gepubliceerd op 08 augustus 2018
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de duurzame beroepsintegratie, de herintegratie en de opleiding van de risicogroepen
5 JULI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de duurzame beroepsintegratie, de herintegratie en de opleiding van de risicogroepen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de duurzame beroepsintegratie, de herintegratie en de opleiding van de risicogroepen.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 juli 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2017 Duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van de risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 27 oktober 2017 onder het nummer 142228/CO/124) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren.
In deze collectieve arbeidsovereenkomst verstaat men onder : - "arbeiders" : de arbeiders en arbeidsters; - "Constructiv" : de benaming van het fonds voor bestaanszekerheid opgericht voor de sector van het bouwbedrijf (PC 124).
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten ter uitvoering van : 1° het artikel 69 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2009 tot organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels waarvan de geldigheidsduur werd verlengd tot 31 december 2018 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2017 en hierna kader-collectieve arbeidsovereenkomst genaamd;2° de afdeling 1 "Inspanning ten voordele van de personen die behoren tot de risicogroepen" van hoofdstuk 8 van titel XIII van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I);3° het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I). Ze heeft tot doel de verschillende instrumenten te bepalen waarvan de sector gebruik zal kunnen maken tijdens de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst en de opleiding van de risicogroepen te bevorderen. HOOFDSTUK II. - Acties ten bate van laag- of ongeschoolde jonge werkzoekenden Afdeling 1. - Doelgroep
Art. 3.Onder "laag- of ongeschoolde jonge werkzoekenden" dient men de volgende risicogroepen te verstaan : 1° de jongeren die nog onderworpen zijn aan de deeltijdse leerplicht;2° de jongeren van minder dan 25 jaar oud die hun 6de maand van inschrijving als werkzoekende ingaan en die geen diploma van hoger secundair onderwijs hebben;3° laaggeschoolde werkzoekenden van 18 tot 23 jaar oud die geen diploma van het technisch of beroepssecundair bouwonderwijs hebben;4° bijzonder moeilijk te plaatsen werkzoekenden die tewerkgesteld zijn in toeleidingsinitiatieven (erkend door Constructiv). Afdeling 2. - Instrumenten voor duurzame beroepsintegratie en
herintegratie
Art. 4.Onder "acties ten bate van laag- of ongeschoolde jonge werkzoekenden" dient men te verstaan : 1° voor de werkzoekenden bedoeld in artikel 3, 1°, de acties ondernomen in het kader van de instrumenten van alternerende opleiding ontwikkeld door de gemeenschappen en de gewesten en erkend op basis van artikel 2, § 3 van de kader-collectieve arbeidsovereenkomst;2° voor de werkzoekenden van minder dan 25 jaar oud bedoeld in artikel 3, 2°, de acties ondernomen : a) in het kader van de samenwerkingsovereenkomsten tussen Constructiv en de VDAB, de FOREm, IFAPME, EFP, Bruxelles-Formation of het Arbeitsamt voor zowel het Vlaams, het Waals als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;b) in het kader van de instrumenten van alternerende opleiding ontwikkeld door de gemeenschappen en de gewesten en erkend op basis van artikel 2, § 3 van de kader-collectieve arbeidsovereenkomst;3° voor de laaggeschoolde werkzoekenden bedoeld in artikel 3, 3°, de acties ondernomen in het kader van de instrumenten van alternerende opleiding ontwikkeld door de gemeenschappen en de gewesten en erkend op basis van artikel 2, § 3 van de kader-collectieve arbeidsovereenkomst;4° voor de werkzoekenden bedoeld in artikel 3, 4°, de acties ondernomen in het kader van de samenwerkingsovereenkomsten met toeleidingsinitiatieven (erkend door Constructiv) met het oog op de noodzakelijke vooropleiding om een minimumdrempel te verkrijgen die vereist is voor de toegang tot het leerlingwezen.
Art. 5.In het kader van de in dit hoofdstuk omschreven acties, hebben de regiomanagers, in het kader van de opdrachten die hen worden gegeven door artikel 98, § 4 van de kader-collectieve arbeidsovereenkomst, onder meer de taak : 1° de jongeren bedoeld in artikel 3 te oriënteren naar de verschillende deeltijdse opleidingsregelingen;2° ondernemingen te zoeken om hen op te leiden in het kader van de regelingen bedoeld in artikel 4 van deze overeenkomst. HOOFDSTUK III. - Acties ten bate van laag- of ongeschoolde bouwvakarbeiders Afdeling 1. - Doelgroep
Art. 6.Onder "laag- of ongeschoolde bouwvakarbeiders" dient men de doelgroep te verstaan die bestaat uit de volgende risicogroepen : 1° de in de bouwsector tewerkgestelde arbeiders die onvoldoende of niet geschoold zijn voor de door hen uit te voeren taken;2° de in de bouwsector tewerkgestelde arbeiders die geconfronteerd worden met nieuwe technologieën;3° de in de bouwsector tewerkgestelde arbeiders die getroffen worden door een collectief ontslag of een herstructurering. Afdeling 2. - Instrumenten ter bevordering en het behoud van de
beroepskwalificaties
Art. 7.Onder "acties ten bate van laag- of ongeschoolde bouwvakarbeiders" dient men de acties te verstaan die worden ondernomen in het kader : 1° van de weekdagopleidingen zoals georganiseerd door titel III, hoofdstuk 2 van de kader-collectieve arbeidsovereenkomst;2° van de avond- en zaterdagopleidingen zoals georganiseerd door titel III, hoofdstuk 4 van de kader-collectieve arbeidsovereenkomst;3° van de winteropleidingen zoals georganiseerd door titel III, hoofdstuk 3 van de kader-collectieve arbeidsovereenkomst;4° van de specifieke opleidingen voor arbeiders die geen enkele beroepsbekwaamheid hebben, uitgewerkt ter uitvoering van titel IV, hoofdstuk 1 van de kader-collectieve arbeidsovereenkomst. De verschillende opleidingsacties bedoeld in het 1ste lid hebben tot doel tijdens de looptijd van deze overeenkomst de basisopleiding, de bij- en herscholing of de vervolmaking in de verschillende bouwberoepen verder uit te bouwen voor de doelgroep vermeld in artikel 6.
Art. 8.In het kader van de in dit hoofdstuk omschreven acties, heeft de regiomanager met name de opdracht : 1° het paritair overleg op zijn niveau te organiseren voor alle regelingen voor de opleiding van werknemers;2° de opleidingen voor nieuwe technologieën te organiseren in nauwe samenwerking met de centra voor nieuwe technologieën. HOOFDSTUK IV. - Acties ter ondersteuning en bevordering van het bouwvakonderwijs Afdeling 1. - Doelgroep
Art. 9.De doelgroep voor de acties ter ondersteuning en bevordering van het bouwvakonderwijs bestaat uit jongeren die voltijds bouwonderwijs volgen of willen volgen om een kwalificatiegetuigschrift te behalen van het technisch of beroepssecundair onderwijs (gericht op de bouw) of een getuigschrift van het bijzonder secundair onderwijs (gericht op de bouw). Afdeling 2. - Instrumenten ter ondersteuning en bevordering van het
bouwvakonderwijs
Art. 10.Constructiv heeft de opdracht het beroepssecundair en technisch bouwonderwijs te stimuleren en te bevorderen.
Art. 11.In het kader van de in dit hoofdstuk omschreven acties, hebben de regiomanagers, in het kader van de opdrachten die hen worden gegeven door artikel 98, § 4 van de kader-collectieve arbeidsovereenkomst, onder meer de taak : 1° de schoolplichtige jongeren te oriënteren naar het bouwonderwijs of naar alternerende trajecten;2° bedrijfsstages te zoeken voor jongeren uit het voltijds onderwijs;3° de jongeren te informeren over de bouwberoepen;4° de overgang van afgestudeerden van het voltijds bouwonderwijs naar de ondernemingen te organiseren. HOOFDSTUK V. - Bijkomende acties ter ondersteuning en bevordering van de tewerkstelling van de jongeren : ingroeibanen bouw Afdeling 1. - Definitie en toepassingsgebied
Art. 12.De regeling van de ingroeibanen bouw is een regeling van tijdelijke begeleiding van de bij artikel 13 bedoelde jonge arbeiders die een betere integratie van deze jongeren in de onderneming beoogt.
Deze regeling is van toepassing op de bij artikel 1 bedoelde werkgevers en op de jonge arbeiders die door deze werkgevers met een voltijdse arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur in dienst worden genomen. De regeling is van toepassing voor een periode van 18 maanden die aanvangt bij het begin van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst.
Art. 13.De jonge arbeider 1°) is aan geen enkele leerplicht onderworpen; 2°) mag niet ouder zijn dan 26 jaar bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst; 3°) mag niet als arbeider tewerkgesteld zijn geweest in een onderneming bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst gedurende een periode van meer dan 12 maanden. Afdeling 2. - De begeleider
Art. 14.De verantwoordelijkheid voor de begeleiding van de jonge arbeider wordt toevertrouwd aan een geschoolde arbeider van de onderneming die als begeleider van de jonge arbeider optreedt.
De begeleider moet een door Constructiv erkende pedagogische opleiding van een minimale duur van 8 uur hebben gevolgd of een ervaringsbewijs of een pedagogisch diploma hebben.
Art. 15.De bij artikel 1 van deze overeenkomst bedoelde werkgever, die voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 14, kan de functie van begeleider van de jonge arbeider op zich nemen ingeval : - de onderneming geen geschoolde arbeider heeft die voldoet aan de voorwaarden van § 1 of die de functie van peter op zich wenst te nemen; - de jonge arbeider de eerste werknemer van de onderneming is.
Art. 16.De begeleider is verplicht alle noodzakelijke initiatieven te nemen voor de praktische opleiding van de jonge arbeider waarvoor hij instaat. De initiatieven die de begeleider neemt, moeten de jonge arbeider in staat stellen na afloop van de periode van 18 maanden zijn beroep autonoom uit te oefenen met dezelfde bekwaamheid en hetzelfde rendement als een arbeider van categorie II.
Art. 17.De werkgever ziet erop toe dat de begeleider op dezelfde arbeidsplaats wordt tewerkgesteld als de jonge arbeider waarvoor hij instaat. De werkgever moet de begeleider die gedurende een aaneengesloten periode van 6 weken afwezig is, vervangen en er Constructiv over inlichten. Afdeling 3. - Rechten en plichten van de partijen
Art. 18.De regeling van de ingroeibanen bouw verplicht : - de werkgever erover te waken dat de jonge arbeider de nodige begeleiding en opleiding krijgt om de specifieke beroepstechnieken en -procedés aan te leren; - de jonge arbeider een aanvullende theoretische opleiding te volgen die verband houdt met de uitoefening van zijn beroep.
Art. 19.§ 1. Het loon van de jonge arbeider wordt als volgt vastgesteld : a) jongeren met een bouwopleiding : categorie IA conform artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2014 - loonclassificatie;b) jongeren zonder een bouwopleiding : categorie I conform artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2014 - loonclassificatie. § 2. Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt wat onder bouwopleiding wordt verstaan. Afdeling 4. - Organisatie van de aanvullende theoretische opleiding
Art. 20.De bij artikel 18 bedoelde aanvullende theoretische opleiding houdt ten minste 8 uur basisopleiding veiligheid voor nieuwe intreders in.
De aanvullende theoretische opleiding wordt verstrekt in een opleidingscentrum dat is erkend door Constructiv.
Art. 21.Uiterlijk op het einde van de 3de maand van de arbeidsovereenkomst stuurt de werkgever aan Constructiv een voorstel van opleidingsprogramma dat is opgesteld op basis van de theoretische kennis die de jonge arbeider moet verwerven of vergroten voor de uitoefening van zijn beroep in de onderneming.
Art. 22.Constructiv spreekt zich uit over de voorstellen bedoeld in artikel 21, stelt het definitieve opleidingsprogramma vast en coördineert de activiteiten met betrekking tot de organisatie van de theoretische opleiding.
De theoretische opleiding wordt verstrekt uiterlijk in de 6de maand van de arbeidsovereenkomst.
Art. 23.Constructiv is belast met de coördinatie van de initiatieven met betrekking tot de organisatie van de aanvullende theoretische opleiding en met de controle op de naleving van de krachtens deze afdeling vastgestelde toepassingsvoorwaarden en -modaliteiten.
Art. 24.Voor de uren aanvullende theoretische opleiding heeft de jonge arbeider recht op de betaling, door de werkgever, van zijn normaal loon.
Art. 25.Deze opleiding geeft aanleiding tot de sectorale tussenkomsten in het kader van de bouwopleidingsplannen.
Art. 26.Uiterlijk op het einde van de 6de maand zal de werkgever een functioneringsgesprek met de jonge arbeider hebben op basis van een model dat door Constructiv werd opgesteld.
Art. 27.Voor zover de overeenkomst, bedoeld bij artikel 12 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, afgesloten wordt tussen 1 januari 2016 en 31 december 2018, geniet de werkgever van een premie van 1 000,00 EUR per jonge arbeider die de voorwaarden bepaald door artikel 13 van deze collectieve arbeidsovereenkomst vervult.
Deze premie wordt ten vroegste betaald in de loop van de 7de maand volgend op het afsluiten van de overeenkomst bedoeld bij artikel 12 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, binnen de grenzen van de beschikbare middelen van Constructiv.
Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt de betalingsmodaliteiten van deze premie. HOOFDSTUK VI. - Algemene steunmaatregel voor alle acties ten bate van de doelgroepen bedoeld in de hoofdstukken II tot V van deze overeenkomst
Art. 28.Voor de verwezenlijking van de in deze overeenkomst beoogde doelstellingen kan Constructiv bijdragen : 1° tot de financiering van een specifiek collectief steunprogramma ten bate van de opleidingscentra;2° tot het medebeheer en de cofinanciering van de opleidingsacties verduidelijkt in de samenwerkingsovereenkomsten met de VDAB, de FOREm, Bruxelles-Formation en het Arbeitsamt;3° tot de oprichting van een netwerk van punten waar de vraag en het aanbod van arbeidskrachten elkaar kunnen vinden. Constructiv kan bijdragen tot de financiering : 1° van een specifiek steunprogramma;2° van didactisch materiaal;3° van bouwmaterialen;4° van premies voor tewerkstelling en opleiding, omschreven, krachtens artikel 67 van de kader-collectieve arbeidsovereenkomst, door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2017 betreffende de toekenning van een opleidingspremie.
Art. 29.Krachtens artikelen 75 en 81 van de kader-collectieve arbeidsovereenkomst kan Constructiv een financiële ondersteuning bieden voor acties ter ondersteuning van werkzoekenden bedoeld in artikel 73 van bovenvermelde kader-collectieve arbeidsovereenkomst.
Constructiv kan nagaan hoe de financiële ondersteuning wordt aangewend. HOOFDSTUK VII. - Berekening van de theoretische stageverplichting voor de sector
Art. 30.Volgens de statistische gegevens van de RSZ beschikbaar op 30 juni 2016, zijn er 509 bouwondernemingen die 50 of meer werknemers tewerkstellen en hebben zij in totaal 69 363 werknemers.
Op basis van de gegevens bedoeld in het 1ste lid, is de sector, ter uitvoering van artikel 42 van de wet van 24 december 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/12/1999 pub. 10/07/2013 numac 2013000445 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bevordering van de werkgelegenheid. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 24/12/1999 pub. 27/01/2000 numac 2000012029 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten ter bevordering van de werkgelegenheid, theoretisch verplicht om voor 2 081 personen startbaanovereenkomsten te sluiten. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen
Art. 31.Constructiv is belast met de uitvoering, opvolging en coördinatie van alle acties en tegemoetkomingen die worden vastgesteld in deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 32.§ 1. Voor de in deze overeenkomst vastgestelde opleidingsacties voor risicogroepen wordt een inspanning van ten minste 0,15 pct. van de jaarlijkse loonmassa van de sector gedaan tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst. § 2. Overeenkomstig artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I), bedragen de inspanningen voor de risicogroepen bedoeld in hoofdstukken II en III van deze overeenkomst minstens 0,05 pct. van de jaarlijkse loonmassa van de sector tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst. § 3. Overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I), bedragen de inspanningen voor risicogroepen bedoeld in hoofdstukken II en III van deze overeenkomst minstens 0,05 pct. van de jaarlijkse loonmassa van de sector tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst en zijn bestemd voor jongeren die nog geen 26 jaar zijn en die een opleiding volgen, hetzij in een systeem van alternerend leren, hetzij in het kader van een individuele beroepsopleiding. § 4. Met naleving van de percentages die zijn vastgesteld in de § § 2 en 3 kan het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepalen welke doelgroepen bedoeld bij de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I) voorrang moeten krijgen.
Art. 33.Deze overeenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 2017 en verstrijkt op 31 december 2018.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 juli 2018.
De Minister van Werk, K. PEETERS