gepubliceerd op 01 december 2023
Koninklijk besluit houdende de oprichting van een Raadgevend Comité Ethiek inzake Data en Artificiële Intelligentie voor de federale overheid
4 OKTOBER 2023. - Koninklijk besluit houdende de oprichting van een Raadgevend Comité Ethiek inzake Data en Artificiële Intelligentie voor de federale overheid
VERSLAG AAN DE KONING Sire, A. Doel van het besluit Het ontwerp van besluit dat ik de eer heb ter goedkeuring aan Uwe Majesteit voor te leggen heeft als doel om het vertrouwen te versterken in `data-gedreven' technologieën zoals AI-systemen, robotica, algoritmische systemen en aanverwante technologieën, en dat deze op een juridisch, ethisch en technisch verantwoorde wijze worden ontwikkeld en gebruikt.
Een degelijk ethisch kader moet betrekking hebben op de gevolgen van `datagedreven' nieuwe technologieën en in het bijzonder AI-systemen voor bepaalde grondrechten van burgers en werknemers, zoals privacy, waardigheid en non-discriminatie. De voorbije jaren werden er o.a. een aantal ethische kaders uitgewerkt om AI- ontwerpers, ontwikkelaars, uitvoerders en -gebruikers aan te moedigen om vanaf de ontwerpfase ("ethics by design") en doorheen de hele levenscyclus van AI-systemen rekening te houden met ethiek.
Ethisch advies rond de ontwikkeling en het gebruik van nieuwe technologieën en in het bijzonder AI en algoritmische systemen is van bijzonder belang wanneer ze worden ingezet binnen de overheid en die een belangrijke impact kunnen hebben op de individuele, collectieve of maatschappelijke belangen. De machtsverhouding tussen de overheid enerzijds en natuurlijke personen en rechtspersonen anderzijds, is immers asymmetrisch, zeker voor personen die zich sowieso al in een meer kwetsbare positie bevinden.
De oprichting van een Raadgevend Comité Data en AI-ethiek voldoet in dit kader aan een aantal doelstellingen: - ambtenaren sterken bij het gebruik van data en AI, onzekerheden binnen overheidsdiensten om de technologie te implementeren wegnemen, en het menselijk toezicht en de expertise van ambtenaren bij AI-toepassingen behouden; - het vergroten van het bewustzijn van ambtenaren over de ethische aspecten die samenhangen met het gebruik van data, waaronder de gevolgen van data voor bepaalde grondrechten van burgers en werknemers (zoals privacy, waardigheid en non-discriminatie), het continue waarborgen van inclusie en transparantie, en het respect voor waarden als mensenrechten, democratie en de rechtstaat; - een signaal geven naar de burger dat de federale overheid een voorbeeldfunctie vervult en op ethische en innovatieve wijze omgaat met digitale technologie, waarbij mensen steeds centraal blijven staan en technologie slechts een middel is om het welzijn van burgers te verbeteren. Zo wordt het vertrouwen van de burger in de data-technologie behouden en versterkt.
Dit Koninklijk besluit staat in relatie tot verschillende Europese digitale instrumenten en andere initiatieven.
Sinds 2019, na de implementatie van de Europese Digitale Agenda (via verschillende wetgevingsinitiatieven van de Europese Commissie), is er een golf van nieuwe richtlijnen en verordeningen op komst, die veel vertaalwerk op nationaal niveau met zich mee zullen brengen.
Bijvoorbeeld: - De Digital Services Act (DSA) is een verordening die tot doel heeft de online consumentenbescherming te verbeteren, van online platforms te eisen dat ze verantwoordelijker en transparanter handelen en innovatie, groei en concurrentie te stimuleren. - De Wet Digitale Markten (DMA) is een verordening die tot doel heeft meer concurrentie op Europese digitale markten te bewerkstelligen en machtsmisbruik door zeer grote platforms (gatekeepers) te voorkomen. - De Data Governance Act (DGA) is een voorstel voor een verordening die tot doel heeft de beschikbaarheid van gegevens voor gebruik te bevorderen door het vertrouwen in gegevenstussenpersonen te vergroten en mechanismen voor het delen van gegevens in de hele EU te versterken. - De Wet Kunstmatige Intelligentie (AIA) is een voorstel voor een verordening tot vaststelling van geharmoniseerde regels op het gebied van kunstmatige intelligentie.
Gelet op de verschillende regelgevende initiatieven op Europees niveau waarvan de impact op de bevoegdheden van de nationale toezichthoudende autoriteiten nog onduidelijk is, is het belangrijk om fragmentatie of versnippering van bevoegdheden te voorkomen. De oprichting van dit Comité heeft daarom geen reglementaire implicaties, zijn adviezen zijn niet-bindend, en zijn statuut kan worden aangepast aan het toekomstige federale reglementaire kader rond digitaal beleid. Het Raadgevend Comité zou ofwel kunnen blijven bestaan naast toekomstige autoriteiten of hierin geïntegreerd worden.
Het feit dat de toekomstige AI Act voorziet in een nationale AI autoriteit is geen obstakel om op kortere termijn alvast een Raadgevend Comité op te zetten.
B. Bespreking van het dispositief HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel 1 Artikel 1 somt meerdere definities op of verwijst naar afkortingen.
Zo wordt een federale dienst gedefinieerd en kan de reikwijdte van dit besluit worden gemeten. Alle organisaties van het federaal administratief openbaar ambt kunnen dus een advies vragen aan het Raadgevend Comité Data en AI-ethiek Het Raadgevend Comité kan ook op eigen initiatief een advies geven gericht aan een federale dienst of aan een lid van de federale regering. HOOFDSTUK 2. - Het Comité Artikel 2 Dit artikel bepaalt dat het Comité is ondergebracht in de FOD BOSA aangezien deze federale dienst bij uitstek voorziet in een transversale dienstverlening naar de andere federale diensten toe.
De secretariaat-taken bestaan onder andere uit het zorgen voor de continuïteit van de werkzaamheden van het Comité, het zorgen voor de opvolging van de dossiers en de adviesaanvragen, een permanent contactpunt zijn voor alle gesprekspartners van het Comité, en het centraliseren en archiveren van de documentatie die aan het Comité wordt meegedeeld en die door het Comité wordt geproduceerd.
Artikel 3 Paragrafen 1 tot 3 van artikel 3 bepalen dat het Comité bestaat uit vijf leden, waarvan minstens twee leden Nederlandstalig zijn en minstens twee leden Franstalig zijn, en waarvan nooit meer dan twee derde van de leden van hetzelfde geslacht zijn.
FOD BOSA is verantwoordelijk om een oproep voor kandidaten te lanceren, die ten minste wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. FOD BOSA kan extra zichtbaarheid geven aan deze oproep via andere kanalen.
Op basis van deze oproep draagt FOD BOSA een omklede lijst met kandidaten voor aan de minister die bevoegd is voor Ambtenarenzaken en de minister die bevoegd is voor Digitalisering. Daarbij waakt FOD BOSA erover dat de competenties, zoals bepaald in § 4 van artikel 3 voldoende worden vertegenwoordigd in het Comité. Op basis van deze lijst wijzen de minister die bevoegd is voor Ambtenarenzaken en de minister die bevoegd is voor Digitalisering per ministerieel besluit de leden van het Comité aan voor een eenmalig hernieuwbare periode van vijf jaar. Deze hernieuwbare periode van vijf jaar maakt het mogelijk om te lange mandaten te vermijden en om de mogelijkheid te creëren om nieuwe deskundigen aan te trekken en te garanderen dat de expertisegebieden die nodig zijn voor de samenstelling van het Comité worden gedekt.
Indien het mandaat van een lid eindigt vóór de geplande einddatum, bijvoorbeeld in geval van overlijden of ontslag, wordt zijn plaatsvervanger benoemd voor een nieuw mandaat voor een periode van vijf jaar.
Artikel 3, § 4 bepaalt dat de leden van het Comité gezamenlijk over voldoende kennis moeten beschikken artificiële intelligentie en algoritmes in relatie tot ethiek, recht (in het bijzonder grondrechten en privacy), en duurzaamheid (milieudimensies, economisch en sociaal).
Deze multidisciplinaire samenstelling zal het mogelijk maken om de mankracht, vaardigheden en expertise, die momenteel verspreid zijn in zeer diverse en uiteenlopende sectoren, samen te brengen in het Comité.
Om de hoge mate van deskundigheid te waarborgen die van de leden van het Comité wordt verwacht, zonder echter de deur te sluiten voor bijvoorbeeld deskundigen die zijn opgeleid volgens hun beroepservaring, wordt in paragraaf 4 toegevoegd dat ten minste één van de leden een masterdiploma of een gelijkwaardig diploma moet hebben en dat elk lid een beroepservaring van ten minste zeven jaar moet hebben. Op deze manier wordt de hoge graad van bekwaamheid naar voren gebracht terwijl een maximale kans wordt gegarandeerd om profielen te vinden die de gewenste multidisciplinariteit bieden voor het Comité om alle gezochte expertisegebieden te dekken.
Gezien de internationale standaarden op dit gebied is internationale expertise een troef bij de selectie.
Elke academische publicatie, zichtbaarheid in de nationale pers of training in een of meer van de geïdentificeerde gebieden, wordt in overweging genomen in het kader van de selectie.
Artikel 4 Artikel 4 bepaalt dat het Comité enkel adviezen kan geven ofwel op vraag van een federale dienst of van een lid van de federale regering, ofwel op eigen initiatief doch enkel ten behoeve van een federale dienst of van een lid van de federale regering.
Adviezen worden met andere woorden gegeven binnen het kader van de federale bevoegdheden gerelateerd aan artificiële intelligentie, robotica, en algoritmes en aanverwante technologieën, inclusief in de context van de toepassing van deze technologieën op verschillende databanken van de overheid.
Het inwinnen van advies door een federale dienst of een lid van de federale regering vormt geen verplichting.
In het kader van een adviesvraag worden aan het Comité nooit persoonsgegevens en gegevens die van vertrouwelijke aard zijn ter beschikking gesteld.
Voor het formuleren van zijn adviezen kan het Comité samenwerken met : - het directoraat-generaal Vereenvoudiging & Digitalisering van de FOD BOSA; - het Sturingscomité dat wordt opgericht om de uitvoering van het op de Ministerraad van 28 oktober 2022 goedgekeurde Nationaal convergentieplan voor de ontwikkeling van artificiële intelligentie te begeleiden; - de regulatoren (bijvoorbeeld in de telecom-, energiesectoren) en federale instanties die specifiek bevoegd zijn op het gebied van cyberbeveiliging, medicijnen en de veiligheid van de voedselketen; - de Gegevensbeschermingautoriteit; - de academische wereld.
Het mandaat van het Comité reikt verder dan het louter analyseren van de ethische implicaties van `datagedreven' systemen. Ook meer traditionele algoritmische systemen (`modelgedreven') en aanverwante technologieën vallen onder het toepassingsgebied. Het Comité kan ook advies geven over AI-testomgevingen (zgn. `AI regulatory sandboxes') die innovatieve toepassingen van AI kunnen stimuleren op een ethisch en juridisch verantwoorde manier.
Artikel 5 Artikel 4 bepaalt dat het Comité tijdens zijn eerste bijeenkomst een huishoudelijk reglement opstelt en een voorzitter uit diens midden verkiest.
Verdere modaliteiten kan het Comité zelf bepalen in zijn huishoudelijk reglement. Wel moet het Comité minstens een maal per jaar, en maximum vier maal per jaar samenkomen. Het Comité kan ook samenkomen op vraag van de minister die bevoegd is voor Ambtenarenzaken en de Minister bevoegd voor Digitalisering. Een vergadering van het Comité duurt maximum zes uur.
Tevens moet het huishoudelijk reglement bepalen hoe wordt gestemd over adviezen, en welke de antwoordtermijn is voor het uitbrengen van een advies.
Het comité deelt zijn adviezen mee aan de federale dienst of aan het lid van de federale regering voor wie ze bestemd zijn.
Artikel 6 Artikel 6 voorziet in de nodige werkingskosten en presentiegelden voor het Comité. Er wordt verwacht dat de leden van het Comité die geen lid zijn van het personeelslid van de Staat of van een openbare dienst (federaal, gefedereerd of lokaal niveau) een beloning ontvangen van 61,98 euro per vergaderuur; dit bedrag is gekoppeld aan spilindex 138,01.
Elk deel van een deelname uur dat gelijk is aan of langer duurt dan dertig minuten wordt beschouwd als een uur prestatie. Het wordt weggelaten als het deze duur niet bereikt.
De uitsluiting van personeelsleden uit de publieke sector van het voordeel van presentiegelden beantwoordt aan de praktijk op dit gebied wanneer men ervan uitgaat dat hun aanwezigheid binnen hun functie valt.
De leden kunnen aanspraak maken op de terugbetaling van hun reiskosten, onder de voorwaarden voorzien voor de rijksambtenaren door het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt.
Artikel 7 Artikel 7 bepaalt dat het Comité jaarlijks verslag uitbrengt aan de Minister van Ambtenarenzaken en aan de Minister bevoegd voor Digitalisering, en aan het Colleges van de voorzitters van de Federale Overheid. In dat verslag geeft het Comité minstens een overzicht van zijn activiteiten, vragen tot advies, gegeven adviezen, en uitgaven.
Dit verslag wordt gepubliceerd op de website van FOD BOSA. HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen Artikel 8 Dit artikel behoeft geen commentaar.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, A. DE CROO, De Eerste Minister P. DE SUTTER, De Minister van Ambtenarenzaken M. MICHEL, De Staatssecretaris voor Digitalisering A. BERTRAND, De Staatsecretaris voor Begroting
Raad van State, afdeling Wetgeving Advies 74.097/2/V van 23 augustus 2023 over een ontwerp van koninklijk besluit `houdende de oprichting van een Raadgevend Comité Ethiek inzake Data en Artificiële Intelligentie voor de federale overheid' Op 12 juli 2023 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-eersteminister en Minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post verzocht binnen een termijn van dertig dagen van rechtswege* verlengd tot 28 augustus 2023 een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `houdende de oprichting van een Raadgevend Comité Ethiek inzake Data en Artificiële Intelligentie voor de federale overheid'.
Het ontwerp is door de tweede vakantiekamer onderzocht op 23 augustus 2023. De kamer was samengesteld uit Martine BAGUET, kamervoorzitter, Bernard BLERO en Christine HOREVOETS, staatsraden, Marianne DONY, assessor, en Anne-Catherine VAN GEERSDAELE, griffier. Het verslag is uitgebracht door Ambre VASSART, adjunct-auditeur.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 23 augustus 2023.
Le projet d'arrêté tend à régler l'organisation d'un Comité Consultatif d'Ethique des Données et de l'Intelligence Artificielle de l'administration fédérale.
Ce comité est un organe dont aucune disposition n'impose de recueillir l'avis. En outre, les avis qu'il donne ne sont revêtus d'aucun caractère contraignant. En conséquence, le projet d'arrêté ne présente pas de caractère réglementaire au sens de l'article 3, § 1er, des lois coordonnées `sur le Conseil d'Etat', et n'est donc pas de ceux qui doivent être soumis à l'avis de la section de législation 1.
De griffier, De voorzitter A. - C. VAN GEERSDAELE M. BAGUET _______ Nota's * Deze verlenging vloeit voort uit artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, in fine, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, waarin wordt bepaald dat deze termijn van rechtswege verlengd wordt met vijftien dagen wanneer hij begint te lopen tussen 15 juli en 31 juli of wanneer hij verstrijkt tussen 15 juli en 15 augustus. 1 Voir en ce sens l'avis n° 66.848/4 donné le 16 janvier 2020 sur un projet devenu l'arrêté du Gouvernement wallon du 30 janvier 2020 `portant fonctionnement et composition de la Commission d'avis sur les licences d'exportations d'armes'.
4 OKTOBER 2023. - Koninklijk besluit houdende de oprichting van een Raadgevend Comité Ethiek inzake Data en Artificiële Intelligentie voor de federale overheid FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, artikelen 37 en 107, tweede lid;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën van 6 juni 2023;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 27 juni 2023;
Gelet op de vrijstelling van een impactanalyse op basis van artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op het advies nr. 74.097/2/V van de Raad van State, gegeven op 23 augustus 2023 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende de goedkeuring door de Ministerraad van 28 oktober 2020 van het nationaal convergentieplan voor de ontwikkeling van artificiële intelligentie, hierna AI genoemd;
Overwegende de lopende onderhandelingen binnen de Raad van Europa voor een juridisch bindend instrument van transversale aard (`verdrag'/`kaderverdrag') inzake kunstmatige intelligentie op basis van de normen van de Raad van Europa inzake mensenrechten, democratie en de rechtsstaat;
Overwegende de aanbeveling van UNESCO voor de ethiek van kunstmatige intelligentie, aangenomen op 23 november 2021;
Overwegende het algemeen belang om te kunnen vertrouwen op AI-systemen die op een juridisch, ethisch en technisch verantwoorde wijze worden ontwikkeld en gebruikt, binnen een degelijk ethisch kader dat betrekking heeft op de gevolgen van AI voor bepaalde grondrechten van burgers en werknemers, zoals privacy, waardigheid en non-discriminatie;
Overwegende de ethische kaders die de voorbije jaren werden uitgewerkt om AI- ontwerpers, ontwikkelaars, uitvoerders en -gebruikers aan te moedigen om vanaf de ontwerpfase ("ethics by design") en doorheen de hele levenscyclus van AI-systemen rekening te houden met ethiek;
Overwegende de nood aan een vertaalslag van deze kaders naar de context van de overheidsdiensten, om ervoor te zorgen dat er duidelijke richtlijnen zijn bij het gebruik van AI door de overheid in het licht van specifieke ethische gevoeligheden;
Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken, van de Staatssecretaris voor Digitalisering en van de Staatssecretaris voor Begroting, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder: 1° federale dienst: een federale overheidsdienst of een programmatorische federale overheidsdienst, alsook de diensten die ervan afhangen, het Ministerie van Landsverdediging alsook de diensten die ervan afhangen, of een van de rechtspersonen bedoeld in artikel 1, 3°, van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken;2° FOD BOSA: de federale overheidsdienst beleid en ondersteuning opgericht bij het koninklijk besluit van 22 februari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/2017 pub. 28/02/2017 numac 2017010836 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie federale overheidsdienst informatie- en communicatietechnologie federale overheidsdienst budget en beheerscontrole federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning sluiten houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning;3° Comité: het Raadgevend Comité Ethiek inzake Data en Artificiële Intelligentie opgericht door dit besluit. HOOFDSTUK 2. - Het Comité
Art. 2.Het Comité wordt opgericht bij de FOD BOSA. Het secretariaat van het Comité wordt verzekerd door de FOD BOSA.
Art. 3.§ 1. Het Comité is samengesteld uit vijf leden, waarvan minstens twee Nederlandstalige en minstens twee Franstalige deskundigen, voorgedragen door de FOD BOSA na een oproep tot kandidaten die minstens bekendgemaakt wordt in het Belgisch Staatsblad en op de website van de FOD BOSA. § 2. De leden van het Comité worden aangewezen voor een eenmalig hernieuwbare periode van vijf jaar, door de minister bevoegd voor Ambtenarenzaken en de minister bevoegd voor Digitalisering.
Indien het mandaat van een lid eindigt vóór de termijn van vijf jaar bedoeld in het eerste lid, wordt zijn plaatsvervanger benoemd voor een nieuw mandaat voor een periode van vijf jaar. § 3. Geen enkele aanwijzing kan als gevolg hebben dat meer dan twee derden van de leden van hetzelfde geslacht zijn. § 4. Het Comité is zo samengesteld dat in zijn schoot de competenties aanwezig zijn op het gebied van artificiële intelligentie en algoritmes in relatie tot : - ethiek; - recht, in het bijzonder grondrechten en privacy; duurzaamheid, omvattende de economische, sociale en milieudimensies.
Ten minste één lid van het Comité heeft een masterdiploma of gelijkwaardig.
Elk lid heeft een beroepservaring van minstens zeven jaar.
Art. 4.Het Comité formuleert wetenschappelijk adviezen over ethische, juridische, economische, sociale en milieuvraagstukken inzake artificiële intelligentie, robotica, algoritmes, en aanverwante technologieën die worden ingezet binnen de overheid en die een belangrijke impact kunnen hebben op individuele of maatschappelijke belangen.
Het Comité formuleert deze adviezen hetzij op vraag van een federale dienst of van een lid van de federale regering, hetzij of op eigen initiatief ten behoeve van een federale dienst of lid van de federale regering.
Art. 5.§ 1. Op de eerste bijeenkomst stelt het Comité een huishoudelijk reglement op en verkiest het bij meerderheid van stemmen een voorzitter onder zijn leden.
In het huishoudelijk reglement worden ten minste de modaliteiten en de frequentie van de vergaderingen vastgelegd, hoe wordt gestemd over adviezen, alsook de maximale antwoordtermijn voor het uitbrengen van de gevraagde adviezen.
Het huishoudelijk reglement bepaalt ook de maatregelen die moeten worden genomen in geval van belangenconflict of onverenigbaarheid.
Het comité deelt zijn adviezen mee aan de federale dienst of het lid van de federale regering voor wie ze bestemd zijn, aan de minister van Ambtenarenzaken en aan de minister voor Digitalisering. § 2. Onverminderd paragraaf 1, tweede lid, komt het Comité minstens een keer per jaar en maximum vier keer per jaar samen.
Art. 6.§ 1. Het Comité beschikt over de nodige kredieten voor haar werking die worden opgenomen in de begroting van de FOD BOSA. Deze kredieten dekken de werkingskosten van het Comité en de presentiegelden van zijn leden. § 2. De leden van het Comité, die geen lid zijn van het Rijkspersoneel of die niet onder de publieke sector vallen, met uitzondering van leden uit de academische wereld, ontvangen een presentiegeld van 61,98 euro per vergaderuur, voor maximaal zes uur per bijeenkomst. Dit bedrag is gekoppeld aan spilindex 138,01.
Elk deel van een vergaderuur dat gelijk is aan of langer duurt dan dertig minuten wordt beschouwd als een uur prestatie. Het wordt weggelaten als het deze duur niet bereikt.
De leden van het Comité kunnen aanspraak maken op de terugbetaling van hun reiskosten, onder de voorwaarden voorzien voor de rijksambtenaren door het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt.
Art. 7.Het Comité brengt jaarlijks verslag uit over zijn activiteiten ter attentie van de minister van Ambtenarenzaken en van de minister bevoegd voor Digitalisering, en van de Colleges van voorzitters en administrateurs-generaal. Dit verslag wordt gepubliceerd op de website van de FOD BOSA. HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 8.De ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 oktober 2023.
FILIP Van Koningswege : B. DE CROO, De Eerste Minister P. DE SUTTER, De Minister van Ambtenarenzaken M. MICHEL, De Staatssecretaris voor Digitalisering B. BERTRAND, De Staatsecretaris voor Begroting