gepubliceerd op 15 september 2014
Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 13 juni 2014 tot wijziging van het reglement van inwendige orde van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 21 november 2011
4 SEPTEMBER 2014. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 13 juni 2014 tot wijziging van het reglement van inwendige orde van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 21 november 2011
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, artikel 48bis, § 3, achtste lid, ingevoegd bij de wet van 2 juli 2010 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 maart 2011;
Op de voordracht van de Minister van Consumenten en de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde reglement van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 13 juni 2014 tot wijziging van het reglement van inwendige orde van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 21 november 2011 wordt goedgekeurd.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.De minister bevoegd voor Consumentenbescherming en de minister bevoegd voor Financiën zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 september 2014.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Consumenten, J. VANDE LANOTTE De Minister van Financiën, K. GEENS
Bijlage bij het koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 13 juni 2014 tot wijziging van het reglement van inwendige orde van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 21 november 2011 Reglement van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten tot wijziging van het reglement van inwendige orde van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 21 november 2011 De sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, Gelet op artikel 48bis, § 3, achtste lid, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, Beslist het reglement van inwendige orde van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten als volgt te wijzigen : Artikel AUTONUM Artikel 26 van het reglement van inwendige orde van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 21 november 2011 wordt vervangen als volgt : "
Art. 26.Indien de partijen of hun advocaten vragen willen stellen of om bijkomend onderzoek verzoeken, dienen zij hiervan kennis te geven ter zitting of uiterlijk binnen de twintig dagen na de zitting. De sanctiecommissie stelt de termijn vast waarbinnen de vragen moeten worden beantwoord en beslist of bijkomend onderzoek vereist is.
De sanctiecommissie kan de auditeur of de adjunct-auditeur op de hoorzitting uitnodigen om ter zitting op de vragen te antwoorden. De sanctiecommissie kan het directiecomité verzoeken om vragen te laten beantwoorden of bijkomende onderzoeksdaden te laten stellen. Het directiecomité brengt de antwoorden op voormelde vragen en de bevindingen van voormeld onderzoek ter kennis van de voorzitter van de sanctiecommissie of van de betrokken sectie.
De sanctiecommissie kan op eigen initiatief tijdens de hoorzitting de auditeur of de adjunct-auditeur verzoeken op vragen te antwoorden. De sanctiecommissie kan het directiecomité verzoeken om vragen te laten beantwoorden of bijkomende onderzoeksdaden te laten stellen binnen de termijn die zij bepaalt. Het directiecomité brengt het antwoord op de voormelde vragen en de bevindingen van het voormeld onderzoek ter kennis van de voorzitter van de sanctiecommissie of van de betrokken sectie.Indien de in het eerste en tweede lid bedoelde beslissingen worden genomen na de hoorzitting, worden de partijen op de hoogte gebracht van de betrokken beslissing van de sanctiecommissie.".
Art. 2.Artikel 27 van hetzelfde reglement wordt vervangen als volgt : "
Art. 27.De partijen worden door de voorzitter of door de voorzitter van de betrokken sectie in kennis gesteld van de antwoorden op voormelde vragen of de bevindingen van het bijkomend onderzoek. De vertegenwoordiger van het directiecomité wordt van deze kennisgeving ingelicht.
De hoorzitting kan worden verlengd of heropend, uitsluitend ter behandeling van de antwoorden op voormelde vragen of ter behandeling van de bevindingen van het bijkomend onderzoek.
Ingeval geen hoorzitting over de in het tweede lid bedoelde gegevens wordt gehouden, kunnen de partijen alsook het directiecomité binnen de twintig dagen na de ontvangst van de voornoemde kennisgeving een bijkomende memorie neerleggen. Indien zij van dit recht wensen gebruik te maken, dienen zij dit binnen acht dagen na de ontvangst van die kennisgeving te melden.
Ingeval het directiecomité schriftelijke bemerkingen formuleert, worden deze overgemaakt aan de betrokken partijen die over een termijn van twintig dagen beschikken om hierop te reageren. In bijzondere omstandigheden kan de voorzitter of de voorzitter van de betrokken sectie deze termijn met twintig dagen verlengen. De betrokken partij of haar advocaat richt daartoe een gemotiveerd schriftelijk verzoek aan de voorzitter of de voorzitter van de betrokken sectie binnen zeven dagen na de ontvangst van de bemerkingen. De beslissing van de voorzitter of de voorzitter van de betrokken sectie over het verzoek tot verlenging van de termijn wordt op schriftelijke wijze meegedeeld aan de verzoeker binnen veertien dagen na de ontvangst van de bemerkingen.
Een kopie van de bemerkingen van de partijen en van de reactie waarvan sprake in het vierde lid wordt aan de vertegenwoordiger van het directiecomité bezorgd na ontvangst van deze laatste reactie. ".
Art. 3.Artikel 28 van hetzelfde reglement wordt vervangen als volgt : "
Art. 28.De partijen alsook het directiecomité kunnen binnen de twintig dagen na de hoorzitting een bijkomende memorie neerleggen.
Indien zij van dit recht wensen gebruik te maken, dienen zij dit binnen acht dagen na de hoorzitting te melden.
Ingeval het directiecomité schriftelijke bemerkingen formuleert, worden deze overgemaakt aan de partijen die over een termijn van twintig dagen beschikken om hierop te reageren. In bijzondere omstandigheden kan de voorzitter of de voorzitter van de betrokken sectie deze termijn met twintig dagen verlengen. De betrokken partij of haar advocaat richt daartoe een gemotiveerd schriftelijk verzoek aan de voorzitter of de voorzitter van de betrokken sectie binnen zeven dagen na de ontvangst van de bemerkingen. De beslissing van de voorzitter of de voorzitter van de betrokken sectie over het verzoek tot verlenging van de termijn wordt op schriftelijke wijze meegedeeld aan de verzoeker binnen veertien dagen na de ontvangst van de bemerkingen.
Een kopie van de bemerkingen van de partijen en van de reactie waarvan sprake in het tweede lid wordt aan de vertegenwoordiger van het directiecomité bezorgd na ontvangst van deze laatste reactie.
Na ontvangst van deze bijkomende memories en desgevallend de voornoemde reactie van de partijen zal het dossier als volledig worden beschouwd en zal de sanctiecommissie zijn beraadslaging aanvatten over de beslissing.".
Art. 4.In artikel 29, eerste lid, van hetzelfde reglement wordt de tweede zin vervangen als volgt : "De auditeur, de adjunct-auditeur en hun verslaggever, de leden van het directiecomité of de persoon die het directiecomité vertegenwoordigt tijdens de hoorzitting en de partij of haar vertegenwoordiger mogen in geen geval aanwezig zijn bij de beraadslaging.".
Art. 5.Artikel 31, eerste lid, van hetzelfde reglement wordt aangevuld met volgende zin : "De betrokken personen worden indien mogelijk bovendien op de hoogte gebracht van de beslissing van de sanctiecommissie per fax of langs elektronische weg of tegen afgifte van een ontvangstbewijs.".
Art. 6.In artikel 32 van hetzelfde reglement wordt het eerste lid vervangen als volgt : "Onmiddellijk nadat de betrokken personen op de hoogte zijn gebracht van de beslissing, maakt de sanctiecommissie haar beslissingen nominatief bekend op de website van de FSMA, tenzij deze bekendmaking de financiële markten ernstig dreigt te verstoren of een onevenredig nadeel dreigt te berokkenen aan de betrokken personen. In laatstgenoemd geval wordt de beslissing niet-nominatief bekendgemaakt op de website van de FSMA.".
Art. 7.Artikel 33 van hetzelfde reglement wordt vervangen als volgt : "Met toepassing van artikel 72, § 3, vierde lid, van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003391 bron ministerie van financien Wet tot aanvulling, inzake de verhaalmiddelen tegen de beslissingen van de minister, de CBF, de CDV en de marktondernemingen, alsook inzake de tussenkomst van de CBF en van de CDV voor de strafgerechten, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten en tot wijziging van verschillende andere wetsbepalingen sluiten wordt indien een beroep is ingesteld tegen de sanctiebeslissing, informatie met die strekking opgenomen in de bekendmaking of wordt, als het beroep op een later tijdstip wordt ingesteld, die informatie toegevoegd aan de oorspronkelijke bekendmaking. Latere informatie over de uitkomst van het beroep, met inbegrip van een beslissing tot vernietiging van de sanctiebeslissing, wordt eveneens bekendgemaakt.".
Art. 8.In hetzelfde reglement worden opgeheven : 1° artikel 34, tweede lid;2° artikel 35, tweede zin;3° artikel 36.
Art. 9.Dit reglement treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 13 juni 2014.
De voorzitter van de sanctiecommissie, M. ROZIE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 4 september 2014 tot goedkeuring van het reglement van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten tot wijziging van het reglement van inwendige orde van de sanctiecommissie van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 21 november 2011.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Consumenten, J. VANDE LANOTTE De Minister van Financiën, K. GEENS