Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 september 2014
gepubliceerd op 28 november 2014

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2014205315
pub.
28/11/2014
prom.
04/09/2014
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 SEPTEMBER 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 september 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2013 Invaring van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen (Overeenkomst geregistreerd op 5 december 2013 onder het nummer 118277/CO/319.02)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de inrichtingen en diensten die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten en die erkend en/of gesubsidieerd zijn door de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap of de Franse Gemeenschapscommissie, alsook voor de inrichtingen en diensten die dezelfde activiteiten uitoefenen en die noch erkend noch gesubsidieerd zijn en waarvan de hoofdactiviteit wordt uitgeoefend in het Waalse Gewest.

Onder "werknemers" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden, en de werklieden en werksters verstaan.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103, gesloten op 27 juni 2012 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen ( koninklijk besluit van 25 augustus 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/08/2012 pub. 19/04/2013 numac 2013015045 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking 25 AUGUSTUS 2012 - Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage betreffende de activiteiten van EUROPE DIRECT in de Provincie Waals-Brabant type koninklijk besluit prom. 25/08/2012 pub. 12/09/2012 numac 2012003270 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling, betreffende de schadevergoedingen en de gerechtskosten van het derde trimester van 2012, van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 03-41-1 van de wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2012 en bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven voortvloeiend uit de loopbaanhervorming, de financiering van het Belgisch aandeel in de nieuwe NAVO-zetel, de uitvoering van het plan inzake startbanen bij de FOD's en het BIRB, de wijziging van het indexcijfer van de consumptieprijzen, en andere diverse sluiten - Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2012).

Art. 3.In uitvoering van artikel 8, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 27 juni 2012, hebben de werknemers vanaf de leeftijd van 50 jaar recht om zonder maximumduur hun arbeidsprestaties te verminderen tot een halftijdse betrekking, indien cumulatief voldaan wordt aan de volgende voorwaarden : 1. voorafgaand actief geweest zijn in een zwaar beroep, zoals bepaald in hogergenoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr.103 van de Nationale Arbeidsraad, gedurende minstens 5 jaar in de voorafgaande 10 jaar of gedurende minstens 7 jaar in de voorafgaande 15 jaar; 2. dit zwaar beroep komt voor op de lijst van de beroepen waarvoor een significant tekort aan arbeidskrachten bestaat.De Minister van Werk bepaalt deze lijst, na unaniem advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.

Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van 3 maanden.

Art. 4.In uitvoering van artikel 8, § 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 27 juni 2012, hebben de voltijdse werknemers vanaf de leeftijd van 50 jaar recht om zonder maximumduur hun arbeidsprestaties te verminderen met 1/5e loopbaanvermindering, indien voldaan wordt aan één van de volgende voorwaarden : - ofwel voorafgaand actief zijn geweest in een zwaar beroep, zoals bepaald in hogergenoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad, gedurende minstens 5 jaar in de voorafgaande 10 jaar of gedurende minstens 7 jaar in de voorafgaande 15 jaar; - ofwel voorafgaand een beroepsloopbaan van ten minste 28 jaar hebben doorlopen.

Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van 6 maanden.

Art. 5.§ a. Het recht op tijdskrediet wordt ambtshalve toegekend aan elke werknemer die 55 jaar en ouder is op het ogenblik van zijn aanvraag.

Het recht op tijdskrediet wordt ambtshalve toegekend aan elke werknemers van 50 jaar en ouder die aan de voorwaarden voldoet op het ogenblik van zijn aanvraag.

De werknemer die recht heeft op deze maatregel wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van de drempel bedoeld in artikel 8, § c. § b. De uitoefening van de bedoelde rechten is ondergeschikt aan het akkoord van de werkgever wanneer deze 10 werknemers of minder tewerkstelt op datum van 30 juni van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de schriftelijke verwittiging gebeurt overeenkomstig artikel 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. § c. De drempel zoals vastgesteld in artikel 16, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 gesloten op 27 juni 2012 in de Nationale Arbeidsraad wordt van 5 pct. op 20 pct. gebracht. Deze drempel kan worden verhoogd bij collectieve ondernemingsovereenkomst. § d. Wanneer de drempel bepaald in § c hierboven wordt overschreden, wordt een wachtlijst opgemaakt rekening houdend met de volgende prioriteiten : 1. de werknemers die hun rechten hebben opgebruikt inzake loopbaanonderbreking voor palliatieven zorgen;2. de werknemers die hun rechten hebben opgebruikt inzake loopbaanonderbreking voor verzorging van een familielid tot de 2de graad;3. de werknemers die hun rechten hebben opgebruikt inzake loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof;4. de werknemers die een aanvraag indienen gemotiveerd door de opvoeding van een kind jonger dan 5 jaar;5. de werknemers die een aanvraag indienen gemotiveerd door de inschrijving voor opleidingscursussen. § e. De sociale partners zijn bekommerd over het behoud van de kwaliteit van de dienst en over het niet verzwaren van de arbeidslast.

Met dat doel verbinden de werkgevers zich ertoe om, voor het volume gesubsidieerde en/of gefinancierde en/of verplichte banen door de overheid, de noodzakelijke vervangingen te doen om globaal en gemiddeld het tewerkstellingsvolume te behouden tijdens de gesubsidieerde periode.

Hiertoe zullen de werkgevers de werknemers betrekken bij het vooruitlopend tewerkstellingsbeleid door driemaandelijks de ondernemingsraad te raadplegen of, bij gebreke van ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk, of bij gebreke van het comité voor preventie en bescherming op het werk, de vakbondsafvaardiging.

Voor het deel niet-gesubsidieerde en/of gefinancierde banen door de overheid, als er geen vervanging is, moet een schriftelijke argumentatie worden gegeven aan de ondernemingsraad of, bij gebreke van de ondernemingsraad, aan het comité voor preventie en bescherming op het werk, of bij gebreke van comité voor preventie en bescherming op het werk, aan de vakbondsafvaardiging.

Art. 6.De modaliteiten van het recht op de 1/5e loopbaanvermindering zijn de volgende : - De vermindering bedraagt 1/5e van de voltijdse contractuele arbeidsduur; - Zij wordt genomen in de vorm van volledige dagen.

Art. 7.Bij de eventuele overgang van een stelsel van tijdskrediet, van loopbaanvermindering of van vermindering van de prestaties tot een halftijdse betrekking, naar werkloosheid met bedrijfstoeslag, zal de aanvullende werkloosheidsuitkering met bedrijfstoeslag worden berekend op basis van het loon dat werd geïnd vóór de vermindering van de arbeidsprestaties. Dit voor zover de berekening van de werkloosheidsuitkering, met toepassing van hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 01/10/2021 numac 2021033177 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel VII sluiten houdende de werkloosheidsreglementering (Belgisch Staatsblad van 31 december 1991) eveneens gebaseerd is op het loon betreffende de prestaties vóór deze vermindering.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vult de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2002 (koninklijk besluit van 19 juni 2003 - Belgisch Staatsblad van 15 september 2003) vanaf 1 oktober 2013.

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2013 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan door elke partij worden opgezegd met een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair subcomité.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 september 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^