Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 oktober 2002
gepubliceerd op 18 oktober 2002

Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage euro 2.649.657 aan de Koning Boudewijnstichting met het oog op de voortzetting van het beheer van een experimenteel fonds voor het ondersteunen van initiatieven in de sector van de buurt- of nabijheidsdiensten

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002022845
pub.
18/10/2002
prom.
04/10/2002
ELI
eli/besluit/2002/10/04/2002022845/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 OKTOBER 2002. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage euro 2.649.657 aan de Koning Boudewijnstichting met het oog op de voortzetting van het beheer van een experimenteel fonds voor het ondersteunen van initiatieven in de sector van de buurt- of nabijheidsdiensten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 37 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 24 december 2001 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 2001 houdende toekenning van een toelage van 2.650.752,46 EUR (106 930 000 BEF) aan de Koning Boudewijnstichting met het oog op de oprichting en het beheer van een experimenteel fonds voor het ondersteunen van initiatieven in de sector van de buurt- of nabijheidsdiensten;

Gelet op het samenwerkingsakkoord tussen de Staat, de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie, ondertekend te Brussel op 4 juli 2000;

Gelet op de wet van 26 juni 2001 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 4 juli 2000 tussen de federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de sociale economie;

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid op artikelen 55 tot 58;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole;

Overwegende dat de Minister van Sociale Economie namelijk belast is met het stimuleren van nieuwe initiatieven inzake sociale economie, onder andere in de sector van de buurt- of nabijheidsdiensten;

Overwegende dat, met het oog op de verdere ondersteuning en de ontwikkeling van de sector van de buurt- of nabijheidsdiensten, het noodzakelijk is het in 2001 opgerichte experimenteel fonds beheerd door de Koning Boudewijnstichting verder te zetten;

Overwegende dat de buurt- of nabijheidsdiensten een dubbele doelstelling nastreven : - inspelen op nieuwe of niet-bevredigde behoeften; - werkgelegenheid scheppen;

Overwegende dat de Koning Boudewijnstichting werd gekozen wegens haar federaal karakter en haar ervaring m.b.t. het beheer van het fonds in 2001;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 september 2002;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Economie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een toelage van twee miljoen zeshonderdnegenenveertig duizend zeshonderd zevenenvijftig EUR ( euro 2.649.657), aan te rekenen op het krediet van het federaal Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu voor het begrotingsjaar 2002, organisatieafdeling 55, b.a. 42 33 01 85, wordt toegekend aan de Koning Boudewijnstichting waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is Brederodestraat 21, te 1000 Brussel.

Art. 2.De toelage heeft tot doel het beheer van een experimenteel fonds met het oog op de ontwikkeling van de buurt- of nabijheidsdiensten.

Art. 3.Voormeld fonds wordt door de Koning Boudewijnstichting beheerd.

Art. 4.§ 1. Het experimenteel fonds moet het mogelijk maken financiële hulp toe te kennen aan projecten die in het kader van het bovenvermeld koninklijk besluit van 14 november 2001 ondersteund geweest zijn en hierbij een positieve evaluatie gekregen hebben. § 2. Voorrang zal worden gegeven aan de ondersteuning van projecten die reeds in 2002 reële tewerkstelling voor kansengroepen schepten. De verdere ondersteuning van projecten die haalbaarheidsstudies inhielden, zal worden overwogen indien er na financiering van de eerstgenoemde projecten nog middelen van het fonds ter beschikking zijn. § 3. De kosten die door het experimenteel fonds kunnen worden gefinancierd omvatten alle kosten behalve de investeringskosten en de kosten die door een overheid worden gesubsidieerd. Deze omschrijving wordt gepreciseerd in de overeenkomst met de Koning Boudewijnstichting. § 4. Om dit doel te bereiken, en de voorrangsregel beschreven in artikel 4, § 2 in acht nemend, doet de Koning Boudewijnstichting een oproep gericht aan de geselecteerde projecten in het kader van het experimentenfonds (koninklijk besluit van 14 november 2001) waarin hen wordt gevraagd een kandidaatsdossier op te sturen, met volgende informatie : - een sterkte-zwakte analyse van het project, met de bereikte resultaten; - budget; - actieplan.

De modaliteiten voor deze oproep worden in een aparte overeenkomst met de Koning Boudewijnstichting beschreven. § 5. Een beoordelingscommissie beoordeelt de kandidaatsdossiers en gevraagde budgetten en beslist over de hoogte van het toe te kennen budget. De beoordelingscommissie wordt samengesteld uit : - de voorzitters van de jury's van de selectie in het kader van het koninklijk besluit van 14 november 2001, of bij ontstentenis andere onafhankelijke leden van die jury's; - een vertegenwoordiger van de organisaties die meewerkten aan de evaluatie van de projecten in het kader van het experimentenfonds; - een vertegenwoordiger van de organisaties die meewerkten aan de financiële opvolging van de projecten in het kader van het experimentenfonds; - een vertegenwoordiger van de betrokken administraties;

Er wordt tevens een vertegenwoordiger van de Minister van Sociale Economie uitgenodigd om de beoordelingscommissie bij te wonen met raadgevende stem.

De beoordelingscommissie zal bestaan uit twee kamers, waarvan één de Nederlandstalige dossiers behandelt en de andere de Franstalige dossiers.

Art. 5.De lijst van de geselecteerde projecten en het hen toegekende budget worden de Minister tot wiens bevoegdheid de sociale economie behoort ter goedkeuring voorgelegd.

Art. 6.§ 1. De ervaring opgedaan met de projecten die door het experimenteel fonds worden ondersteund moeten het mogelijk maken de beleidsaanbevelingen opgesteld in het kader van het koninklijk besluit van 14 november 2001 te actualiseren en verder uit te werken. § 2. Rekening houdend met de verschillende overheidsniveaus, leggen deze aanbevelingen in het bijzonder de nadruk op de ervaringen van de projecten die ondersteund werden, met in acht name van volgende doelstellingen : - creatie van tewerkstelling voor kansengroepen; - de duurzaamheid, de leefbaarheid en de kwaliteit van de dienstverlening; - de verhoging van de solvabiliteit van de vraag; - de uitbouw van structurele maatregelen voor de ondersteuning van de buurt- en nabijheidsdiensten. § 3. Hiertoe zullen projectbezoeken en sectoraal overleg worden georganiseerd, tijdens dewelke ervaringen zullen worden uitgewisseld. § 4. De conclusies en de analyses van het experimentenfonds zullen worden verspreid om de verworvenheden en de inzet van de projecten maximaal te valoriseren ten aanzien van verantwoordelijken van (opstartende) projecten, beleidsmakers en onderzoekers.

Art. 7.De kosten van dit project, die door de toelage worden gedekt, kunnen als volgt worden uitgesplitst. 1° Een bedrag van euro 2.529.000 dient voor de financiering van de projecten.

Dit bedrag van euro 2.529.000 wordt per Gewest en de Duitstalige gemeenschap als volgt onderverdeeld : - euro 1.408.653 voor het Vlaamse Gewest; - euro 834.570 voor het Waalse Gewest; - euro 252.900 voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; - euro 32.877 voor de Duitstalige Gemeenschap. 2° De totale kostprijs van het beheer van het experimenteel fonds door de Koning Boudewijnstichting bedraagt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Hiervan neemt de federale overheid een bedrag van euro 120.658 ten laste.

Art. 8.Het toegekend bedrag zal in twee schijven worden uitbetaald : Een eerste schijf van 85 % wordt uitbetaald na ondertekening van een aparte overeenkomst tussen de Koning Boudewijnstichting en de Minister, die onder andere de werkingsregels voor het experimenteel fonds moet bevatten.

Een tweede schijf van 15 % wordt uitbetaald na afloop van de periode, na voorlegging van een eindrapport en van de bewijsstukken en na het akkoord van de opdrachtgever.

Art. 9.Deze toelage zal uitgekeerd worden door storting op bankrekening 068-0572720-59 geopend op naam van de Koning Boudewijnstichting.

Art. 10.§ 1. De Koning Boudewijnstichting verbindt zich ertoe de Cel Sociale Economie van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Anspachlaan 1, 14de verdieping, bureau 20, te 1000 Brussel een eindverslag en een eindafrekening voor te leggen. § 2. In het verslag moet duidelijk worden aangetoond dat de geldmiddelen werden aangewend conform de overeenkomst die tussen de partijen werd ondertekend. Dit verslag bevat als bijlage de bewijsstukken en alle nodig geachte stukken die waar en oprecht zijn verklaard door de projectleiders en Koning Boudewijnstichting. § 3. Het verslag bevat, voor elk in aanmerking genomen project, een uitvoerige beschrijving van de uitgevoerde realisaties, van de aard waarin de nagestreefde doelstellingen zijn verwezenlijkt en van de concrete resultaten die door de uitwerking van het initiatief zijn bereikt. § 4. Het eindverslag en de eindafrekening moeten de Cel Sociale Economie uiterlijk 22 november 2003 worden overgelegd.

Art. 11.In geval van betwistingen zijn enkel de Brusselse rechtbanken bevoegd.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 15 oktober 2002.

Art. 13.Onze Minister van Sociale Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 oktober 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE

^