gepubliceerd op 17 november 2020
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 juli 2020 inzake milieuvriendelijke scheepvaart
4 NOVEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 juli 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/07/2020 pub. 21/08/2020 numac 2020042450 bron federale overheidsdienst economie,k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit inzake milieuvriendelijke scheepvaart sluiten inzake milieuvriendelijke scheepvaart
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Belgisch Scheepvaartwetboek, artikelen 2.2.3.9, 2.5.3.2, 2.5.3.3, 2.5.3.5 en 2.5.3.6;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/07/2020 pub. 21/08/2020 numac 2020042450 bron federale overheidsdienst economie,k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit inzake milieuvriendelijke scheepvaart sluiten inzake milieuvriendelijke scheepvaart;
Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 juni 2020;
Gelet op het advies 67.965/4 van de Raad van State gegeven op 30 september 2020 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Noordzee, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In titel 3 van het koninklijk besluit van 15 juli 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/07/2020 pub. 21/08/2020 numac 2020042450 bron federale overheidsdienst economie,k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit inzake milieuvriendelijke scheepvaart sluiten inzake milieuvriendelijke scheepvaart wordt een hoofdstuk 6 ingevoegd die de artikelen 3.6.1 tot en met 3.6.4 bevat, luidende: "HOOFDSTUK 6. - Stikstofoxiden (NOx) Art. 3.6.1. § 1. Dit hoofdstuk is van toepassing op: 1° elke scheepsdieselmotor met een vermogen van meer dan 130 kW geïnstalleerd op een schip;en 2° elke scheepsdieselmotor met een vermogen van meer dan 130 kW die een belangrijke verbouwing zoals bedoeld in voorschrift 13.2.1 van Bijlage VI van het MARPOL-Verdrag ondergaat op of na 1 januari 2000 behalve wanneer is aangetoond tot tevredenheid van de Scheepvaartcontrole dat zulke motor een identieke vervanging is van de motor die vervangen wordt en die anders niet onder punt 1° valt. § 2. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op: 1° een scheepsdieselmotor die uitsluitend bedoeld is om te gebruiken voor noodgevallen, of uitsluitend voor het aandrijven van een apparaat of uitrusting die uitsluitend bedoeld is voor noodgevallen op het schip waarop het is geïnstalleerd, of een scheepsdieselmotor die is geïnstalleerd in reddingsboten die uitsluitend zijn bedoeld voor noodgevallen;en 2° een scheepsdieselmotor geïnstalleerd op een Belgisch schip dat uitsluitend wordt ingezet op reizen binnen de Belgische wateren op voorwaarde dat zulke motor onder een alternatieve NOx controlemaatregel opgesteld door de Scheepvaartcontrole valt. Art. 3.6.2. § 1. Voor een belangrijke verbouwing zoals bedoeld in voorschrift 13.2.1 van Bijlage VI van het MARPOL-Verdrag waarbij een vervanging van een scheepsdieselmotor met een niet-identieke scheepsdieselmotor werd vervangen, of de installatie van een bijkomende scheepsdieselmotor, zijn de normen van voorschrift 13 van Bijlage VI van het MARPOL-Verdrag die in werking zijn op het moment van de vervanging of bijkomende installatie van de motor van toepassing. Uitsluitend in het geval van een vervangingsmotor, indien het niet mogelijk is voor zulke vervangingsmotor om aan de normen van voorschrift 13.5.1.1 (Tier III, indien van toepassing) van Bijlage VI van het MARPOL-Verdrag te voldoen, dan moet de vervangingsmotor voldoen aan voorschrift 13.4 (Tier II) van Bijlage VI van het MARPOL-Verdrag, rekening houdend met de door IMO opgestelde richtsnoeren. § 2. Een scheepsdieselmotor zoals bedoeld in voorschrift 13.2.1.1 of 13.2.1.3 van Bijlage VI van het MARPOL-Verdrag moet voldoen aan de normen van voorschrift 13.2.3 van Bijlage VI van het MARPOL-Verdrag.
Art. 3.6.3. § 1. Het gebruik van dieselmotoren aan boord van schepen is verboden tenzij: 1° de emissienormen lager liggen dan deze vermeld in 13.7 van Bijlage VI van het MARPOL-Verdrag voor schepen gebouwd voor 1 januari 2000; 2° de emissienormen lager liggen dan deze vermeld in voorschrift 13.3 (Tier I) van Bijlage VI van het MARPOL-Verdrag voor schepen gebouwd op of na 1 januari 2000 en voor 1 januari 2011; 3° de emissienormen lager liggen dan deze vermeld in voorschrift 13.4 (Tier II) van Bijlage VI van het MARPOL-Verdrag voor schepen gebouwd op of na 1 januari 2011. § 2. In afwijking van paragraaf 1 moeten schepen die zich begeven in een emissiebeheersingsgebied zoals bedoeld in voorschrift 13.6 van Bijlage VI van het MARPOL-Verdrag en gebouwd zijn op of na de datums vermeld in voorschrift 13.5.1.2 van Bijlage VI van het MARPOL-Verdrag voldoen aan de bepalingen van voorschrift 13.5 (Tier III) van Bijlage VI van het MARPOL-Verdrag. § 3. Onder "schip gebouwd" wordt verstaan een schip gebouwd zoals gedefinieerd in voorschrift 2 van Bijlage VI van het MARPOL-Verdrag en waarbij de tijd tussen kiellegging en in de vaart komen van het schip niet langer dan vijf jaar mag bedragen.
Art. 3.6.4. De NOx Technical Code 2008 wordt toegepast bij het certificeren, testen en bij meetprocedures voor de normen zoals bepaald in voorschrift 13 van Bijlage VI van het MARPOL-Verdrag.".
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021.
Art. 3.De minister bevoegd voor maritieme mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 november 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Noordzee, V. VAN QUICKENBORNE