontroleerd om er zeker van te zijn dat geen erkenning wordt gegeven aan iemand die niet van goed gedrag en zeden is.
In toepassing van de wetgeving inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, wordt de leidinggevende ambtenaar beschouwd als de verantwoordelijke voor de verwerking. Hij dient erover te waken dat zijn personeelsleden die nominatief worden aangeduid, enkel toegang hebben tot die gegevens en verwerkingsmogelijkheden die noodzakelijk zijn om hun functie te kunnen uitoefenen. Aan de leidinggevende ambtenaar zelf wordt enkel toegang verleend indien hij die nodig heeft om zijn functie uit te oefenen.
Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, De zeer eerbiedige en getrouwe dienaars, De Minister van Werk, K. PEETERS De Minister van Justitie, K. GEENS
ADVIES 63.416/3 VAN 25 MEI 2018 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT 'TOT WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 19 JULI 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2001 pub. 24/08/2001 numac 2001009579 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de toegang van bepaalde openbare besturen tot het Centraal Strafregister sluiten BETREFFENDE DE TOEGANG VAN BEPAALDE OPENBARE BESTUREN TOT HET CENTRAAL STRAFREGISTER' Op 30 april 2018 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2001 pub. 24/08/2001 numac 2001009579 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de toegang van bepaalde openbare besturen tot het Centraal Strafregister sluiten betreffende de toegang van bepaalde openbare besturen tot het Centraal Strafregister".
Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 22 mei 2018. De kamer was samengesteld uit Jo BAERT, kamervoorzitter, Jan SMETS en Koen MUYLLE, staatsraden, Jan VELAERS en Bruno PEETERS, assessoren, en Leen VERSCHRAEGHEN, toegevoegd griffier.
Het verslag is uitgebracht door Frédéric VANNESTE, auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jan SMETS, staatsraad.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 25 mei 2018. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Strekking en rechtsgrond van het ontwerp 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe aan een aantal personeelsleden van openbare diensten toegang te verlenen tot nader omschreven gegevens uit het Centraal Strafregister met het oog op de toepassing van bepaalde artikelen van het Sociaal Strafwetboek (artikelen 1 tot 3) en van artikel 4, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 5 juli 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/07/2004 pub. 04/08/2004 numac 2004202238 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende de erkenning van havenarbeiders in de havengebieden die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 8 juni 1972 betreffende de havenarbeid sluiten "betreffende de erkenning van havenarbeiders in de havengebieden die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 8 juni 1972 betreffende de havenarbeid;(artikel 4). 3. De rechtsgrond daartoe is te vinden in artikel 594, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar luid waarvan de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en na advies van de Commissie ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer, aan bepaalde administratieve overheden toegang kan verlenen tot in het Strafregister opgenomen gegevens, zulks uitsluitend in het raam van door of krachtens de wet bepaalde doeleinden. Onderzoek van de tekst Aanhef 4. In het eerste lid van de aanhef schrappe men de vermelding "opgeheven bij de wet van 10 juli 1967". 5. Aangezien om advies is gevraagd met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, dient het zevende lid van de aanhef als volgt te worden geredigeerd: "Gelet op advies 63.416/3 van de Raad van State, gegeven op 25 mei 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973".
Dispositief 6. Het tweede lid van het ontworpen artikel 28/3 van het koninklijk besluit van 19 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2001 pub. 24/08/2001 numac 2001009579 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de toegang van bepaalde openbare besturen tot het Centraal Strafregister sluiten (artikel 1 van het ontwerp) loopt zowel in het Nederlands als in het Frans grammaticaal niet, wat dient te worden verholpen.7. In de artikelen 1, 2 en 4 van het ontwerp dienen de aanhalingstekens op het einde van de in te voegen bepalingen te worden geplaatst. DE GRIFFIER, Leen VERSCHRAEGHEN DE VOORZITTER, Jo BAERT
5 JULI 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2001 pub. 24/08/2001 numac 2001009579 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de toegang van bepaalde openbare besturen tot het Centraal Strafregister sluiten betreffende de toegang van bepaalde openbare besturen tot het Centraal Strafregister FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van Strafvordering, artikel 594, eerste lid, hersteld bij de wet van 8 augustus 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1997 pub. 24/08/2001 numac 2001009578 bron ministerie van justitie Wet betreffende het Centraal Strafregister sluiten en gewijzigd bij de wetten van 17 april 2002, 21 december 2009, 7 februari 2014, 10 april 2014 en 5 februari 2016;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2001 pub. 24/08/2001 numac 2001009579 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de toegang van bepaalde openbare besturen tot het Centraal Strafregister sluiten betreffende de toegang van bepaalde openbare besturen tot het Centraal Strafregister, gewijzigd bij koninklijk besluit van 2 februari 2016;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 8 september 2017;
Gelet op het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, gegeven op 7 februari 2018;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 26 maart 2018;
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op advies 63.416/3 van de Raad van State, gegeven op 25 mei 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Werk en de Minister van Justitie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij:
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 19 juli 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2001 pub. 24/08/2001 numac 2001009579 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de toegang van bepaalde openbare besturen tot het Centraal Strafregister sluiten betreffende de toegang van bepaalde openbare besturen tot het Centraal Strafregister, gewijzigd bij koninklijk besluit van 2 februari 2016, wordt een artikel 28/3 ingevoegd, luidende: "
Art. 28/3.Met het oog op de toepassing van de artikelen 17 en 55 van het Sociaal Strafwetboek worden de volgende personen gemachtigd om toegang te hebben tot de gegevens opgenomen in het Centraal Strafregister: 1° de leidinggevende ambtenaar van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, vanwege de functie die hij bekleedt;2° de personeelsleden van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg die de leidinggevende ambtenaar bij naam schriftelijk daartoe aanwijst, zulks gelet op de betrekking die zij uitoefenen. De personen bedoeld in het vorig lid hebben enkel toegang tot het Centraal Strafregister tot de gegevens betreffende veroordelingen wegens inbreuken voorzien in het Sociaal Strafwetboek, mensenhandel, Verordeningen inzake vervoer, discriminatie en racisme, bedrog bij faillissement, oplichting, misbruik van vertrouwen, valsheid in geschriften, bescherming van openbare inkomsten of sociale orde en gewelddelicten.
De leidinggevende ambtenaar is de verantwoordelijke van de verwerking en moet instaan voor de naleving van de wetgeving inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en erover waken dat voor alle personen die handelen onder zijn gezag, de toegang tot de gegevens en de verwerkingsmogelijkheden beperkt zijn tot wat deze personen nodig hebben om hun functies uit te oefenen."
Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 28/4 ingevoegd, luidende: "
Art. 28/4.Met het oog op de toepassing van de artikelen 17 en 55 van het Sociaal Strafwetboek worden de volgende personen gemachtigd om toegang te hebben tot de gegevens opgenomen in het Centraal Strafregister: 1° de leidinggevende ambtenaar van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, vanwege de functie die hij bekleedt;2° de personeelsleden van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg die de leidinggevende ambtenaar bij naam schriftelijk daartoe aanwijst, zulks gelet op de betrekking die zij uitoefenen. De personen bedoeld in het vorig lid hebben enkel toegang tot veroordelingen wegens inbreuken op de wetgeving inzake het welzijn op het werk.
De leidinggevende ambtenaar is de verantwoordelijke van de verwerking en moet instaan voor de naleving van de wetgeving inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en erover waken dat voor alle personen die handelen onder zijn gezag, de toegang tot de gegevens en de verwerkingsmogelijkheden beperkt zijn tot wat deze personen nodig hebben om hun functies uit te oefenen."
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 28/5 ingevoegd, luidende: "
Art. 28/5.Met het oog op de toepassing van de artikelen 76, 84, 111 en 115 van het Sociaal Strafwetboek worden de volgende personen gemachtigd om toegang te hebben tot de gegevens opgenomen in het Centraal Strafregister: de ambtenaren van de Directie van de administratieve geldboeten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg aangewezen in artikel 10 van het koninklijk besluit van 1 juli 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/07/2011 pub. 06/07/2011 numac 2011009491 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 16, 13°, 17, 20, 63, 70 en 88 van het Sociaal Strafwetboek en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 2 juni 2010 houdende bepalingen van het sociaal strafrecht sluiten tot uitvoering van de artikelen 16, 13°, 17, 20, 63, 70 en 88 van het Sociaal Strafwetboek en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 2 juni 2010 houdende bepalingen van het sociaal strafrecht.
De personen bedoeld in het vorig lid hebben enkel toegang tot veroordelingen wegens inbreuken op de sociale wetten."
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 28/6 ingevoegd, luidende: "
Art. 28/6.Met het oog op de toepassing van artikel 4, § 1, 1° van het koninklijk besluit van 5 juli 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/07/2004 pub. 04/08/2004 numac 2004202238 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende de erkenning van havenarbeiders in de havengebieden die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 8 juni 1972 betreffende de havenarbeid sluiten betreffende de erkenning van havenarbeiders in de havengebieden die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 8 juni 1972 betreffende de havenarbeid worden de volgende personen gemachtigd om toegang te hebben tot de gegevens opgenomen in het Centraal Strafregister: 1° de leidinggevende ambtenaar van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen, Afdeling van de sociale bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, vanwege de functie die hij bekleedt;2° de personeelsleden van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen, Afdeling van de sociale bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg die de leidinggevende ambtenaar bij naam schriftelijk daartoe aanwijst, zulks gelet op de betrekking die zij uitoefenen. De personen bedoeld in het vorig lid hebben enkel toegang tot de gegevens die vermeld staan op het uittreksel van het Centraal Strafregister dat het attest van goed gedrag en zeden heeft vervangen.
De leidinggevende ambtenaar is de verantwoordelijke van de verwerking en moet instaan voor de naleving van de wetgeving inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en erover waken dat voor alle personen die handelen onder zijn gezag, de toegang tot de gegevens en de verwerkingsmogelijkheden beperkt zijn tot wat deze personen nodig hebben om hun functies uit te oefenen."
Art. 5.De Minister bevoegd voor Werk en de Minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 juli 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS De Minister van Justitie, K. GEENS