Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 september 2012
gepubliceerd op 17 september 2012

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 februari 1981 houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2012014307
pub.
17/09/2012
prom.
04/09/2012
ELI
eli/besluit/2012/09/04/2012014307/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 SEPTEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 februari 1981Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/02/1981 pub. 29/10/2013 numac 2013000672 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen. - Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels sluiten houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, 1. Het ontwerp van koninklijk besluit waarvan wij de eer hebben het U ter ondertekening voor te leggen, strekt tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 februari 1981Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/02/1981 pub. 29/10/2013 numac 2013000672 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen. - Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels sluiten houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen. Deze wijziging beoogt de omzetting van : - Richtlijn 2011/72/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2011 tot wijziging van Richtlijn 2000/25/EG voor wat betreft de bepalingen voor trekkers die in het kader van de flexibele regeling in de handel zijn gebracht; - Richtlijn 2011/87/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 tot wijziging van Richtlijn 2000/25/EG wat de toepassing van emissiefasen op smalspoortrekkers betreft.

Aangezien Richtlijn 2003/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de typegoedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers en aanhangwagens, verwisselbare getrokken machines, systemen, onderdelen en technische eenheden daarvan, en tot intrekking van Richtlijn 74/150/EEG, momenteel op Europees niveau het voorwerp uitmaakt van een herziening, heeft men ervoor geopteerd om te wachten tot wanneer dit nieuwe juridische kader werd gecreëerd, alvorens op een formele manier onze reglementering aan te passen aan deze verschillende deelrichtlijnen die van toepassing zijn op deze landbouw- en bosbouwvoertuigen.

In afwachting van dit nieuwe juridische kader zullen de diverse deelrichtlijnen ook nog per referentie worden omgezet in het koninklijk besluit van 26 februari 1981Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/02/1981 pub. 29/10/2013 numac 2013000672 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen. - Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels sluiten houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen, zoals dat trouwens tot op heden steeds werd toegepast. 2. Richtlijn 2000/25/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door motoren bestemd voor het aandrijven van landbouw- of bosbouwtrekkers regelt de uitlaatemissies van motoren, die in landbouw- en bosbouwtrekkers zijn gemonteerd, met het oog op een grotere vrijwaring van de volksgezondheid en het milieu. Deze richtlijn bepaalde dat de als fase III A gekende emissiegrenswaarden, die in 2010 op de typegoedkeuring van de meeste compressieontstekingsmotoren toepasbaar waren, door de strengere grenswaarden van fase III B moesten worden vervangen. Laatstgenoemde grenswaarden van fase III B zouden geleidelijk van kracht worden : vanaf 1 januari 2010 voor de typegoedkeuring van deze motoren, en vanaf 1 januari 2011 voor het in de handel brengen ervan. Fase IV, met strengere emissiegrenswaarden dan die van fase III B, zal eveneens geleidelijk van kracht worden : vanaf 1 januari 2013 voor de typegoedkeuring van die motoren, en vanaf 1 januari 2014 voor het in de handel brengen ervan. 3. De overgang naar fase III B omvat een abrupte verandering van technologie, wat aanzienlijke uitvoeringskosten meebrengt voor het herontwerpen van de motoren en voor de ontwikkeling van geavanceerde technische oplossingen. Richtlijn 2000/25/EG voorziet echter ook in een flexibele regeling om trekkerfabrikanten in de gelegenheid te stellen gedurende een bepaalde fase een beperkt aantal motoren te kopen die niet voldoen aan de tijdens die fase toepasselijke emissiegrenswaarden, maar welke zijn goedgekeurd conform de voorschriften van de fase die onmiddellijk aan de toepasselijke fase voorafgaat.

Om de bedrijfstak een tijdelijke verlichting te bieden bij de overgang naar de volgende fase, voorziet Richtlijn 2011/72/EU uitzonderlijk in een aanpassing van de toepassingsvoorwaarden van de flexibele regeling. 4. Artikel 4, lid 8, van Richtlijn 2000/25/EG voorziet bovendien in een herzieningsbepaling om de specifieke eigenschappen van trekkers van de categorieën T2, T4.1 en C2 (smalspoortrekkers) in aanmerking te nemen.

Op dit ogenblik is het voor trekkers van de categorieën T2, T4.1 en C2 technisch onmogelijk om aan de voorschriften van de fasen III B en IV te voldoen op de data beschreven in Richtlijn 2000/25/EG. Richtlijn 2011/87/EU heeft tot doel te voorzien in een overgangsperiode van drie jaar, gedurende de welke trekkers van de categorieën T2, T4.1 en C2 nog steeds een typegoedkeuring kunnen krijgen en in de handel of in het verkeer kunnen worden gebracht.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, De zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars.

De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Staatssecretaris voor Mobiliteit, M. WATHELET

Advies 50.948/4 van 14 maart 2012 van de afdeling Wetgeving van de Raad van State De Raad van State, afdeling Wetgeving, vierde kamer, op 15 februari 2012 door de Staatssecretaris voor Mobiliteit verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 februari 1981Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/02/1981 pub. 29/10/2013 numac 2013000672 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen. - Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels sluiten houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen », heeft het volgende advies gegeven : Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Voorafgaande vormvereisten 1. Overeenkomstig artikel 6, § 4, 3°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten >tot hervorming der instellingen' moeten de drie gewestregeringen betrokken worden bij het uitwerken van het ontwerp. In het dossier gevoegd bij de adviesaanvraag bevinden zich echter alleen de afschriften van de brieven gericht aan de verschillende gewestregeringen, die net als de adviesaanvraag 8 februari 2012 gedateerd zijn.

De steller van het ontwerp dient er dus op toe te zien dat dit voorafgaand vormvereiste volledig wordt vervuld. 2. Bij een wet van 30 juli 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2010 pub. 14/10/2010 numac 2010011374 bron programmatorische federale overheidsdienst duurzame ontwikkeling Wet tot wijziging van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling type wet prom. 30/07/2010 pub. 14/10/2010 numac 2010011373 bron programmatorische federale overheidsdienst duurzame ontwikkeling Wet tot invoering van een duurzame ontwikkelingseffectbeoordeling in de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten, die op 1 oktober 2011 in werking is getreden (1), zijn in de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten 'betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling' bepalingen betreffende de duurzame ontwikkelingseffectbeoordeling ingevoegd. De wetgever heeft de « effectbeoordeling » gedefinieerd als « duurzame ontwikkelingseffectbeoordeling, zijnde de methode voor het bestuderen van mogelijke sociale, economische en leefmilieueffecten, alsmede de effecten op de inkomsten en de uitgaven van de Staat, van een voorgesteld beleid op korte, middellange en lange termijn in en buiten België vooraleer de uiteindelijke beslissing wordt genomen » (2).

In dat kader is de volgende regeling ingevoerd : 1° in principe moet elk voorontwerp van wet, elk ontwerp van koninklijk besluit en elk voorstel van beslissing dat ter goedkeuring aan de Ministerraad moet worden voorgelegd aanleiding geven tot een voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling uit te voeren (3), de enige gevallen waarin zo een voorafgaand onderzoek niet hoeft plaats te vinden, zijn die welke moeten worden bepaald bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad (4), welk besluit bij de huidige stand van de teksten die in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt zijn, nog niet uitgevaardigd is;2° wanneer uit het voorafgaand onderzoek blijkt dat een effectbeoordeling vereist is, dient de voormelde beoordeling te worden uitgevoerd (5);3° de naleving van de aldus voorgeschreven procedure is een voorwaarde, naargelang het geval, voor het indienen van een wetsontwerp bij de Wetgevende Kamers, voor het uitvaardigen van een koninklijk besluit of voor het goedkeuren van een voorstel van beslissing door de Ministerraad (6). In casu kan uit geen enkel stuk dat aan de Raad van State overgezonden is, opgemaakt worden of de hiervoren beschreven procedure gevolgd is, meer in het bijzonder of vooraf onderzocht is of het noodzakelijk is een effectbeoordeling uit te voeren.

De steller van het ontwerp dient erop toe te zien dat dit vormvereiste wordt vervuld.

Indien het voornoemde voorafgaand onderzoek leidt tot het besluit dat een effectbeoordeling in casu niet vereist is, dient de aanhef van het ontwerp te worden aangevuld met een als volgt gesteld lid : « Gelet op het voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling uit te voeren, waarin besloten wordt dat een effectbeoordeling niet vereist is ».

Onderzoek van het ontwerp Dispositief Artikel 2 1. In de inleidende zin van artikel 2 van het ontwerp moeten de woorden « een lid, luidend als volgt » worden vervangen door de woorden « twee leden, luidend als volgt ». 2. In voorkomend geval dient de steller van het ontwerp ook de inleidende zin van deze bepaling aan te vullen met de vermelding van een voorafgaand ontworpen koninklijk wijzigingsbesluit 'tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 februari 1981Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/02/1981 pub. 29/10/2013 numac 2013000672 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen. - Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels sluiten houdende uitvoering van de Richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen' waarover de afdeling Wetgeving op 19 december 2011 advies 50.678/4 heeft gegeven. (7) Artikel 3 Artikel 3 van het ontwerp bepaalt dat dit ontwerp in werking treedt de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

De afdeling Wetgeving van de Raad van State ziet niet in om welke reden wordt afgeweken van de gebruikelijke regel inzake de inwerkingtreding van Koninklijke besluiten, vastgelegd bij artikel 6 van de wet van 31 mei 1961 'betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen'.

De kamer was samengesteld uit : de heren : P. Liénardy, kamervoorzitter, J. Jaumotte, S. Bodart, staatsraden, Mevr. A. Weyembergh, de heer S. Van Drooghenbroeck, assessoren van de afdeling Wetgeving, Mevr. A.-C. Van Geersdaele, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de Heer Y. Chauffoureaux, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de Heer P. Liénardy.

De griffier, A.-C. Van Geersdaele.

De voorzitter.

P. Liénardy. _______ Nota's (1) Volgens artikel 4 van de wet van 30 juli 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2010 pub. 14/10/2010 numac 2010011374 bron programmatorische federale overheidsdienst duurzame ontwikkeling Wet tot wijziging van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling type wet prom. 30/07/2010 pub. 14/10/2010 numac 2010011373 bron programmatorische federale overheidsdienst duurzame ontwikkeling Wet tot invoering van een duurzame ontwikkelingseffectbeoordeling in de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten 'tot wijziging van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling' « treedt [deze wet] in werking op de eerste dag van de twaalfde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad ».Doordat de wet van 30 juli 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2010 pub. 14/10/2010 numac 2010011374 bron programmatorische federale overheidsdienst duurzame ontwikkeling Wet tot wijziging van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling type wet prom. 30/07/2010 pub. 14/10/2010 numac 2010011373 bron programmatorische federale overheidsdienst duurzame ontwikkeling Wet tot invoering van een duurzame ontwikkelingseffectbeoordeling in de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten is bekendgemaakt op 14 oktober 2010, volgt daaruit dat deze wet in werking is getreden op 1 oktober 2011. (2) Artikel 2, 9°, van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten.(3) Artikel 19/1, § 1, eerste lid, van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten.Bij artikel 19/1, § 2, van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten wordt de Koning ermee belast dat voorafgaand onderzoek te regelen bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. Tot op heden is nog geen besluit met een dergelijk onderwerp in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. (4) Artikel 19/1, § 1, tweede lid, van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten.(5) Artikel 19/2 van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten.Bij deze bepaling wordt de Koning ermee belast de effectbeoordeling te regelen bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. Tot op heden is geen besluit met een dergelijk onderwerp in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. (6) Artikel 19/3 van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten.(7) Tot op heden kan de definitieve aanneming van dit ontwerp van koninklijk besluit met geen enkele bekendmaking in het Belgisch Staatsblad worden aangetoond. 4 SEPTEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van koninklijk besluit van 26 februari 1981Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/02/1981 pub. 29/10/2013 numac 2013000672 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen. - Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels sluiten houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/06/1985 pub. 15/02/2012 numac 2012000076 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1990, 5 april 1995, 4 augustus 1996, 27 november 1996 en bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 februari 1981Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/02/1981 pub. 29/10/2013 numac 2013000672 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen. - Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels sluiten houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen;

Gelet op het advies van de raadgevende commissie « administratie - nijverheid » gegeven op 15 december 2011;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerp van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het advies nr. 50.948/4 van de Raad van State, gegeven op 14 maart 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling uit te voeren, waarin besloten wordt dat een effectbeoordeling niet vereist is;

Op voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de omzetting van : 1° Richtlijn 2011/72/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2011 tot wijziging van Richtlijn 2000/25/EG wat betreft de voorschriften voor trekkers die in het kader van de flexibele regeling in de handel zijn gebracht;2° Richtlijn 2011/87/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 tot wijziging van Richtlijn 2000/25/EG wat de toepassing van emissiefasen op smalspoortrekkers betreft.

Art. 2.De bijlage bij het koninklijk besluit van 26 februari 1981Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/02/1981 pub. 29/10/2013 numac 2013000672 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen. - Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels sluiten houdende uitvoering van de Richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan, landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 augustus 1982, 2 maart 1987, 8 augustus 1988, 7 december 1988, 24 april 1990, 24 april 1991, 14 april 1993, 10 januari 1995, 7 oktober 1996, 10 augustus 1998, 1 december 1999, 26 juni 2000, 5 december 2000, 10 augustus 2001, 11 maart 2002, 30 december 2002, 26 februari 2003, 2 oktober 2003, 19 maart 2004, 26 mei 2004, 28 februari 2005, 16 november 2005, 15 februari 2006, 18 mei 2006, 25 september 2006, 21 april 2007, 6 november 2007, 10 februari 2008, 2 februari 2009, 27 september 2009 en 25 februari 2011, wordt aangevuld met twee leden, luidend als volgt :

Richtlijn nr. EG

Benaming

Publicatieblad

2011/72/EU

Richtlijn 2011/72/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2011 tot wijziging van Richtlijn 2000/25/EG wat betreft de voorschriften voor trekkers die in het kader van de flexibele regeling in de handel zijn gebracht.

L24623/09/2011

2011/87/EU

Richtlijn 2011/87/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 tot wijziging van Richtlijn 2000/25/EG wat de toepassing van emissiefasen op smalspoortrekkers betreft.

L30118/11/2011


Art. 3.De minister bevoegd voor het Wegverkeer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 september 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Staatssecretris voor Mobiliteit, M. WATHELET

^