Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 september 2014
gepubliceerd op 28 november 2014

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het sectoraal stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van zware beroepen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2014205263
pub.
28/11/2014
prom.
04/09/2014
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 SEPTEMBER 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het sectoraal stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van zware beroepen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het sectoraal stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van zware beroepen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 september 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013 Sectoraal stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag in het kader van zware beroepen (Overeenkomst geregistreerd op 17 december 2013 onder het nummer 118496/CO/126) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders/sters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtwerking.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad van 19 december 1974 (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975), de wet houdende het Generatiepact van 23 december 2005 (Belgisch Staatsblad van 30 december 2005) en de programmawet van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 29/03/2012 pub. 06/04/2012 numac 2012021063 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet (1) sluiten (Belgisch Staatsblad van 6 april 2012) en hun uitvoeringsbesluiten.

Art. 3.De collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle arbeiders(sters) die door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden, voor zover zij aanspraak kunnen maken op de werkloosheidsvergoeding en voldoen aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden bepaald in artikelen 4 en 5. HOOFDSTUK II. - Leeftijds- en loopbaanvoorwaarden

Art. 4.Algemene leeftijds- en loopbaanvoorwaarden Kunnen na ontslag aanspraak maken op het sectoraal stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, de arbeiders(sters) : - die 58 jaar en ouder zijn op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst; - en die op het ogenblik 35 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen en gewerkt hebben in een zwaar beroep. Van deze 35 jaar moeten : - ofwel minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen. Deze periode van 5 jaar moet gelegen zijn in de loop van de laatste 10 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst; - ofwel minstens 7 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen. Deze periode van 7 jaar moet gelegen zijn in de loop van de laatste 15 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst.

Wordt als zwaar beroep beschouwd : - het werk in wisselende ploegen, meer bepaald de ploegenarbeid in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan één vierde van hun dagtaak, op voorwaarde dat de werknemer van ploegen alterneert; - het werk in onderbroken diensten waarbij de werknemer permanent werkt in dagprestaties waarvan de begintijd en de eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen met een onderbreking van minstens 3 uur en minimumprestaties van 7 uur. Onder "permanent" verstaat men : dat de onderbroken dienst de gewone arbeidsregeling van de werknemer vormt en dat hij niet occasioneel in een dergelijke dienst wordt tewerkgesteld; - het werk in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990.

Art. 5.Bijkomende loopbaanvoorwaarde § 1. Om echter recht te kunnen laten gelden op het SWT, dient de arbeider/ster niet alleen de door de wetgeving gestelde loopbaanvereiste te vervullen, doch dient hij/zij bovendien een loopbaan te kunnen bewijzen van ten minste 15 jaar bij de werkgever die hem/haar ontslaat. Indien de arbeider/ster dit bewijs niet kan leveren, dient hij/zij een loopbaan te bewijzen van minimum 20 jaar in de sector waarvan minstens 8 jaar bij de werkgever die hem/haar ontslaat.

De loopbaan dient te worden berekend van datum tot datum. § 2. Uitzondering wordt echter gemaakt voor de arbeider/ster die het slachtoffer werd van een faillissement, een sluiting of een herstructurering van een onderneming uit de sector stoffering en houtbewerking, daarna werd aangeworven door een andere werkgever van de sector en op het ogenblik van deze aanwerving 50 jaar of ouder was.

Deze arbeider/ster kan om voormelde reden niet voldoen aan de vereiste, het bewijs te leveren van 8 jaar bij de werkgever die ontslaat. Toch zal hij/zij het SWT kunnen genieten indien hij het bewijs levert van een loopbaan van ten minste twintig jaar in de sector. HOOFDSTUK III. - Bedrijfstoeslag

Art. 6.De arbeiders/sters omschreven in artikel 3 hebben recht op een bedrijfstoeslag ten laste van de werkgever op voorwaarde dat zij aanspraak kunnen maken op de werkloosheidsuitkeringen in het kader van het SWT. Deze bedrijfstoeslag wordt maandelijks uitbetaald.

Art. 7.De bedrijfstoeslag, volgens de berekeningsmethode bepaald door het paritair comité, wordt toegekend vanaf het einde van de normale wettelijke opzeggingstermijn tot de pensioengerechtigde leeftijd.

De bedrijfstoeslag bestaat uit de helft (50 pct.) van het verschil tussen de werkloosheidsvergoeding en het nettorefertemaandloon. De sociale en/of fiscale afhoudingen op de bedrijfstoeslag vallen ten laste van de arbeider/ster.

De bedrijfstoeslag voor SWT van de arbeider/ster die gebruik maakt van een landingsbaan in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 77 en 103 van de Nationale Arbeidsraad, wordt berekend op basis van het brutorefertemaandloon, omgerekend naar een voltijdse betrekking.

Het nettorefertemaandloon wordt berekend, rekening houdend met de werkbonus toegekend aan werknemers met een laag loon.

Art. 8.De bedrijfstoeslag, zoals bepaald in artikel 7, is gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, zoals dat is voorzien in de artikelen 5 tot en met 10 van hoofdstuk IV van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2013 inzake de loon- en arbeidsvoorwaarden, tot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2013, neergelegd ter Griffie op 2 juli 2013 en geregistreerd onder het nummer 116050.

Art. 9.De bedrijfstoeslag SWT zal door de werkgever worden doorbetaald bij een eventuele werkhervatting van de ontslagen werknemer, hetzij als loontrekkende, hetzij als zelfstandige.

De ontslagen werknemer zal zijn ex-werkgever vooraf op de hoogte brengen van zijn werkhervatting alsook van de stopzetting ervan.

Art. 10.De opzegging van de individuele arbeidsovereenkomst van de arbeider/ster zal slechts worden gegeven als blijkt dat de betrokken arbeider in aanmerking komt voor werkloosheidsvergoeding voor bruggepensioneerden onder meer wat de leeftijds- en loopbaanvereisten betreft zoals bepaald in de artikelen 4 en 5.

Art. 11.De werkgever die met het oog op het SWT zijn arbeider/ster ontslaat, is - behoudens vrijstelling verplicht die te vervangen door een volledig uitkeringsgerechtigde werkloze of door een andere persoon, zoals voorzien bij koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten en binnen de termijn in dit koninklijk besluit bepaald.

In de vervanging moet worden voorzien gedurende ten minste zesendertig maanden. Bij niet-vervanging worden automatisch de sancties toegepast voorzien in het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 november 2013 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2015.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 september 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^