gepubliceerd op 23 november 2011
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 mei 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, houdende wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2010 tot vaststelling van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de hotel-, restaurant-, café- en aanverwante bedrijven"
4 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 mei 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, houdende wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2010 tot vaststelling van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de hotel-, restaurant-, café- en aanverwante bedrijven" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 mei 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, houdende wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2010 tot vaststelling van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de hotel-, restaurant-, café- en aanverwante bedrijven".
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 oktober 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor het hotelbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 mei 2011 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2010 tot vaststelling van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de hotel-, restaurant-, café- en aanverwante bedrijven" (Overeenkomst geregistreerd op 27 mei 2011 onder het nummer 104241/CO/302)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werknemers" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werknemers.
Art. 2.Artikel 3, § 12, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2010, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf en geregistreerd onder het nummer 101765/CO/302 wordt vervangen als volgt : "§ 12. Het verdelen en ter beschikking stellen van de financiële middelen die in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 mei 2011 houdende wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende vorming en tewerkstelling werden ontvangen en dit ten voordele van de drie regionale VZW's "Centrum voor Vorming en Vervolmaking in de horecasector".
De financiële middelen zullen in de schoot van het fonds tussen de drie VZW's verdeeld worden naar evenredigheid met de loonmassa aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en dit volgens de uitbatingszetels van de ondernemingen in ieder gewest (Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Vlaams en Waals Gewest) voor zover deze gegevens bij de RSZ beschikbaar zijn en dit voor de werkgevers die onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf ressorteren.
Onder opschortende voorwaarde en enkel in die mate dat de regionale vormingscentra hun statutair vastgelegde vormingswerkzaamheden ontwikkelen, en in functie daarvan, financiële middelen nodig hebben, zullen deze effectief te hunner beschikking gesteld worden, door het Fonds, verhoudingsgewijs tot hun behoeften en doorgestort worden overeenkomstig de procedure goedgekeurd door de raden van beheer van het fonds en de drie regionale vormingscentra."
Art. 3.Artikel 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst vermeld in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt vervangen als volgt : "
Art. 10.Het geregionaliseerd administratief beheer van het fonds wordt door de regionale werkgeversorganisaties, vertegenwoordigd in het fonds, waargenomen. De financiële middelen, die voor dit beheer zijn bestemd, zullen in de schoot van het fonds tussen de drie VZW's verdeeld worden naar evenredigheid met de loonmassa aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en dit volgens de uitbatingszetels van de ondernemingen in ieder gewest (Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Vlaams en Waalse Gewest) voor zover deze gegevens bij de RSZ beschikbaar zijn, en dit voor de eerste maal voor het jaar 1980, op basis van de cijfers van het derde jaar dat eraan voorafgaat en vanaf het jaar 2005 op basis van de cijfers van het tweede jaar dat eraan voorafgaat."
Art. 4.Artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst vermeld in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt aangevuld als volgt : "§ 3. Het verzoek tot ontheffing van de maandelijkse voorafbetalingen kan enkel worden gedaan door werkgevers die ten minste 3 jaar op regelmatige wijze hun maandelijkse voorafbetaling betaalden volgens de modaliteiten bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst, behoudens een afwijking toegestaan door de raad van beheer van het fonds."
Art. 5.Artikel 17, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst vermeld in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen als volgt : "§ 2. Bij gebrek aan aangifte op 10 januari zoals bedoeld in de vorige paragraaf, is de werkgever een forfaitaire schadevergoeding verschuldigd van 495 EUR, zonder dat dit bedrag lager kan zijn dan de werkelijk geleden schade. Bovendien gaat voor die werkgevers ontheven van maandelijkse voorafbetalingen, het voordeel van deze vrijstelling van voorafbetaling verloren."
Art. 6.Artikel 18 van de collectieve arbeidsovereenkomst vermeld in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt aangevuld als volgt : "§ 3. Voor de overeenkomstig artikel 15, § 2, van de voorafbetalingen ontslagen werkgevers loopt de in artikel 18, § 2, vermelde verwijlintrest vanaf 15 januari van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarvoor de éénmalige betaling is verschuldigd tot op de dag van de betaling."
Art. 7.Artikel 21, § 5, van de collectieve arbeidsovereenkomst vermeld in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt aangevuld als volgt : "De individuele premie zal geacht worden onomstotelijk vast te staan vanaf het ogenblik dat de veroordeling van de werkgever tot betaling van de eindejaarspremie en de daarop verschuldigde bijdragen kracht van gewijsde gekregen heeft."
Art. 8.Artikel 22 van de collectieve arbeidsovereenkomst vermeld in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen als volgt : "
Art. 22.Voor werknemers van werkgevers voor wie voldoende voorafbetalingen bedoeld in artikel 15, § 1 en § 2, van deze statuten beschikbaar zijn, en voor wie, overeenkomstig artikel 17 van deze statuten een aangifte beschikbaar is, wordt de eindejaarspremie uitbetaald na naleving van de procedures voorzien in artikel 21, § 1 tot en met § 4."
Art. 9.Artikel 23, § 1, van de collectieve arbeidsovereenkomst vermeld in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen als volgt : "§ 1. Voor werknemers van werkgevers voor wie geen of onvoldoende voorafbetalingen beschikbaar zijn en voor wie de premie werd aangegeven, zal de individuele premie geacht worden onomstotelijk vast te staan. De eindejaarspremie wordt uitbetaald na naleving van de procedures voorzien in artikel 21, vanaf het ogenblik dat de veroordeling van de werkgever tot betaling van de eindejaarspremie en de daarop verschuldigde bijdragen kracht van gewijsde heeft gekregen."
Art. 10.Artikel 24, § 1, van de collectieve arbeidsovereenkomst vermeld in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen als volgt : "§ 1. Vanaf 1 februari van het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarop de eindejaarspremie betrekking heeft, wordt het recht op en het bedrag van de eindejaarspremie van de individuele werknemers die op basis van de documenten opgesomd in § 3 van dit artikel het bedrag van hun eindejaarspremie kunnen bewijzen overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2010, en hiervan aangifte doen bij het fonds, geacht onomstotelijk vast te staan. De eindejaarspremie wordt uitbetaald na naleving van de procedures voorzien in artikel 21, vanaf het ogenblik dat de veroordeling van de werkgever tot betaling van de eindejaarspremie en de daarop verschuldigde bijdragen kracht van gewijsde heeft gekregen."
Art. 11.Artikel 25, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst vermeld in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen als volgt : "§ 2. Het fonds zal aan de werknemers bedoeld in artikel 25, § 1, de eindejaarspremie uitbetalen na naleving van de procedures voorzien in artikel 21 van deze statuten, vanaf het ogenblik dat de veroordeling van de werkgever tot betaling van de eindejaarspremie en de daarop verschuldigde bijdragen kracht van gewijsde heeft gekregen."
Art. 12.Artikel 27 van de collectieve arbeidsovereenkomst vermeld in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen als volgt : "
Art. 27.De eindejaarspremies bedoeld in artikel 13, derde alinea, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2010 tot toekenning van een eindejaarspremie die niet door de werknemers worden geïnd blijven eigendom van het fonds."
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 9 mei 2011. Zij wordt gesloten voor onbepaalde duur. Ze kan worden opgezegd door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn van drie maanden bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf en aan de daarin vertegenwoordigde organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 oktober 2011.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET